voetbalzone

‘Ik stond direct tegenover een gozer die je ’s nachts niet wil tegenkomen’

Chris Meijer09 apr 2020, 13:55
Laatst bijgewerkt: 09 apr 2020, 13:55
Advertentie

Het profvoetbal was voor Sam van Huffel eerder dit seizoen eigenlijk tamelijk ver weg. De 21-jarige middenvelder verruilde ADO Den Haag afgelopen zomer voor de Koninklijke HFC en hij combineerde het voetballen in de Tweede Divisie met een bijbaantje in een kledingwinkel. Een buitengewoon toevallige ontmoeting bracht hem uiteindelijk een dienstverband bij het Poolse Stomil Olsztyn, waardoor hij zich sinds januari weer profvoetballer mag noemen.

Door Chris Meijer

Van Huffel stapte eind november met een voldaan gevoel het hoofdveld van de ‘rode kant’ van Sportpark De Westmaat af. Koninklijke HFC, op dat moment koploper van de Tweede Divisie, had net grootmacht en naaste achtervolger IJsselmeervogels alle hoeken van het veld laten zien. Met een doelpunt en een assist had Van Huffel een behoorlijk aandeel in de 1-5 overwinning en dat was aan de zijkant niet onopgemerkt gebleven. Toen hij het veld afstapte, kreeg hij van iemand die zich in het Engels voorstelde als een Poolse man een even bemoedigende als verwarrende boodschap. “Hij kwam naar me toe en vertelde dat hij een aantal connecties had met een profclub in Polen. Of ik video’s van mezelf had en die wilde doorsturen. Nou ja, prima, dat heb ik gedaan. Tja, weet je? Ik kom uit de voetbalwereld en weet dat er heel veel praatjesmakers zijn. Ik dacht: ik geef mijn nummer en ik zie wel of ik wat hoor. Op dat moment had ik geen idee om welke club het ging, dat was ik allang vergeten. Joh, wist ik veel”, lacht Van Huffel in gesprek met Voetbalzone. De Poolse man die hem in Bunschoten-Spakenburg aan het werk had gezien, bleek geen praatjesmaker te zijn.

voetbalzone

Twee weken na de bewuste wedstrijd tegen IJsselmeervogels rinkelde de telefoon van Van Huffel. De boodschap was kort, maar krachtig: Stomil Olsztyn wilde zich dolgraag versterken met de middenvelder. De huidige nummer twaalf van de Liga 1, het tweede niveau van het Poolse voetbal, moest er echter nog wel zien uit te komen met Koninklijke HFC en die onderhandelingen namen enkele weken in beslag. “Dat was wel even een gedoetje, HFC wilde me niet laten gaan en ik had net mijn contract verlengd. Er was een beetje haast bij geboden, want ik heb net voor de deadline getekend”, knikt Van Huffel. Uiteindelijk kreeg hij na thuiskomst van een maandagtraining met Koninklijke HFC het verlossende telefoontje. “Ik zou de volgende ochtend om zeven uur vliegen en kon alleen een klein koffertje meenemen. Ik ben daarna niet meer teruggekomen naar Nederland, mijn ouders hebben later een grote koffer meegenomen toen ze me kwamen opzoeken. Ik kon niet echt gedag zeggen tegen mijn opa en oma, ik moest meteen weg. Natuurlijk wil je die stap graag maken, maar ik vind het jammer dat ik niet echt afscheid heb kunnen nemen. Ik spreek ze iedere dag nog via Facetime, ik praat haast vaker met ze dan toen ik nog thuis woonde.”

Toch is met het dienstverband in Polen voor Van Huffel een droom uitgekomen. De geboren Amsterdammer speelde vrijwel zijn gehele jeugd voor de amateurs van Legmeervogels uit Uithoorn, tot ADO Den Haag hem in 2016 oppikte. Hij speelde drie jaar in de Hofstad, groeide daar uit tot aanvoerder van het belofenteam en was twee jaar geleden zelfs dicht bij een overstap naar Engeland, toen hij een stage afwerkte bij Leicester City. “De faciliteiten bij Leicester waren niet normaal. De eerste twee dagen trainde ik met de Onder-23 en ik was een van de beteren. Toen kreeg ik te horen dat ik de volgende dag met het eerste zou trainen. Ik was toen net achttien, ik dacht: Jezus, moet ik gewoon met die gasten trainen. Vardy en Mahrez kwamen toen net terug van interlandverplichtingen, dus die deden alleen de warming-up mee. Ik stond in een partij met Morgan, Huth, dat soort reuzen”, glundert hij. Ondanks dat Leicester City hem een contract wilde aanbieden, kwam het niet van een dienstverband in Engeland. Van een doorbraak in de hoofdmacht van ADO kwam het evenmin. “Ik dacht dat ik er klaar voor was, maar de hoofdtrainer en de technisch directeur dachten daar anders over.”

voetbalzone

Een aantal profclubs wilden Van Huffel graag binnenhalen voor hun beloftenelftal, maar daar zag hij niks in. “Het leek mij een betere stap om in de Tweede Divisie te spelen. Je hebt jongens die blijven wachten, maar ik dacht: zo gaat het niet werken. Als je iedere week in de Tweede Divisie de pannen van het dak speelt, komt het vanzelf wel. Joh, ik was 21 en had nog tijd genoeg. Als je je hele leven bij een profclub hebt gespeeld, is het misschien moeilijker om te horen dat er geen ruimte meer voor je is. Ik heb niet zoiets gehad van: kut, ik moet terug naar de amateurs en ga het niet meer halen. De mentaliteit bij de amateurs is natuurlijk wel anders. Die jongens liepen bier te zuipen, dat is niet voor mij weggelegd. Ik ben voor mezelf blijven trainen, maakte nog steeds die uren en hield het geloof dat er nog zoiets zou komen.” Met vier doelpunten en zeven assists in negentien wedstrijden deed Van Huffel in de eerste helft van dit seizoen ‘zijn ding’ bij de Koninklijke HFC, maar hij had niet direct gerekend op een snelle terugkeer in het profvoetbal.

Dat het gewenste profavontuur uiteindelijk kwam bij een club waar Van Huffel tot een aantal maanden geleden nooit van gehoord had, maakt hem weinig uit. “Nee, het deed geen belletje rinkelen. Maar ja, als je me nu de vijfde club van Rusland opnoemt, denk ik ook: huh, wat is dat voor club?”, lacht hij. Hij vervolgt met een iets ernstigere toon: “Dit is een jongensdroom. Waar dat dan uitkomt, maakt niet zoveel uit. Als alles er omheen maar goed is: een goed salaris, een goed huisje. Ik ga hier niet voor een koek en een ei voetballen, maar ik heb een prima salaris en het leven is vrij goedkoop. Ik kan voor zeven of acht euro uit eten, met een voor- hoofd- en nagerecht. Je weet nooit wat er uitkomt, ik heb een tweejarig contract. Als het na twee jaar niks blijkt, kan ik altijd nog terug.”

De eerste week in Olsztyn, dat ongeveer tweehonderd kilometer ten noorden van de Poolse hoofdstad Warschau ligt, was voor Van Huffel even doorbijten, omdat hij in afwachting van zijn eigen appartement in een hostel werd gezet. “Ik zat met allemaal jongens die stage liepen, sliep met zes gasten op een kamer in een stapelbed. Het was een beetje een grauwe week, dus ik dacht: waar ben ik beland?” Na het ondertekenen van het contract kreeg Van Huffel een eigen appartement, waar hij samen met voormalig ploeggenoot Richard Amaechi Johnson (opgegroeid in Nederland) momenteel woont. “Op vijf minuten lopen zit een grote bioscoop en een winkelcentrum, waar alles in zit. Het heeft me verbaasd hoe goed het is. Er zitten grote natuurgebieden in de buurt, met meren en strandjes. Ik denk dat het in de zomer goed vertoeven is hier. Een aantal van die jongens spreekt Engels en als ze merken dat je wat kan, proberen ze meer contact te zoeken. Het is lachen met die gasten. Mijn Pools is nog niet optimaal. Inmiddels spreek ik een aantal woordjes, maar uitgebreide gesprekken lukt niet. Ik heb een aantal boekjes en A4’tjes gekregen van de club, met simpele dingen. De voetbaltaal ken ik in ieder geval al en dat heb ik voornamelijk nodig. De besprekingen gaan te snel, dat is niet normaal.”

Met een doelpunt in zijn eerste wedstrijd tegen Odra Opole (4-2 zege) kende Van Huffel een uitstekende start bij Stomil Olsztyn. “Ik werd in de tachtigste minuut gewisseld en ze schreeuwden met z’n allen mijn naam. Dan denk je wel: jezus, zo sta je voor honderd man bij Koninklijke HFC op het veld en zo scanderen duizenden mensen je naam. In het winkelcentrum word ik ook aangekeken. ‘Van Koeffel’, zo noemen ze me hier. Dat is wel lachen. Als je hier vijf wedstrijden verliest, denk ik dat je beter even niet naar het winkelcentrum kan gaan. De beleving van die ultra’s is wel heftig”, vertelt Van Huffel. Hoe er gereageerd kan worden na een nederlaag, merkte hij na zijn tweede optreden in Poolse dienst tegen Sandecja Nowy Sacz (3-0 verlies). “Iedereen zat tegen elkaar te schreeuwen. Maar ja, na een of twee uurtjes is het weer weg en doet iedereen normaal. Alleen moesten we toen ook nog negen uur terug in de bus. Ik was volgens mij pas ’s ochtends om zeven uur thuis. Ik was helemaal gesloopt, want je kan in zo’n bus ook niet lekker slapen.”

“Het voetbal lijkt op de Tweede Divisie, het draait meer om resultaat. Er lopen wat forsere gasten rond: snel en sterk. Het tempo ligt hier wel een stuk hoger en het zijn allemaal professionals. Sommige gasten zijn echt reuzen. De eerste competitiewedstrijd stond ik tegen een verdedigende middenvelder die je ’s nachts niet wil tegenkomen. Ik ben ook wel sterk, dus ze hebben het ook wel lastig met mij. Als je er kiezelhard ingaat en zoiets hebt van: fuck it, ik ben hier niet gekomen om een leuk potje te voetballen, dan kan je wel ver komen”, gaat Van Huffel verder. Naast de intensiteit (‘Van drie naar vijf keer per week en we trainen écht hard, dat was pittig’), moest hij ook wennen aan de hiërarchie op de trainingen. “De trainer staat in een hoekje te kijken en de assistenten doen eigenlijk alles op de training. Ze hebben een soort verhoging, zoals ze dat ook voor een badmeester in het zwembad hebben, en daar staat hij dan op naar de training te kijken. Als ze een oefening dicht bij hem doen, staat hij een beetje te schreeuwen.”

Door de uitbraak van het coronavirus is ook het dagelijks leven in Polen vrijwel volledig stil komen te liggen. Alle winkels, behalve de supermarkten en drogisterijen, zijn dicht en de groepstrainingen van Stomil Olsztyn zijn voorlopig geschrapt. “We mogen wel gewoon naar buiten, al wordt er aangeraden om het zo min mogelijk te doen. De situatie is eigenlijk een beetje hetzelfde als in Nederland. Ik heb elke ochtend personal training met een fysio, dus dat is mijn uitstapje. ’s Middags ga ik even naar buiten met een bal, om op een veldje aan mijn techniek te werken. Dat is niet vanuit de club, ik heb het zelf gedaan. Het is ook meer om mezelf fit te houden én te verbeteren, want ik train hard. Ik doe hard mijn best om mijn niveau vast te houden. Achteraf met de uitbraak van het coronavirus heb ik geluk dat dit in januari was gekomen, want het was me nu waarschijnlijk niet meer gelukt om bij Koninklijke HFC een stage bij een profclub af te dwingen.”

Van Huffel heeft in Polen zijn handtekening gezet onder een tweejarig contract en hoopt op termijn verder te kunnen groeien. “Ik geloof dat er een volgende stap in zit, dat gevoel heb ik al wel gekregen. Als dat uiteindelijk niet zo blijkt te zijn, is dat ook prima en ga ik wat anders doen. Ik heb altijd in mijn hoofd gehad: Sam werk hard en er komt wel weer een kans. Als je aan mijn familie of vrienden gaat vragen of het een gelukje is dat ik deze stap heb gemaakt, zeggen ze allemaal ‘nee’.” Met een glimlach besluit Van Huffel: “Geluk dwing je af en misschien is het een gelukje dat dit op mijn pad is gekomen, maar je moet het wel met beide handen aangrijpen.”