‘Ik hoop dat je kinderen het coronavirus krijgen’
James McClean is weer eens de gebeten hond in Engeland. De Iers international van Stoke City wordt op social media beschimpt nadat hij een foto op Instagram deelde waarop hij een balaclava droeg in het bijzijn van zijn kinderen. De dertigjarige middenvelder schreef de tekst Vandaag een lesje geschiedenis met daarbij een lachende smiley. De verwijzing naar het Noord-Ierse conflict werd snel offline gehaald, maar het kwaad was al geschied. Broer Patrick McClean roept mensen nu op te stoppen met de hetze op internet.
Door Tim Siekman
Naast het algemene publiek was ook Stoke City niet gediend van de actie van McClean. The Potters besloten vanwege het 'ongepaste' bericht een boete van twee weken salaris op te leggen, terwijl club en speler ook een akkoord bereikten om het Instagram-account te verwijderen. McClean zag dit keer eveneens in dat hij een fout had gemaakt en ging door het stof. "Het was nooit mijn bedoeling geweest om iemand te kwetsen", schreef de routinier in een verklaring. "Ik realiseer me dat mijn gedrag niet door de beugel kon en bied daarom mijn oprechte excuses aan", aldus de middenvelder, die niet voor het eerst in opspraak is geraakt.
Zo krijgt McClean al sinds 2012 bakken kritiek, ook van de eigen clubfans, omdat hij ieder jaar weigert een remembrance poppy te dragen. In het Verenigd Koninkrijk herdenken de Britten jaarlijks alle oorlogsslachtoffers door een klaproos te dragen, maar McClean doet principieel niet mee aan deze traditie. Zodoende is hij uitgegroeid tot een van de meest gehate spelers op de Engelse velden. "Ik weet dat veel mensen het niet eens zijn met mijn beslissing en niet eens proberen te begrijpen waarom ik dit doe. Dat accepteer ik, maar tegelijkertijd vraag ik om respect voor mijn besluit. Ik respecteer namelijk zelf ook de mensen die wel een poppy dragen", aldus McClean.
'Ik ben erg trots op mijn afkomst'
De recalcitrante houding van McClean in Engeland heeft te maken met zijn achtergrond. McClean zag in 1989 het levenslicht in het Noord-Ierse Derry, dat in 1972 tijdens de dertigjarige burgeroorlog van Noord-Ierland, vaak aangeduid als the Troubles, het decor was van Bloody Sunday. Op 30 januari 1972 werden veertien katholieke mannen neergeschoten door het Britse leger vanwege een vreedzame, doch verboden demonstratie voor burgerrechten. Die zondag wordt gezien als het dieptepunt van het Noord-Ierse conflict over de verdeling van het eiland: Ierland (katholiek en republikeins) versus Noord-Ierland (protestants en pro-Brits).
De Ierse McClean voelt zich verwant aan de republiek en besloot, na jeugdinterlands te hebben gespeeld voor Noord-Ierland, uit te komen voor de nationale ploeg van Ierland. "Ik kreeg een oproep voor de nationale ploeg van Noord-Ierland, maar die zou ik nooit accepteren", liet McClean eerder weten. "Noord-Ierland is niet mijn land. Dat begrijp je pas als je afkomstig bent uit Creggan (wijk in Derry, red.), waar the Troubles een grote rol heeft gespeeld. Ik geloof echt dat Iers zijn het beste ter wereld is." Het weigeren van het dragen van een poppy is ook een principekwestie. McClean benadrukte dat hij enorm veel respect heeft voor de mensen die meevochten in beide wereldoorlogen, maar plaatst tegelijkertijd een kanttekening.
"Ik rouw om de dood van de oorlogsslachtoffers en als de poppy een symbool was geweest voor alleen deze slachtoffers, had ik 'm gedragen. De poppy wordt echter ook gebruikt om slachtoffers van andere conflicten na 1945 te herdenken. Daar begint voor mij het probleem. Voor mensen uit Noord-Ierland met een achtergrond zoals ik, is de poppy iets anders gaan betekenen. Als je uit Derry komt, leef je nog steeds in de schaduw van een van de zwartste bladzijden in de Ierse geschiedenis. (...) Voor mij is het dragen van een poppy een respectloos gebaar tegenover de onschuldige mensen die gestorven zijn tijdens the Troubles. Ik ben niet anti-Brits of een terrorist. Ik ben erg trots op mijn afkomst en daardoor kan ik niet iets doen wat in mijn ogen verkeerd is."
'Als je aan onze kinderen komt, ga je te ver'
Nu is McClean wederom de kop van jut. Het dragen van de bivakmuts is een verwijzing naar de IRA (Irish Republican Army), de groepering die streed voor onafhankelijkheid van het eiland ten opzichte van het Verenigd Koninkrijk en daarbij veel slachtoffers maakte met onder meer aanslagen. Militanten van de IRA droegen vaak een balaclava en vandaag de dag uitpakken met dergelijke symbolen valt zeer slecht in Engeland. McClean heeft zijn excuses aangeboden, maar de bedreigingen op social media houden aan, vertelt broer Patrick aan de Derry Journal. Volgens de verdediger van Glentoran FC staat de teller inmiddels op circa vierhonderd 'walgelijke' berichten.
"James kan dit hebben, iedere dag wel, maar als het op zijn kinderen aankomt... Dit gaat te ver. Het is al acht jaar non-stop aan de gang. Dag in, dag uit. Hij krijgt doodsbedreigingen. Ik verdedig mijn broer en mijn familie. We praten hier wel over mijn nichtjes en mijn neefje. Hij komt altijd negatief in het nieuws, maar niets rechtvaardigt de bedreigingen die zijn vrouw en zijn kinderen krijgen. Dat klopt gewoon niet. Iemand zei bijvoorbeeld: Ik hoop dat je kinderen het coronavirus krijgen. Een ander zei: ik hoop dat ze doodgaan in een brandend huis. Er zit mentaal een steekje los als je zoiets schrijft. Zoveel haat in je hebben, is ongelooflijk. James kan het hebben, ik ook. Maar als je aan onze kinderen komt, ga je te ver."
De broer van McClean denkt dat enkele Britse media het op de middenvelder gemunt hebben, omdat men hem dikwijls afschildert als een supporter van de IRA en als terrorist lover. "Er wordt niet geschreven over de bedreigingen die hij dagelijks krijgt, alle vreselijke mailtjes en kaartjes die hij ontvangt. Maar als James één ding doet, moet hij meteen ontslagen worden of moet de FA ingrijpen. (...) Mensen zeggen dat James dit al jarenlang over zichzelf afroept, maar het enige wat James doet, is geen poppy dragen. Hij komt op voor zijn principes en is daarom blijkbaar de slechtste persoon ter wereld. Hij wordt de afgelopen acht jaar iedere dag uitgescholden. Mensen zien niet wat hij allemaal op zijn bordje krijgt."