voetbalzone

‘Ik hield niet van het geld, de nachtclubs en de aandacht van vrouwen’

Gijs Freriks19 jan 2018, 21:05
Laatst bijgewerkt: 19 jan 2018, 21:05
Advertentie

NEWBRIDGE - David Beckham wordt aangespeeld en krijgt een por in de rug van Diego Simeone. De middenvelder gaat naar het gras en trapt na richting de Argentijn. Beckham wordt tijdens deze kwartfinalewedstrijd van het WK in 1998 met een rode kaart van het veld gestuurd en wordt door de schandaalpers verantwoordelijk gehouden voor de uitschakeling van Engeland. Manchester United probeert Becks wat uit de wind te houden en gunt hem een langere vakantie. In de aanloop naar het seizoen 1998/99 krijgt iemand anders daardoor de kans om zich te bewijzen als rechtshalf.

Door Gijs Freriks

Nieuw hoofdstuk
In de plaats van Beckham mag Philip Mulryne zich laten zien bij Sir Alex Ferguson. De Noord-Ier begint in een vriendschappelijke wedstrijd tegen Birmingham City in de basis. “We verloren met 4-3, maar ik maakte een hattrick. Het was ongelooflijk. Toen Beckham terugkeerde van vakantie, kwam ik weer op de bank terecht”, blikte Mulryne in november terug in een interview met The Times. Ofschoon hij als wisselspeler aan het seizoen begon, leek hij met zijn hattrick tegen Birmingham genoeg indruk te hebben gemaakt op Ferguson om de nodige minuten te krijgen in 1998/99. Mede door blessureleed speelde Mulryne echter niet één wedstrijd en in de zomer van 1999 vertrok hij voor 500.000 pond naar Norwich City. Zijn carrière bij Manchester United was voorbij.

De profloopbaan van Mulryne zou nog acht jaar standhouden, want in 2008 borg hij zijn kicksen op. Niet omdat hij niet meer aantrekkelijk was voor andere clubs of een reguliere maatschappelijke carrière ambieerde, nee, de 31-jarige Mulryne besloot zich te richten op het priesterschap. Hij werd in oktober 2016 in de St. Saviours’-kerk van Dublin door aartsbisschop Diarmuid Martin ingewijd als diaken in de Dominicaanse Orde en leidde in juli 2017 zijn eerste echte mis, in de St. Oliver Plunkett-kerk in Belfast, op twintig minuten rijden van het Windsor Park Stadium, het stadion waarin hij als international van Noord-Ierland de nodige interlands afwerkte. “Dit is een nieuw hoofdstuk in mijn leven”, zei Mulryne daarover.

‘Phil’ Mulryne verraste zijn ploeggenoten met de nieuwe weg die hij insloeg: “Phil werd jammer genoeg geplaagd door blessureleed, stopte en ging terug naar Belfast om te doen wat hij nu doet. Tot mijn verbazing probeerde hij katholiek priester te worden. Ik wist dat hij zijn leven had omgegooid en veel liefdadigheidswerk deed door daklozen te helpen, maar toch kwam het als een grote schok dat hij het priester zijn als zijn roeping zag”, schreef voormalig Norwich-ploeggenoot Paul McVeigh in 2012 op zijn blog. Om priester te worden, moest Mulryne de boeken in. Hij volgde aan het Pontifical Irish College in Rome twee jaar filosofie, studeerde vervolgens vier jaar theologie en is tegenwoordig kapelaan aan de middelbare school van Newbridge, op veertig kilometer ten zuidwesten van Dublin.

voetbalzone

Lichaam en ziel
De nu veertigjarige Mulryne nam na zijn vertrek bij King’s Lynn in 2008 een sabbatsjaar op en ging vrijwilligerswerk verrichten bij een daklozenopvang. Toen hij in dat voetballoze jaar een kerk bezocht, werd hij aangesproken door Noel Treanor. Deze bisschop was onder de indruk geraakt van de ruimhartigheid van Mulryne en nam de voetballer in ruste bij de hand. “Mijn geloof en het leven als priester heeft mij meer voldoening gegeven”, zei Mulryne in december in een interview met Marca. “De tijd waarin ik alcoholisten hielp in het daklozencentrum heeft mijn leven veranderd. Ik herkende in die gebroken mannen een zekere waardigheid en zij toonden mij het egoïsme dat in mij als voetballer heeft bestaan. Ze deden mij beseffen dat we onszelf aan anderen moeten geven om écht mens te zijn. Dat hebben deze mannen mij geleerd.”

Mulryne was voornemens om een nieuwe club te zoeken in Belfast en komt naar eigen zeggen uit ‘een gewoon normaal katholiek gezin’, maar toen hij eenmaal geïnspireerd was geraakt door bisschop Treanor, hoefde hij niet meer zo nodig terug te keren in de voetballerij. “Ik had als voetballer nooit een gevoel van voldoening of tevredenheid. Ik was leeg van binnen”, zei hij in november in The Times. “Later ben ik gaan ontdekken ik dat ik van binnen inderdaad vrij leeg was en dat leidde weer tot een proces waarin ik diepere vragen ging stellen over het leven en over wat mij gelukkig maakte. Ik besefte dat ik méér was dan een voetballer en dat ik niet was geschapen en op deze wereld ben gezet om enkel voetballer te zijn. Het was een geschenk dat ik voetballer kon zijn, maar ik vind dat je een lichaam én een ziel moet hebben.”

“Ik heb mijn lichaam gebruikt om te voetballen, maar mijn ziel heeft tot deze nieuwe roeping geleid. Het was niet dat ik een stem in mijn hoofd hoorde of zoiets. Het kwam gewoon uit het niets, het was iets authentieks.” Mulryne maakte in 1992 indruk op de Milk Cup en kon bij drie clubs op stage komen: Southampton, Liverpool en Manchester United. Die keuze was snel gemaakt: “Ik ben opgegroeid als Manchester United-fan en had overal in mijn kamer posters hangen van Man United-spelers. Met mijn vader voetbalde ik vroeger in de tuin en hij vertelde altijd over George Best.” Na een proefperiode van vijf dagen moest Mulryne op kantoor komen van Ferguson: “Hij was gewoon briljant, vertelde hoe goed ik het had gedaan, vroeg naar mijn achtergrond en aan het einde van ons gesprek vertelde hij dat hij me een tweejarig ‘leercontract’ wilde aanbieden. Het was het meest ongelooflijke gevoel ooit.”

Mulryne ging samenspelen met onder anderen Beckham, Paul Scholes, Ryan Giggs en de gebroeders Neville. Samen wonnen ze in 1995 de FA Youth Cup en Mulryne deed in de twee finalewedstrijden van dat bekertoernooi tegen Tottenham Hotspur mee. Hij erkende in The Times wel dat hij moest wennen aan de hardheid van de jeugdopleiding: “Ik had een tijdje nodig om aan de omgeving te wennen. De jongere gasten uit bijvoorbeeld Londen hadden een gevoel van zelfvertrouwen en geloof, maar veel jonge Ierse mannen hebben die zelfverzekerdheid niet. Het kostte tijd om erin te groeien. In het eerste jaar had ik heimwee, maar daarna kreeg ik het gevoel dat ik echt bij Manchester United thuishoorde.”

voetbalzone

Nicola Chapman
Mulryne maakte in oktober 1997 in de Coca-Cola Cup tegen Ipswich Town zijn debuut in het eerste elftal en speelde tegen Barnsley zijn eerste en enige duel in de Premier League voor the Mancunians. Toen hij de overstap kon maken naar Norwich, twijfelde hij geen moment: “Ik was twintig en moest iedere week maar afwachten of ik in de selectie zat, terwijl ik iedere week wilde spelen. Ik besloot te vertrekken en het pakte goed uit, want ik heb genoten van mijn zes jaar bij Norwich.” Mulryne promoveerde in 2004 met the Canaries, speelde 161 wedstrijden voor de club en groeide met zijn spel uit tot een publiekslieveling op Carrow Road. Mulryne speelde nog voor Cardiff City, Leyton Orient en King’s Lynn uit Norfolk alvorens hij dus ophield met voetballen.

“Mijn studenten vragen vaak: ‘hoe lukt je dat? Niet alleen priester worden, maar ook de voetbalwereld en lifestyle ineens achter je laten alsof het geen enkele moeite kost?’”, aldus Mulryne, die bij Manchester United 600.000 pond per jaar verdiende en in zijn actieve loopbaan heus niet altijd de ‘vroomste’ was. Zo haalde hij de boulevardpers toen hij aan het daten was met model Nicola Chapman en werd hij voor een interland naar huis gestuurd omdat hij zich samen met medespeler Jeff Whitley niet aan de avondklok had gehouden en was gaan drinken in de stad. Wat bewoog hem er uiteindelijk toe om zijn leven zo radicaal anders in te richten? Wat stond hem zo tegen in de voetballerij? “Ik hield niet van de verstrikkingen van het zijn van voetballer: het geld, de nachtclubs en de aandacht van vrouwen. Dat was een tijdje prima, maar toen ik eind twintig was, werd ik ontevreden”, legde de 27-voudig international in november uit.

“Ik hield van het spelletje en van de training. De levensstijl bracht mij plezier, maar niets blijvends. Ik kocht drie, vier auto’s in het jaar omdat ik anders verveeld raakte en wilde altijd meer. Het was hetzelfde met kleren en huizen. Ik begon mezelf af te vragen: waarom doe ik dit nog? Het antwoord op die vraag was dat het nooit ‘genoeg’ was. Ik was constant onrustig doordat ik dacht dat deze manier van leven mij gelukkig zou moeten maken.” Volgens Mulryne zijn er ook raakvlakken tussen het priesterschap en het zijn van voetballer: “Je moet jezelf disciplineren. Ik praat met de studenten over wat er nodig is als voetballer, praat over mijn ervaring bij Manchester United, over voeding, over wat er van je verwacht wordt, het verzorgen van het lichaam, enzovoort. Ik gebruik mijn tijd als voetballer, maar begrijp me niet verkeerd: ik gebruik die ervaring niet om mijn eigen spiritualiteit op te dringen.”

“In voetbal gaat het om de zoektocht naar prijzen, voor een priester gaat het om de zoektocht naar God”, vervolgde hij in Marca. “In veel opzichten is mijn leven als priester vergelijkbaar met mijn leven als voetballer. Een voorbeeld: ik leef in een gemeenschap met andere mannen die één en hetzelfde doel nastreven en dat was in de kleedkamer ook zo. Nee, ik kan niet ontkennen dat mijn leven als voetballer me veel plezier heeft gebracht, maar die gevoelens waren ook vaak vluchtig en perifeer. Of ik alles uit mijn carrière heb gehaald? Nee, er is een gevoel van spijt dat ik mijn potentieel niet heb benut. Misschien was ik buiten het veld niet zo toegewijd als ik had moeten zijn, maar ik beschouw mijn carrière wel als een ongelooflijk privilege dat ik heb mogen genieten.”