‘Ik kwam hier bij een topclub, in Nederland was dat een subtopper geworden’
Nederlandse profvoetballers zijn in alle uithoeken van de wereld te vinden, van de spotlights van de grote Europese competities tot de meer avontuurlijke dienstverbanden op andere continenten. In de rubriek Over de Grens spreekt Voetbalzone wekelijks met een speler die buiten de landsgrenzen actief is. Met deze keer aandacht voor Caner Cavlan, die inmiddels een halfjaar in dienst van de Oostenrijkse topclub Austria Wien achter de rug heeft.
Door Chris Meijer
Caner Cavlan stond wel even te kijken toen hij zich in januari in het kantoor van trainer Christian Ilzer meldde. De 28-jarige vleugelverdediger, de positie waar hij praktisch zijn gehele loopbaan heeft gespeeld, had een wat moeizaam eerste halfjaar achter de rug bij Austria Wien en kwam de laatste weken voor de winterstop nauwelijks in actie. “In de laatste weken voor de winterstop had ik moeite om hier te zijn, het was niet makkelijk. Ik ergerde me aan de mentaliteit, dat je met drie passes bij het doel van de tegenstander moet zijn”, bekent Cavlan. Er was concrete belangstelling voor hem vanuit Nederland en Turkije. Van ‘mooie clubs’, zoals hij het zelf noemt. “Toen ben ik naar de trainer toegestapt en heb ik aangegeven: ‘Luister, het is beter dat ik naar een vertrouwde omgeving ga, waar de speelstijl wel goed bij me past’. Hij zei: ‘Oké, Caner, rustig. Ik heb iets in mijn hoofd met jou, ik wil je na de winterstop als vleugelaanvaller proberen’. Het vertrouwen van de trainer heeft me overgehaald te blijven, want ik wil laten zien dat ik hier succesvol kan zijn en deze positie biedt me een geweldige uitdaging. Ik heb net mijn plek gevonden, dan wil je ook nog niet weg. Mijn vrouw en kinderen vermaken zich hier, dus ik ga nog minimaal een halfjaar knallen. Als ik dat doe, kunnen er mooie dingen ontstaan.”
Door zijn carrièreverloop ligt Cavlan niet meer wakker van dergelijke situaties. Een kleine zes jaar geleden zag het er niet eens naar uit dat hij het profvoetbal zou halen. Cavlan had de jeugdopleiding van De Graafschap doorlopen, maar een doorbraak in het eerste elftal leek mede door een zware liesblessure in rook op te gaan. De clubleiding had al praktisch afscheid van hem genomen, tot Jan Vreman daar een stokje voor stak. Door hem kon Cavlan toch bij De Graafschap blijven, al verdiende hij vrijwel niets omdat de club geen geld had voor een contract. Er werd een constructie met het UWV bedacht, waardoor Cavlan verplicht was om wekelijkse verschillende sollicitatiebrieven te versturen. “Iedere speler heeft zijn eigen verhaal. Dat van mij is dat ik een zware periode heb gehad, waarin ik op de bodem zat. Bij De Graafschap was ik voor erbij, ze boden me niks aan. Jan Vreman heeft me toch die kans gegeven, omdat hij vertrouwen in me had.”
Cavlan betaalde het vertrouwen van Vreman al snel dubbel en dwars terug, want in seizoen 2014/15 hielp hij De Graafschap als vaste basisspeler met zes doelpunten en zeven assists aan promotie naar de Eredivisie. Zelf hield hij aan de succesvolle jaargang een fraaie persoonlijke promotie over, want een klein jaar nadat een profcarrière nog een utopie leek, haalde sc Heerenveen hem weg uit Doetinchem. In Friesland begon hij onder Dwight Lodeweges en later Foppe de Haan nog als basisspeler, maar na de komst van Jurgen Streppel moest hij het voornamelijk stellen met een reserverol. Na huurperiodes bij Sanliurfaspor en Boluspor op het tweede niveau in Turkije (‘Ik voelde me daar goed en ik sprak de taal’) volgde anderhalf jaar geleden een definitief vertrek uit Heerenveen met een overstap naar FC Emmen. Een bewuste keuze, zo legt Cavlan uit. “Ik geloofde al in mezelf voordat ik naar FC Emmen ging, dus ik wilde daarom wel wat salaris inleveren en mezelf op de kaart zetten.”
Bij de promovendus kreeg hij gelijk, want met vier doelpunten, acht assists én directe handhaving in de Eredivisie speelde Cavlan zich concreet in de kijker. “Ik was er uiteindelijk wel over uit dat ik Nederland zou verlaten, want je moet ook een beetje geld verdienen en dat kan je beter in het buitenland doen. Ik kwam bij een topclub in Oostenrijk, in Nederland was het waarschijnlijk een subtopper in de Eredivisie geworden. Feyenoord, Ajax of PSV was het voor mij niet geworden”, klinkt het realistisch. Er was tevens de nodige belangstelling vanuit Turkije, al legde hij dat bewust opzij. “In Turkije had ik meer kunnen verdienen en het voelt daar goed, maar de trainer kan zo binnen een paar weken ontslagen worden. Je hebt geen zekerheid, in een seizoen kan je zomaar vier trainers hebben. Dat wilde ik even niet. Ik ging destijds bijvoorbeeld naar Boluspor voor Fuat Capa, die ken ik wel een beetje. Na een paar weken was hij alleen weer weg en kwam er een ander. Toen dacht ik: dat gaat totaal anders dan in West-Europa. Hetzelfde geldt overigens voor Oost-Europa, ik houd van een beetje vastigheid. Tenzij er gekke bedragen op tafel komen, dan pak je dat gewoon aan.”
De keuze van Cavlan viel uiteindelijk al snel, bewust voor het begin van de voorbereiding, op Austria Wien, met 24 titels een absolute topclub in Oostenrijk. Die Veilchen eindigden vorig seizoen als vierde, waarmee een plaats in de voorronde van de Europa League werd afgedwongen. Cavlan moest overigens die duels in de derde voorronde met Apollon Limassol (1-2 en 3-1 nederlaag) aan zich voorbij laten gaan wegens een blessure “Austria was overtuigend: ze wilden me heel graag hebben, hadden me gevolgd en alles verliep heel goed. Ze wisten wat voor speler ik was en hadden beelden bekeken, het voelde heel goed en vertrouwd. Er was heel veel interesse, maar door de gesprekken met Austria raakte ik direct overtuigd.” Cavlan raakte ook onder de indruk van het Franz Horr Stadion en de faciliteiten, die volgens hem ‘klasse’ uitstralen. “Dat zit in de details: van de wc’s tot de straatlantaarns. Alles is heel strak. Dit is een grote club in Oostenrijk, je bent hier groen of violet. Die rivaliteit met stadgenoot Rapid Wien is heel heftig, zeker weten. Dat is mooi, ik houd daarvan.”
Merk je dat het spelen voor een topclub ook een keerzijde heeft? Ik kan me voorstellen dat er de nodige ontevredenheid is over de huidige zevende plaats, bijvoorbeeld.
“Als het even niet draait, komt er wel even iemand van boven om de boel te bespreken. De laatste tijd zijn er niet zoveel successen behaald en daar wordt wel naar gesnakt, ondanks dat er nauwelijks valt op te boksen tegen Red Bull Salzburg. Dat is gewoon een Bundesliga-club, daar kan je niks tegen doen. Ik zou liegen als ik zeg dat het niet onrustig is geweest, want het is wel de bedoeling dat wij in de top drie eindigen. Je merkt dat het invloed heeft gehad op de trainer (Ilzer kwam voorafgaand aan dit seizoen over van Wolfsberger, red.), hij is eigenlijk vrijwel de hele eerste seizoenshelft zoekende geweest naar het juiste systeem en bepaalde vastigheden. Er werd veel gerouleerd met spelers, het was in mijn ogen wat chaotisch vergeleken met wat ik gewend was. In de laatste weken voor de winterstop is het wat stabieler geworden en werd er een vast systeem gehanteerd.”
Heeft dat het voor jou moeilijker gemaakt om je plek te vinden?
“Het team draait niet en als je ook nog eens nieuweling hier binnen komt, maakt dat het er inderdaad niet makkelijker op. Ik ben sowieso iemand die even de tijd nodig heeft als hij uit zijn vertrouwde omgeving weggaat. In de eerste maanden moeten er ook nog allerlei dingen buiten het veld geregeld worden, bijvoorbeeld een woning en een school voor de kinderen. Ik heb de eerste twee maanden in een hotel gewoond, dat was ook niks. Dan moest ik het hotel uit om buiten te gaan eten. Dat heeft twee maanden geduurd en uiteindelijk kwam mijn gezin over, dan heb je stabiliteit. Dat is voor mij wel belangrijk: een vast ritme, op tijd slapen, thuis koken, zulke dingen. Dat kon ik pas na drie maanden vinden.”
Heeft dat invloed gehad op het veld?
“In zekere zin wel, ik voel me nu op mijn gemak. Ik sprak nog geen Duits, de mentaliteit kende ik nog niet. Nu weet ik hoe ik iedereen moet benaderen en aanspreken, ook binnen de club. Maar ook wat er van me op het veld verwacht wordt. Het voetbal is heel anders dan ik in Nederland gewend was. Je komt toch een ander soort mentaliteit tegen, in Nederland gaat alles met de bal. Er wordt altijd in balbezit gedacht, alle oefeningen gaan met de bal. Dat is hier wel even anders, er wordt voornamelijk gedacht vanuit balverlies: hoe moet je staan als je de bal kwijtraakt? Pressing, de nadruk ligt vooral op het verdedigende aspect en rennen als je de bal kwijtraakt. Het heeft wel even geduurd voordat ik gewend was, want ze willen het tegenovergestelde van wat er in Nederland van me verlangd werd.”
“Ik wist dat het eerste halfjaar in het teken zou staan van wennen, dat had ik ingecalculeerd en hoort er nu eenmaal bij als je naar het buitenland gaat. Nu zit ik echt op mijn plek, moet ik zeggen. Ik ken alles, weet hoe alles werkt. Mijn rugzak is ook wel gevuld met ervaringen in de eerste seizoenshelft”, gaat Cavlan verder. Na de winterstop ligt het in de lijn der verwachtingen dat hij in de voorste linie van Austria Wien terug te vinden is, daar hij in de eerste wedstrijd van de tweede seizoenshelft tegen SCR Altach (2-2) een basisplaats had. “Het beviel de trainer heel goed en hij wil me graag daar zien, dus daardoor ben ik nu aanvaller geworden. Dat had ik totaal niet verwacht, want de laatste jaren was ik een aanvallende linksback. We hebben veel formaties gespeeld en volgens de trainer kan ik als vleugelaanvaller het best uit de voeten. Ik scoorde veel in de voorbereiding op de tweede seizoenshelft, het is me wel goed bevallen. Op deze positie kan je nog weleens je mannetje laten lopen en je bent dichter bij het doel. In het voetbal weet je nooit hoe het loopt. Het vormt een nieuwe uitdaging, je hebt andere doelstellingen. Eerst was het: mannetje uitschakelen en zoveel mogelijk voorzetten willen geven. Nu moet je kansen creëren, op doel schieten en scoren.”
Als vleugelaanvaller hoopt Cavlan in de tweede seizoenshelft uit te groeien tot de verrassing van de Oostenrijkse Bundesliga, waarin Austria Wien direct na de hervatting alles op alles zal moeten zetten om de play-off om het kampioenschap te bereiken. “Mijn kwaliteiten komen wel bovendrijven, zolang ik hard werk. Dat is mijn drive. Wat dat betreft ben ik rustig in mijn kop. Ik voel me fris en opgeladen, ik houd van uitdagingen en daar is nu sprake van. Het prikkelt me om zoveel mogelijk te scoren en kansen te creëren. Als je daarmee opvalt, weet je het maar nooit. Er gaan best veel spelers vanuit Oostenrijk naar Duitsland, dat triggert me. Mijn doel is om mezelf te laten zien en dan geloof ik erin dat ik ook nog een stap kan maken, eigenlijk”, klinkt het ambitieus. Als zijn ultieme droom ter sprake komt, verschijnt er een glimlach op het gelaat. “Dat is spelen voor een nationaal elftal, dat is het hoogst haalbare. Er zijn gekkere dingen gebeurd, je moet blijven dromen. Als je geselecteerd kan worden voor het EK, tja. Dat is iets waar je van kleins af aan al van droomt.”