‘Ik hoop niet dat Marcel Keizer nu denkt dat ik de ideale invaller ben’
Siem de Jong is er nog niet in geslaagd om een basisplaats te veroveren, maar toonde afgelopen weekend tegen Willem II, nadat hij de week ervoor in de Klassieker tegen Feyenoord ook al belangrijk was als invaller, vanaf de bank opnieuw zijn waarde. De middenvelder schoot in Tilburg de 1-2 tegen de touwen, waarna de Amsterdammers uiteindelijk uitliepen naar een 1-3 overwinning.
Dat doelpunt was alweer de vijfde voor De Jong sinds hij afgelopen zomer bij Ajax terugkeerde en hij denkt dat zijn tijd in het buitenland hem op mentaal gebied en qua spelinzicht wel iets heeft opgeleverd: “Met mijn diepgang, het voor de goal komen, kan ik belangrijk voor het team zijn. Mijn ervaring helpt daarbij, want ik kan nu nog beter inschatten wanneer wel en wanneer niet”, vertelt De Jong in gesprek met De Telegraaf.
Hoewel er steeds meer stemmen op gaan om de voormalige aanvoerder van de Amsterdammers een basisplaats te geven, is De Jong vooralsnog geduldig. Hij tekende een paar maanden geleden voor drie jaar in de Johan Cruijff ArenA en verwachtte ook niet dat hij direct in de basis zou staan. De routinier is zich bewust van de kracht van de concurrentie en wil zich nu laten zien op het trainingsveld en tijdens invalbeurten.
Een basisplaats is uiteindelijk wel het doel voor De Jong, die tot nu toe in zes officiële wedstrijden in actie kwam voor de hoofdmacht van Ajax: “Ik heb wel het gevoel dat ik het de trainer moeilijk maak”, gaat de middenvelder, die niet uit is op de rol van supersub, verder: “Ik hoop niet dat de trainer nu het gevoel krijgt dat ik de ideale invaller ben.”