‘Ik kan daarin mee en me onderscheiden dankzij mijn Ajax-achtergrond’
Nederlandse profvoetballers zijn in alle uithoeken van de wereld te vinden, van de spotlights van de grote Europese competities tot de meer avontuurlijke dienstverbanden op andere continenten. In de rubriek Over de Grens spreekt Voetbalzone wekelijks met een speler die buiten de landsgrenzen actief is. Met deze keer aandacht voor Johan Kappelhof, die inmiddels alweer een kleine vijf jaar voor het Amerikaanse Chicago Fire speelt.
Door Chris Meijer
Op het moment dat Voetbalzone Kappelhof aan de lijn krijgt, moet hij zich in eerste instantie verontschuldigen. Chicago Fire heeft onverwachts een coronatest op het programma gezet, zo legt de dertigjarige verdediger een klein uurtje later uit. Alleen als er om de twee dagen getest wordt, mag er voorlopig getraind worden. “Gelukkig is er nog niemand positief getest, als een van de weinige teams. Tja, het is voorlopig een absurd jaar.” Het is een zinsnede die Johan Kappelhof een aantal keer tijdens het gesprek herhaalt, de ene keer met een kleine zucht en de andere keer met een glimlach. Voor iedereen die de afgelopen maanden niet onder een steen heeft geleefd, voelt de opmerking misschien enigszins als een understatement. Maar voor Kappelhof is het in meerdere opzichten een opmerkelijk seizoen, zelfs nu het voetbal ook in de Verenigde Staten hervat is.
Toen zoals op zo’n beetje de hele wereld halverwege maart het voetbal in de Verenigde Staten kwam stil te liggen, ging Kappelhof met zijn gezin in Chicago in quarantaine. Tijdens het individueel trainen aan de hand van het door zijn werkgever opgestelde schema, liep hij een spierscheuring op. “En ik ben in de vijf jaar dat ik hier ben nog nooit geblesseerd geweest”, lacht Kappelhof. “Het was best een zware blessure. Maar ik kon geen behandeling krijgen, dus alles ging via videocalls. Toen we eenmaal weer gingen trainen, was ik wel alweer bijna fit. Maar uiteindelijk heb ik weer een terugslag gehad, wat logisch is als je geen behandeling kunt krijgen.” Door de blessure en een privékwestie waarvoor hij een aantal dagen terug moest naar Nederland, moest Kappelhof het zogenaamde MLS is Back-tournament op het Walt Disney World Resort in Orlando aan zich voorbij laten gaan. “Voor mij was het apart, omdat je lang al niet samen getraind had en het team ineens weer speelde zonder mij. Het spelen van wedstrijden mis ik, want dat was al maanden geleden. Maar om daar in een bubble te zitten, niks te kunnen doen en opgesloten te zitten in een hotel, daar zag ik wel tegenop. Dat hoefde nu niet.”
Het is inmiddels alweer bijna vijf jaar geleden dat Kappelhof aan de andere kant van de Atlantische Oceaan terechtkwam. “Nee, ik had zeker niet verwacht dat het hier zo goed zou bevallen. Voor je het weet, zit je hier ineens al bijna vijf jaar”, bekent Kappelhof, terwijl de mondhoeken omhoog krullen. Toen zijn zaakwaarnemer in januari 2016 op de proppen kwam met een aanbod van Chicago Fire, stond hij er aanvankelijk behoorlijk sceptisch in. Kappelhof had op dat moment nog een contract voor anderhalf jaar bij FC Groningen en dacht voorzichtig al wel aan een zomerse transfer. “Mijn zaakwaarnemer kwam eerst met een Deense club, daar zei ik direct ‘nee’ tegen. Een paar dagen later had hij ineens een Amerikaanse club. ‘Dat is niet echt het team of het land waar ik naartoe wil’, antwoordde ik.”
Waardoor was dat niet de keuze die je op dat moment voor ogen had?
“Ik had altijd wel in Engeland willen spelen, zoiets. Een mooie competitie. Toen kwam de MLS ineens en dat is toch iets heel anders, ook qua afstand met familie. Ik volgde de competitie helemaal niet en ik was nog nooit in Amerika geweest. Een paar dagen later belde mijn zaakwaarnemer weer en zei hij: ‘Ze willen je echt graag hebben, misschien is het een idee om eens te praten met de trainer en de general manager’. Dat heb ik gedaan en ik merkte dat ze me graag wilden hebben, er werd een interessant plaatje geschetst. Ik ben het met mijn vrouw gaan bespreken en uiteindelijk heb ik het gedaan, want je weet nooit wanneer je weer zo’n kans krijgt.”
Wat heeft je uiteindelijk over de streep getrokken?
“Ze vertelden dat de competitie groeiende was. Ik dacht dat ik uit beeld zou raken voor Europese clubs, maar zij verzekerden me dat er ook in Amerika gescout werd. De club had het in de jaren daarvoor niet goed gedaan en ze wilden een nieuw team opbouwen, met mij als belangrijke pion. Ze volgden mij al een tijdje en vonden me een goede voetballer, dat maakte me ook wel enthousiast.”
Je kwam praktisch tegelijk met John Goossens en Michael de Leeuw in Chicago terecht, hoe was dat?
“Dat was de mooiste tijd, eigenlijk. Iedere stad waar ik in het begin heenging, was speciaal. Dan speelden we in New York en gingen we even naar Times Square of naar het Witte Huis in Washington, als we tijd overhadden. Alles was nieuw. Met Michael en John ging ik voor iedere uitwedstrijd even in de stad kijken, we hadden samen die honger. Omdat we zoveel vrije tijd hadden, was het ook een soort afleiding. Nu ben ik een soort van in mijn eentje, ze hebben me verlaten. Dat vind ik wel jammer, ik mis ze wel hier. We hadden een speciale tijd, het is wel bijzonder dat je met z’n drieën in één Amerikaans team zit. We hebben nog steeds contact, het was mooi dat we dat konden delen.”
Hoe was jouw eerste indruk van het Amerikaanse voetbal?
“De stadions, de sfeer: ik had niet verwacht dat het zo zou leven als in Nederland. Je denkt toch dat basketbal en honkbal groter zijn in Amerika. Maar er zijn hier een aantal clubs waar de fans heel fanatiek zijn en het altijd uitverkocht is. Er is heel veel respect voor atleten, je wordt niet zomaar uitgefloten door je eigen supporters. Dat vond ik heel mooi, omdat dat bij Groningen en in Nederland anders was. Ze blijven hier komen als het slecht gaat, ik vind het mooi dat het positief blijft.”
Dat de komst van een grote naam het nodige losmaakt, maakte Kappelhof in 2017 van dichtbij mee. Bastian Schweinsteiger koos er na voor Bayern München en Manchester United te hebben gespeeld voor om de laatste jaren van zijn loopbaan bij Chicago Fire door te brengen. “In de stad zag je veel shirtjes met zijn naam achterop en er werd veel reclame gemaakt, het ging wat meer leven. Dat kwam door de persoon Schweinsteiger. In het begin was het stadion vaak uitverkocht en we presteerden ook goed, maar het werd daarna wat minder”, vertelt Kappelhof over de komst van de 121-voudig Duits international. “Ik heb super veel van hem geleerd, als voetballer was hij een legende. Maar ook als persoon. Ik weet niet wat je moet denken van zo’n speler, maar hij was echt een persoonlijkheid en heel makkelijk in de omgang. Hij had alles al gewonnen, maar het deed hem echt iets als we verloren. Continu was hij bezig met de tactiek en andere spelers.”
Schweinsteiger was niet de enige legende met wie Kappelhof in de Verenigde Staten samenspeelde, want hij werd in 2017 als eerste Nederlander ooit opgenomen in het MLS All Star-team. Aan de zijde van onder meer Kaká, Sebastian Giovinco en David Villa speelde Kappelhof met het team van beste spelers uit de Amerikaanse competitie een oefenwedstrijd tegen Real Madrid. “Dan zit je ineens in de kleedkamer met die gasten die zoveel hebben bereikt in hun carrière. Dat was een mooie ervaring, zeker. En we speelden tegen een mooie tegenstander, met Real Madrid. Het is zo snel gegaan, weet je. Het was een bekroning op dat seizoen, maar ik zie het niet echt als hoogtepunt. Ik had na de wedstrijd een onderonsje met Marco Asensio, ik had zijn shirt bemachtigd. Ik had niet eens door dat hij Nederlands was, daar kwam ik later achter. Ik vond hem gewoon een goede speler, hij kwam toen net door bij Real Madrid.”
Merk je dat de invloed van grote namen die hun laatste jaren in de MLS komen spenderen langzaam afneemt?
“De hele competitie kijkt meer naar jongere talenten, die nog kunnen groeien. Je ziet bijvoorbeeld de nodige jongens uit Zuid-Amerika rondlopen. Als je een combinatie hebt van ervaren Europese spelers en jonge talenten, is dat het beste. Je moet niet alleen voor die sterspelers gaan, al hebben die natuurlijk wel een invloed op de bekendheid van de MLS. Toen ik vijf jaar geleden naar Chicago ging, waren er nog geen Nederlanders en werd het nog niet uitgezonden op FOX. Dat is nu heel anders, de stap om naar Amerika te gaan, is wat kleiner geworden. Er is meer over bekend, er wordt meer over gesproken en de competitie heeft in vijf jaar een hele goede groei doorgemaakt. Het maakt de stap voor Europese spelers kleiner, denk ik.”
Heb je die ontwikkeling in de praktijk teruggezien bij Chicago Fire?
“In het begin zaten er nog veel Amerikaanse spelers, maar door de jaren heen zijn ze hogere salarissen gaan betalen en zijn er meer buitenlandse spelers bijgekomen. De jongere spelers die nu aansluiten zijn kwalitatief veel beter dan vijf jaar geleden. Het voetbal wordt steeds groter, het is de snelst groeiende sport in Amerika. De jongste generatie gaat met zijn ouders naar het stadion en die beleving wordt steeds sterker, dat mensen zich echt verbonden voelen met een club. Vooral in Chicago Fire zit nog heel veel potentie. We zouden eigenlijk dit seizoen in Soldier Field (het aanvankelijk voor American football gebouwde stadion in Chicago dat plaats biedt aan 65.000 toeschouwers, red.) spelen, dat zou zeker al schelen. Het vorige stadion lag veertig minuten buiten de stad. De eigenaar wil de club terugbrengen naar de stad, zodat meer mensen zich verbonden gaan voelen met Chicago Fire. De beleving is bij bijvoorbeeld Seattle Sounders heel anders, Seattle is wel echt een voetbalstad. In Chicago heb je ook nog basketbal, twee honkbalclubs, ijshockey, American football: je hebt zoveel keuze. Daar moet je allemaal mee concurreren.”
Wat maakt het dat jij het al zolang volhoudt in de Verenigde Staten?
“De competitie is op mijn lijf geschreven, het past heel goed bij me. Het gaat veel op en neer, het voetbal is best fysiek. Ik kan daarin mee en kan me onderscheiden dankzij mijn Ajax-achtergrond, in balbezit. Het is leuk om de duels te pakken, dat kan hier heel veel. Ik kon direct goed mee, ondanks het reizen en alle verschillen met Nederland. Ik heb redelijk constant gepresteerd, dus daardoor heb ik een naam voor mezelf opgebouwd. Veel buitenlandse spelers hebben problemen met het voetbal of het reizen, dat wordt best wel onderschat. Dan zie je dat ze binnen een of twee jaar weer weg zijn.”
“Toen mijn contract na drie jaar afliep, dacht ik: oké, wat ga ik nu doen? Als ik verleng, blijf ik waarschijnlijk voor de rest van mijn carrière hier en zou ik uit beeld raken in Europa. Ik wilde graag in Chicago blijven. Er waren wel wat andere MLS-clubs die me wilden hebben, maar de regels zijn hier vrij raar als je contract afloopt. Chicago hield mijn rechten, dus ik kon niet gratis ergens heen. Uiteindelijk zijn we eruit gekomen, dat was de keuze die ik het liefst maakte. Als het een andere club was geweest, had ik het ook goed gevonden”, vertelt Kappelhof, die voorlopig nog wel even in de Verenigde Staten wil blijven. Zijn contract bij Chicago Fire loopt nog tot medio 2021. “Ik word niet meer gezien als buitenlandse speler, omdat ik hier al een aantal jaar ben en daardoor een green card heb. Ik denk dat ik hier mijn carrière ga afsluiten, ik zie mezelf niet meer in Nederland voetballen. Hoe ik het zelf zie en hoe ik mijn kinderen hier zie opgroeien, denk ik dat ik in de Verenigde Staten blijf. Ik weet niet hoe het er na mijn carrière uitziet, maar we hebben ons ritme gevonden en mijn gezin is hier ook gelukkig. Dat is het belangrijkste.”