'Ik kwam er vaak pas in als we een achterstand moesten wegwerken'
VENLO - Vraagtekens, Vraagtekens, Vraagtekens. Een toepasselijke afkorting op dit moment voor VVV-Venlo, dat na het plotselinge vertrek van de Belgische trainer Glen De Boeck niet zo goed weet welke weg het moet inslaan.
Interview door QASIM HAKIM
Een trainer aanstellen om alleen dit seizoen af te maken? Of iemand voor langere tijd? Doorgaan met het aantrekken van vele buitenlanders? Voorzitter Hai Berden zegt van wel, maar de opstelling van de laatste wee wedstrijden sprak boekdelen. Slechts drie spelers die over de landsgrenzen hun roots hebben liggen begonnen in de Limburgse derby tegen Roda JC en zaterdag in Nijmegen tegen NEC aan de aftrap. Scouts uit alle windstreken van Europa en daarbuiten zagen een buitengewoon dreigende Ahmed Musa acteren, maar aan de linkerkant van de aanval viel Yanic Wildschut ook in de smaak. Hij is groot, sterk, snel en heeft ook nog eens de beschikking over een goede techniek. Af en toen nog wat onstuimig, maar de geboren Amsterdammer begint steeds meer tekenen van volwassenheid te tonen. Met dank aan Glen De Boeck.
“Ik vind het erg jammer dat de trainer weg is”, zegt Wildschut. “Het kwam voor mij ook als een verrassing. Hij heeft me het vertrouwen gegeven en was tegelijkertijd ook eerlijk tegen mij. Nadat ik tijdens de start van het seizoen in de spits begon, belandde ik vervolgens op de bank.’’ De Boeck vond zijn pupil niet leven als een prof. “Ik moest volgens hem professioneler worden. Te vaak was ik in voor een dolletje tijdens trainingen. Dikwijls waren dat de verkeerde momenten. Daar werd ik door hem op gewezen, terecht overigens. Daarnaast moest ik meer op mijn gewicht gaan letten. Ik heb de aanleg om dikker te worden. Daarom ben ik op mijn voeding gaan letten en ben ik meer krachttraining gaan doen, zodat mijn massa omgezet wordt in spieren. Dankzij hem ben ik gaan leven als een echte prof.’’
De volgorde basis, bank, tribune kreeg zo een retour voor Wildschut. Inmiddels is hij niet meer weg te denken uit de basis van VVV. Goed gezien door het technische kader van de Venlose eredivisionist, omdat Wildschut vorig seizoen nog reserveklant was bij FC Zwolle en het slechts moest doen met invalbeurten. En dat deed hij met verve. In de bekerwedstrijd tegen FC Twente, op dat moment titelhouder van Nederland, was hij namelijk verantwoordelijk voor de late gelijkmaker. Het duel werd uiteindelijk verloren na het nemen van strafschoppen, maar dat deed niets af aan de prestatie van Wildschut. “Trainer Art Langeler paste een 4-2-3-1 systeem toe, waar ik volgens hem niet in paste. Ik kwam er meestal pas in wanneer we een achterstand moesten wegwerken. Ik ben een echte vleugelaanvaller.’’ Ondanks de geringe speeltijd hielden Eredivisieclubs hem dus wel nauwlettend in de gaten. Heracles, dat jaar in jaar uit talentvolle spelers naar Almelo haalt en deze meestal succesvol tot wasdom laat komen, had het vizier bijvoorbeeld gericht op Wildschut.
“Ik was onderweg naar Almelo, voor een gesprek toen ik werd gebeld door technisch directeur Bert Konterman. Hij vertelde mij dat VVV interesse had. Ik dacht: ‘praten kan altijd’.’’ Dat gebeurde ook: zowel Mario Captein als De Boeck stak een goed verhaal af richting Wildschut. “ADO Den Haag en De Graafschap toonden ook nog interesse en daarnaast kon ik bij FC Zwolle blijven. Maar VVV had mij overtuigd. Een kinderwens kwam uit: spelen in de Eredivisie.’’ De Boeck is inmiddels vertrokken, maar Yanic Wildschut voelt zich nog altijd als een vis in het water in Venlo. “Ik heb mijn draai gevonden. Dankzij De Boeck ben ik meer voor het voetbal gaan leven. Dat moet ook, want ik ben een bevoorrecht mens. Iedere dag sta ik op het veld mijn hobby uit te oefenen.’’