'Ik kon bijtekenen, maar wist dat ik bij Ajax nooit een kans zou krijgen'
Sergio Padt denkt dat hij er goed aan heeft gedaan, Ajax in de zomer achter zich te laten. De 21-jarige keeper gold jarenlang als een talent in Amsterdam, maar kreeg door de concurrentie van Maarten Stekelenburg en Kenneth Vermeer nooit de kans zich te laten zien. Op huurbasis bij Go Ahead Eagles maakte de doelman indruk en in de zomer ging hij in op een aanbieding van AA Gent. En hoewel hij daar nog geen officiële minuten maakte, heeft hij het goed naar zijn zin.
Zondag staat Padt meest waarschijnlijk voor zijn debuut bij de Belgen; Bojan Jorgacevic verkaste naar Club Brugge en tweede keeper Frank Boeckx is geblesseerd geraakt. Padt kwam met een conditionele achterstand naar de club, maar voelt zich fit genoeg om er zondag te staan tegen nota bene regerend kampioen Racing Genk. “Bij Jong Oranje zeiden ze dat ik enorm aan explosiviteit heb gewonnen. Je wilt spelen, maar niet op die manier. Zo snel kan het dus gaan, al hoorde ik nog niks, en de trainer beslist”, zegt hij zaterdag, één dag voor het duel, aan Het Nieuwsblad.
In de jeugd van Ajax kreeg Padt complimenten, maar bij het eerste wachtte hij tevergeefs op een kans zich te laten zien. “Ik kon bijtekenen, maar wist dat ik nooit een kans zou krijgen. Velen zeggen dat ik op Edwin van der Sar en Stekelenburg lijk. Vooral Stekelenburg is mijn grote voorbeeld. Als ballenjongen stond ik altijd achter zijn doel, vanaf mijn zestiende mocht ik zelfs met hem meetrainen”, aldus Padt, die tot 2015 tekende in Gent.