‘Ik nam er één en heb het hele pakje opgegeten, maar het is niet goed voor je’
Declan Lambert heeft donderdag zijn handtekening gezet onder zijn eerste profcontract bij FC Den Bosch. Het betekent voor de 21-jarige Australische vleugelverdediger de ultieme beloning na drie jaar volhardend te zijn geweest. Samen met tweelingbroer Ryan arriveerde Lambert in de zomer van 2017 met vrijwel niets in Nederland, maar via een qua sportieve resultaten rampzalig halfjaar bij Achilles’29 en een periode bij Jong FC Den Bosch werkte hij zich uiteindelijk op richting het profvoetbal én de Onder-23 van Australië.
Door Chris Meijer
Tot drie jaar geleden wist Lambert praktisch niets van Nederland. Maar in het land waarvan hij misschien amper wist waar het lag, zou voor hem een toekomst als profvoetballer zijn weggelegd. Dat was althans de lezing van Djee-Eej, zoals Lambert Geert-Arend Roorda noemt. De oud-middenvelder van sc Heerenveen, Excelsior, NEC Nijmegen, Sparta Rotterdam en FC Dordrecht sloot zijn profloopbaan in 2016 af in Australië bij Richmond SC en raakte daar onder de indruk van enkele van zijn jeugdige ploeggenoten, onder wie de tweelingbroers Lambert. “Ik heb altijd profvoetballer willen worden en in Australië is dat lastig voor jonge spelers, omdat er relatief minder kansen worden gegeven. De competitie is relatief klein”, legt Lambert uit in gesprek met Voetbalzone.
Dus stapten de Australische broers in de zomer van 2017 op het vliegtuig naar Nederland, het land dat Lambert naar eigen zeggen alleen kende van een aantal voetballers. Via zaakwaarnemers Boris Ivanov, Mark Coonen en Roorda werd een reeks stages georganiseerd. Proefperiodes bij FC Dordrecht, Sparta en Telstar leverden echter geen succes op. “Ik heb ik er niet echt aan gedacht om terug te gaan. Misschien was het idee er wel, maar mijn broer en ik hebben elkaar door de zware momenten heen geholpen. Ik weet niet of ik had opgegeven als hij er niet was. We hebben elkaar gemotiveerd en hard gewerkt, dat was heel belangrijk om fit te blijven voor er zich een kans zou aandienen. Onze ouders hebben ons ook altijd gesteund”, vertelt Lambert. Na een halfjaar diende zich wel een mogelijkheid aan, al was dat niet de meest ideale.
Achilles’29 was een seizoen eerder gedegradeerd uit de Eerste Divisie en kampte met financiële problemen, waardoor de nodige spelers waren vertrokken. Toen de broers arriveerden in Groesbeek, bezette de ooit zo ambitieuze club al troosteloos de laatste plaats in de Tweede Divisie. Het werd in meerdere opzichten een bijzonder halfjaar. Allereerst omdat de broers Lambert met meerdere buitenlandse spelers een tijdje in het huis van technisch manager Frans Derks moesten logeren. “Daarna zijn we via de club op een vakantiepark terechtgekomen”, zegt Lambert. Qua sportieve resultaten verliep het halfjaar van de Australische broers bij Achilles rampzalig. Er werd één keer gelijkgespeeld, alle andere wedstrijden werden, vaak met ruime cijfers, verloren. “We wisten ook wel dat we weinig zouden winnen, door alles wat zich achter de schermen afspeelde. We speelden voornamelijk voor ons plezier. Uiteindelijk hebben we kunnen wennen aan het voetbal en de cultuur in Nederland, we hebben nog steeds veel vrienden uit de tijd van Achilles.”
Het mag niet heel verwonderlijk heten dat de broers Lambert het na een seizoen voor gezien hielden in Groesbeek, ondanks dat Achilles graag met ze door wilde. Met een handvol optredens in de Tweede Divisie was de belangstelling gewekt van FC Den Bosch, waar ze zich in een stageweek mochten laten zien. “Ik was niet echt zenuwachtig, want ik had een aantal wedstrijden in de Tweede Divisie achter de rug, had daardoor vertrouwen en voelde me fit. Het ging oké tijdens de stage, waardoor ik het idee had dat ik genoeg had gedaan om aangenomen te worden.” Dat gevoel bleek te kloppen, want de broers Lambert mochten aansluiten bij het beloftenteam van FC Den Bosch.
Bij Den Bosch wachtte hen echter weer een volgend obstakel. Kort na hun komst leek de club in handen te vallen van Kakhi Jordania, onder wiens bewind er spelers vanuit alle windhoeken werden binnengehaald en de kansen voor jonge spelers daardoor vrij beperkt waren. “Niemand van het beloftenteam kreeg een kans bij het eerste dat seizoen.” Met het afketsen van de overname door Jordania, vertrokken in het afgelopen jaar ook weer de nodige spelers bij Den Bosch. Tegelijkertijd nam beloftentrainer Erik van der Ven bij het eerste het roer over van Wil Boessen en dat bood mogelijkheden voor de jonge spelers. Lambert zat direct tijdens de eerste competitiewedstrijd tegen Jong PSV (2-2) voor het eerst bij de selectie, maar moest vervolgens maar liefst tien duels op rij geduld hebben tot zijn officiële debuut volgde met een basisplaats in de thuiswedstrijd tegen Roda JC Kerkrade (0-0). “Dat was wel een opluchting, want na een tijdje voelden die wedstrijden op de bank een beetje frustrerend.”
Uiteindelijk kwam Lambert in het afgebroken Keuken Kampioen Divisie-seizoen tot twaalf officiële wedstrijden, waarvan zeven als basisspeler. “Ik was heel blij met mijn debuut afgelopen seizoen. Het was ook mijn laatste jaar bij Jong Den Bosch, omdat ik te oud ben om nog in de beloften te mogen spelen. Dus ik moet doordrukken naar het eerste, dit was een beetje het seizoen van de waarheid. Ik heb vorig jaar nog nodig gehad om me te ontwikkelen bij Jong Den Bosch, ook om me nog een beetje aan te passen aan het Nederlandse voetbal. In fysiek opzicht heb ik ook stappen gezet. Ik kan nog veel meer laten zien. Dit seizoen zat ik ook geregeld op de bank, dus ik hoop volgend jaar meer in de basis te staan”, knikt Lambert. In oktober lonkte al bijna een fraaie beloning, toen de Australische voetbalbond hem wilde uitnodigen voor een trainingskamp van de Onder-23.
“Maar ze konden mijn visum niet rond krijgen en de club wilde me niet laten gaan. Als ik weer een kans krijg bij de Onder-23, zou ik die dolgraag willen grijpen”, zegt Lambert, die overigens als kind van een Maleisische moeder en Engelse vader in Maleisië geboren werd, een tijd in Thailand woonde en opgroeide in Australië. Inmiddels heeft hij samen met zijn tweelingbroer, die volgend seizoen voorlopig nog op amateurbasis aanblijft bij Den Bosch, zijn plek gevonden in Nederland. Na nog een tijdje bij toenmalig voormalig Vincent de Vroomen te hebben gewoond, huizen de broers Lambert inmiddels in Cromvoirt. Dagelijks vervoeren de Australiërs zich per fiets naar De Vliert, een tocht die een kleine veertig minuten in beslag neemt. “De fiets is erg handig, iedere dag wordt daar gebruik van gemaakt”, lacht Lambert. “Kort nadat we hier kwamen, kregen we ook stroopwafels. Ik nam er een en heb daarna het hele pakje opgegeten. Daarna realiseerde ik dat het niet zo goed voor je is.”
“De taal is heel moeilijk, echt heel verschillend in vergelijking met Engels. In het begin begreep ik er helemaal niks van. Het is onmogelijk om Nederlands te spreken, mensen beginnen te lachen als ik een paar woorden probeer te zeggen. Ik kan nu wel een aantal voetbaltermen begrijpen”, zo klinkt een kanttekening. Na het ondertekenen van zijn eerste profcontract is het eerste doel logischerwijs om uit te groeien tot basisspeler bij Den Bosch, maar Lambert droomt stiekem van grotere stappen binnen Nederland. “Er zit veel tijd en hard werk in dit contract, dus dit vormt een beloning. Het is ook een opluchting, omdat alles een beetje onzeker was door de coronacrisis. Mijn doel is om basisspeler te worden bij Den Bosch, om meer speeltijd en wedstrijden te krijgen. Dan zien we daarna wel wat er gebeurt.”