'Ik hoorde dat ik speelde als een kleuter, maar ze kunnen nu niet veel zeggen'

Voor Jean-Paul Boëtius begon het seizoen wisselvallig. De vleugelspeler werd bekritiseerd vanwege zijn 'kinderlijke' spel en had moeite om invulling te geven aan zijn nieuwe rol van bepalende speler van Feyenoord. Afgelopen zondag, in de uitwedstrijd bij FC Twente, toonde de jongeling echter weer iets van zijn oude vorm. Een opluchting, verklaart hij in een interview met NUsport.

De international zegt altijd vertrouwen te hebben gehad in eigen kunnen, maar dat het er onder Fred Rutten nog niet uitkwam, zat hem wel degelijk dwars. Als jong talent van een grote club weet hij ook nog eens de aandacht van de media op zich gericht, waardoor zaken snel worden uitvergroot. Dat was, zeker in het begin, wennen voor de nog altijd piepjonge Boëtius.

"Hier is de media wat massaler aanwezig dan in de jeugd, waar alleen Feyenoord TV af en toe kwam kijken", zegt hij. "Ik probeer ze op een bepaalde manier de mond te snoeren. Ik denk dat ze nu niet heel veel over mij kunnen zeggen." En dat was recentelijk wel anders. "Ik hoorde dat ik speelde als een kleuter en dat soort dingen. Ik probeer mezelf te herpakken, ook omdat dat belangrijk is voor het team", besluit hij.