voetbalzone

‘Ik kijk hoe Haller het doet, maar heb niet de ballen om op hem af te stappen’

Dominic Mostert20 nov 2021, 19:15
Laatst bijgewerkt: 20 nov 2021, 19:15
Advertentie

Voor Max de Waal kon het seizoen niet beter beginnen. De aanvallende middenvelder van Jong Ajax kwam vorig seizoen voornamelijk vanaf de bank, maar heeft deze jaargang verrassend zijn kans gegrepen als spits. Hij kwam al acht keer tot scoren in veertien wedstrijden, wat hem onder meer de prijs voor beste talent van de eerste periode uit de Keuken Kampioen Divisie opleverde. In gesprek met Voetbalzone vertelt De Waal over zijn ontwikkeling.

De negentienjarige speler uit Hoorn werd in 2013 door Ajax opgepikt en tekende in december 2020 zijn eerste contract. In zijn debuutwedstrijd voor Jong Ajax scoorde hij al een paar minuten nadat hij het veld betrad een mooie goal tegen de leeftijdsgenoten van Jong PSV, waarna hij zich in de luwte doorontwikkelde met invalbeurten. Dit seizoen heeft De Waal door het vertrek van Brian Brobbey naar RB Leipzig en het aansluiten van Danilo bij Ajax 1 een kans gekregen in de spits. “Ik kwam binnen als middenvelder en ben daar ook voor opgeleid. Het laatste jaar mocht ik het echter proberen in de spits, wat ik eigenlijk nog leuker vind.”

Het heeft De Waal vooralsnog geen windeieren gelegd, al vindt hij dat zijn teamgenoten ook een compliment verdienen. “We hebben een hele goede lichting. De sfeer is leuk en we doen het hartstikke goed in de competitie (Jong Ajax staat momenteel zesde, red). Onze lichting had ook nog spelers als Ki-Jana Hoever, Brian Brobbey, Ryan Gravenberch en Devyne Rensch, die nu zijn vertrokken of doorgeschoven.” Bovendien krijgt ook zijn coach John Heitinga een pluim: “Hij weet wat hij wil en wat wij kunnen, daar speelt hij erg goed op in. Hij is serieus, maar kan ook grapjes maken. Daardoor hangt er een leuke sfeer.”

Het talent is opvallend kritisch op zichzelf als hij het heeft over zijn mogelijke toekomst in Ajax 1. “Je hoopt natuurlijk zo snel mogelijk aan te sluiten. Het is een droom om naartoe te werken. Maar eerst moet ik nóg meer een killer worden in het zestienmetergebied, beter meevoetballen en meer betrokken zijn bij het spel. In het eerste speelt Sébastien Haller. Je kijkt toch een beetje hoe hij dat doet, qua aannames en vrijlopen. Ik stap alleen niet op hem af, zoveel ballen heb ik niet.”