‘Ik kan hier net zoveel van genieten als de onbezorgde tijd bij Feyenoord’
Nederlandse profvoetballers zijn in alle uithoeken van de wereld te vinden, van de spotlights van de grote Europese competities tot de meer avontuurlijke dienstverbanden op andere continenten. In de rubriek Over de Grens spreekt Voetbalzone wekelijks met een speler die buiten de landsgrenzen actief is. Met deze keer aandacht voor Nino Roffelsen, die na jaren van pech in dienst van het Finse RoPS Rovaniemi toch is doorgebroken in het profvoetbal.
Door Chris Meijer
The Official Hometown of Santa Claus: zo prijst het plaatselijke VVV-kantoor van Rovaniemi de hoofdstad van Fins Lapland aan op het internet. “Je hebt hier inderdaad het dorp van de kerstman, daar ben ik één keer geweest. Het is leuk om een keer heen te gaan, maar dat is het. Nu is er geen sneeuw te zien, de slee staat nog opgeborgen”, lacht Nino Roffelsen. Wie bij Fins Lapland een beeld voor zich krijgt van temperaturen die zo diep zakken dat normale thermometers ze niet kunnen meten, eindeloze sneeuwvlaktes en arrensleeën komt momenteel bedrogen uit. Sterker nog, Roffelsen heeft voor de afgelopen maanden zelfs een airco moeten aanschaffen. Tussen eind mei en begin augustus gaat in Rovaniemi de zon geen moment onder.
“Het heeft wel echt invloed op je slaapritme, want je moet je best doen om het donker te maken in je slaapkamer. Als je ziet dat het om je heen donker wordt, denk je automatisch: ah, het wordt donker. Tijd om te slapen. Toen het heel de dag licht bleef, had ik niet echt de behoefte om te slapen. Daardoor werd ik niet echt moe, zeg maar”, legt de 23-jarige Roffelsen uit. Hoe anders was de situatie toen hij een klein jaar geleden aankwam in Finland. In de winter zijn de zonuren schaars en kijkt men niet raar op van temperaturen van twintig of dertig graden onder nul. “In het begin was het wel even wennen, toen was het echt fris. Vooral ‘s ochtends als je de deur uitloopt is het wel andere koek. Maar we trainden in een indoorhal, dus je merkte daardoor verder weinig van de kou.”
Voetballen op de poolcirkel: het is een avontuur dat Roffelsen in januari van dit jaar met beide handen aangreep na jaren van tegenspoed. Tot zijn negentiende beleefde de middenvelder een relatief onbezorgd voetballeven. Roffelsen maakte tien jaar deel uit van de jeugdopleiding van Feyenoord, tot hij de boodschap kreeg dat hij moest vertrekken. “Feyenoord had geen beloftenteam en de stap naar het eerste was te groot, waardoor ik ben vertrokken. De periode bij Feyenoord is de mooiste tijd uit mijn leven geweest. Het was best lastig om daar weg te gaan, dat de situatie veranderde. Alles was vrij onbezorgd. Ik ben realistisch genoeg om te zeggen dat ik nooit een exceptioneel groot talent ben geweest. Maar ik wist dat er een goede kop op zat bij mij, ik heb er iedere dag het maximale uitgehaald en ik denk dat je daar ook ver mee kan komen. Ik ben het type jongen dat als eerste op de club komt en als laatste weer weggaat. Mede dankzij mijn mentaliteit ben ik altijd wel weer komen bovendrijven. Dat is wel de reden dat ik nog voetbal. Ik ben doorgegaan waar anderen zouden stoppen, denk ik.”
Roffelsen maakte de overstap naar ADO Den Haag en kende daar een goede start, want in de voorbereiding draaide hij nog mee met het eerste elftal. Tot hij last kreeg van zijn hiel. “Dat bleek hielspoor te zijn, een beetje een vage blessure. Bij mij is ‘ie hardnekkig geweest, want ik heb twee jaar niet kunnen voetballen.” Toen Roffelsen na twee jaar weer fit was, kreeg hij de kans om aan te sluiten bij Jong Sparta Rotterdam. Kort voor competitiestart kreeg hij een blindedarmontsteking. “Ja, ook ongelukkig”, verzucht hij. “Uiteindelijk ben ik basisspeler geworden en speelde ik veel, maar in maart werd alles stilgelegd vanwege corona. In april werd ik 22, waardoor ik te oud was voor een beloftenteam en moest vertrekken.”
“Het leek mij wel een goede vervolgstap om wellicht ergens in de Keuken Kampioen Divisie aan de slag te gaan. Dat was lastig. Niet alleen vanwege corona, maar ook door mijn persoonlijke situatie. Ik had in de drie voorgaande seizoenen maar een handjevol wedstrijden achter mijn naam, dus ik was gewoon niet interessant genoeg. Hard gezegd, maar door mijn blessure was ik uit het zicht verdwenen en min of meer afgeschreven in Nederland”, gaat Roffelsen verder. Er speelden in de zomer van het vorige jaar wel wat dingen, bijvoorbeeld in Engeland. Door de coronapandemie werd dat alleen nooit concreet. Uiteindelijk zag hij geen andere mogelijkheid dan zichzelf maar in te schrijven bij tweededivionist Noordwijk.
“Eerlijk gezegd zag ik een stap naar de amateurs niet zitten, omdat iets in mij zei dat het nog niet klaar was. De afgelopen jaren heb ik gewoon veel pech gehad. Ik wil niet zeggen dat ik anders wel al was doorgebroken in Nederland, maar het heeft wel een rol gespeeld. Het vuurtje om nog te slagen als profvoetballer brandde nog steeds. Ik ben er altijd een soort van in blijven geloven, ik heb er altijd alles voor gedaan en gelaten en was al zo lang bezig met investeren. Ik wist dat ik het in me had. Ja, ik werd ouder. Maar tegelijkertijd had ik het idee dat er bij mij nog rek in zat. Alleen ik had geen andere keuze en zou ik anders zonder club komen te zitten. Ik heb bij Noordwijk meegetraind, tot dit avontuur kwam.” Via een Portugees contact kwam RoPS op zijn pad. De tweevoudig bekerwinnaar speelde twee seizoenen geleden nog in de voorronde van de Europa League, maar was nu net na een barslecht seizoen gedegradeerd vanaf het hoogste niveau van Finland.
Wist je verder iets van de club of de stad?
“Nou, eigenlijk hetzelfde wat jij min of meer weet. Ik had mijn research gedaan en wist dus dat de club een héél slecht seizoen had gehad. Maar een jaar eerder speelden ze nog Europees voetbal en dit is best een gevestigde club in Finland. Dus ja, ik zag wel mogelijkheden om hier aan de slag te gaan. Om iedere dag te trainen, mezelf te ontwikkelen en zo alles eruit te halen. Ik had niks te verliezen, dus ik ben gewoon gegaan.”
In hoeverre heeft dat uiteindelijk uitgepakt zoals je verwacht of gehoopt had?
“Ik denk eigenlijk nog beter. Mijn doel voor ik hierheen kwam was om een seizoen volledig mee te draaien en mezelf in de kijker te spelen voor een eventuele vervolgstap. We lopen nu tegen het einde van het seizoen aan en ik ben in dat opzicht aardig op weg. Ik heb mezelf ontwikkeld, speel alles, ben belangrijk als een van de aanvoerders en we staan bovenaan: wat dat betreft had deze stap niet veel beter kunnen uitpakken. Vanaf het begin voel ik vertrouwen en na drie wedstrijden kreeg ik al de aanvoerdersband, dus dat was wel een teken dat ze tevreden waren.”
Als een van de slechts vijf buitenlanders in de selectie direct tot aanvoerder gekozen worden: dat is best opvallend.
“Ik denk dat het er iets mee te maken heeft dat de Finse jongens wat stiller zijn, dat merk je wel op het veld. Ik ben wel iemand die het voortouw kan nemen, in verbaal opzicht. Dus dat is wel een reden dat ik snel de aanvoerdersband heb gekregen, denk ik.”
Heeft dat cultuurverschil het niet wat moeilijker gemaakt om daar je plek te vinden? Het zal dan toch even hebben geduurd voordat het ijs gebroken was met je teamgenoten?
“De Finse jongens zijn iets rustiger, iets meer down to earth als ik dat vergelijk met een Nederlandse kleedkamer. Dat vind ik niet erg. Ik ben zelf een vrij nuchtere jongen en je merkte in het begin dat jongens niet echt een gesprekje in de kleedkamer opzoeken. Maar dat is niet per se iets waar ik moeite mee heb gehad. Ik heb eerder moeten wennen aan het reizen.”
Daar ontkom je vanuit Rovaniemi inderdaad niet aan.
“Wij zitten naar een uitwedstrijd al gauw tien uur in de bus. Ik kan me nog wel een van de eerste uitwedstrijden van het seizoen herinneren, daarin pakte onze centrale verdediger na vijf minuten een rode kaart en kwamen we heel snel achter. Toen dacht ik: jezus, hebben we hier nu tien uur voor in de bus gezeten? Dat is ook geen optimale voorbereiding.”
Hebben die reizen geen invloed op je prestaties?
“Het heeft een beetje met locatie te maken waar je speelt, toevallig hebben we de afgelopen tijd veel in de buurt van Helsinki gespeeld en dat is goed bereikbaar met de trein. Dan pakken we de nachttrein, vertrekken we rond zeven uur ‘s avonds vanaf Rovaniemi en komen we om zeven uur ‘s ochtends in Helsinki aan. Je kunt dan een nacht gewoon redelijk goed slapen, dus dat is een stuk beter te doen dan de bus. Bovendien kunnen we daarna in het hotel nog twee of drie uurtjes slapen voor we gaan ontbijten en blijven we daar de hele dag voor de voorbereiding en de lunch. Ik ben zelf wel iemand die de knop makkelijk om kan zetten als de voorbereiding net even anders is dan je gewend bent.”
Heb je dat niet sowieso moeten doen? De eerste bekerwedstrijden van het seizoen worden tenslotte bijvoorbeeld indoor gespeeld.
“Ik heb me ook wel snel aangepast aan het indoorvoetbal. Als je een week daarin hebt getraind, ben je er wel aan gewend. Voetballend is het hier wel echt goed, maar de manier van spelen is wat anders. Veel ploegen spelen 5-3-2, wij ook. Het is wat minder fysiek dan de Nederlandse competities, mede doordat er minder is toegestaan door de scheidsrechters. Veel wedstrijden worden beslist door standaardsituaties. Ik heb het echt goed naar mijn zin. Eigenlijk had dit avontuur tot nu toe niet beter uit kunnen pakken.”
Kun je van je tijd in Finland nu net zo genieten als van de onbezorgde tijd die je bij Feyenoord hebt gehad?
“Op dit moment kan ik hier net zoveel van genieten als de onbezorgde tijd bij Feyenoord, ja. Ik zit in een goede flow en daar krijg je zoveel positieve energie van. Natuurlijk is het af en toe vervelend dat je niet bij je ouders, vriendin en vrienden kunt zijn, maar je krijgt er zoveel voor terug. Deze stap is het tot nu toe dubbel en dwars waard geweest.”
De vraag is waar de toekomst van Roffelsen ligt, aangezien zijn contract bij RoPS aan het einde van dit kalenderjaar afloopt. “Natuurlijk ben ik daar langzaam mee bezig, maar de club is nog niet duidelijk geweest. Ik denk dat ze er wel positief in staan. Maar ze weten nog niet of we gaan promoveren en welke financiële middelen ze volgend jaar hebben. Ik denk dat het laat besloten gaat worden, maar ik zou wel een vervolgstap willen maken. Voor mijn gevoel sta ik wel iets meer op de radar, hier en daar hoor ik wel positieve dingen”, vertelt hij. RoPS ligt momenteel op koers om weer terug te keren naar het hoogste niveau van Finland. De club gaat aan de leiding in het reguliere seizoen - dat in Finland over het kalenderjaar loopt - van de Ykkönen. Na 22 wedstrijden gaan de beste zes ploegen nog één keer tegen elkaar spelen in een kampioensronde.
“Als we promoveren zou ik het zeker als een optie zien om hier te blijven”, knikt Roffelsen. “In Finland ben ik een bepaalde naam aan het opbouwen en hopelijk kan dit leiden tot een volgende stap. Het is een mooi land om te wonen en een stap naar de Veikausliiga zou niet verkeerd zijn. Maar daar wil ik me niet alleen op focussen. Een stap naar de Keuken Kampioen Divisie zou ook realistisch zijn. Terugkeren naar Nederland is altijd nog een optie. Als ik een goed seizoen heb gedraaid, goed gespeeld heb en belangrijk ben geweest: waarom zou het niet kunnen?”