voetbalzone

‘Ik heb zijn shirt ingelijst, trainer worden van Ajax zou het ultieme zijn’

Robin Bruggeman03 okt 2018, 16:55
Laatst bijgewerkt: 03 okt 2018, 16:55
Advertentie

Michele Santoni is pas sinds het begin van het huidige seizoen trainer van Almere City FC, maar de Italiaanse Amsterdammer durft al verder vooruit te denken dan zijn dienstverband bij het in de Keuken Kampioen Divisie uitkomende Almere. Santoni werkte in het verleden namelijk al als video-analist bij Ajax en zou in de toekomst graag als hoofdtrainer terugkeren in de Johan Cruijff ArenA.

“Ajax is de club van mijn jongensdromen. Het is er met de paplepel ingegoten. Mijn overgrootvader was aanvoerder van het eerste kampioensteam van Ajax, in 1918. Zijn shirt hang ingelijst bij mij thuis aan de muur. Dus ja: trainer worden van Ajax zou voor mij het ultieme zijn”, vertelt hij in gesprek met Voetbal International. Santoni werkte tussen 2009 en 2014 als analist in Amsterdam en had in die tijd te maken met de hoofdtrainers Martin Jol en Frank de Boer. Met beide coaches voerde hij lange gesprekken over tactiek en de tegenstanders van Ajax.

“Martin kon overal over meepraten. De Boer had natuurlijk een andere achtergrond: vroeg doorgeschoven bij een topclub en als voetballer altijd bij clubs gespeeld met een heel professionele organisatie”, legt hij uit. De periode van De Boer bij Ajax ging gepaard met flink wat onrust op de achtergrond, maar de trainer liet zich hier nooit door van de wijs brengen: “Frank geloofde heilig in zijn voetbalfilosofie en hield daaraan vast. Die onverstoorbaarheid vond ik heel sterk. Het heeft Ajax mooie successen opgeleverd”, herinnert Santoni zich.

Naast met de trainers, voerde Santoni destijds ook veel gesprekken met de spelersgroep. Tijdens die analyses merkte hij een tweedeling in de selectie, tussen de jongere spelers die opgegroeid waren met technologie en routiniers als Theo Janssen en André Ooijer: “Theo vond het aanvankelijk maar niks, maar begon later interesse te tonen. André speelde een belangrijke rol in het collectief gebruiken van data-informatie, vooral met de verdedigers. En er waren jongens die uit zichzelf al veel interesse in mijn werk toonden: Ricardo van Rhijn, Toby Alderweireld en Jan Vertonghen bijvoorbeeld.”