‘Ik heb goed contact met Marcel Brands, er komen nu zelfs twee spelers’

In 2008 verliet Piet de Visser PSV, de club die dat jaar voor de vierde keer op rij landskampioen werd. Deze successen werden behaald met spelers als Heurelho Gomes, Alex (Rodrigo Dias da Costa) en Jefferson Farfán, jongens die via De Visser binnenkwamen. De breuk met PSV kwam voort uit een vertroebelde relatie met algemeen directeur Jan Reker. Door diens voortdurende bemoeienis met de scoutingszaken en het technische beleid ontstond een onwerkbare situatie. Technisch Directeur Stan Valckx, keeper Gomes en meesterscout De Visser zegden hun vertrouwen op en vertrokken.

“Ik heb altijd zo’n spijt gehad dat het zo mis gelopen is!”, vertelt De Visser als hem gevraagd wordt naar de breuk. “Ik heb de problemen gemeld bij de voorzitters, maar die zeiden dat Reker nu eenmaal zo was en zijn nieuwe rol nog moest leren.” Reker zelf was niet bang voor een vertrek van De Visser en stelde: “We zijn nu vier keer kampioen geworden, dan doen we dat toch nog een keer?” Of het vertrek van De Visser een rol heeft gespeeld is niet aan te tonen, maar de daarop volgende zes seizoenen greep PSV naast de titel. “Ik werd aan mijn lot overgelaten, dat vond ik erg jammer.”

Inmiddels maakt Reker al een tijd geen onderdeel meer uit van de bestuurlijke macht in Eindhoven en is De Visser alweer een poosje on speaking terms met de club: “Ik heb goed contact met Marcel Brands. Er komen nu zelfs twee jonge talenten uit Afrika op stage bij PSV. Ik hoop dat die band verder verbetert. Ik heb dertien jaar bij PSV gewerkt en bijgedragen aan acht kampioenschappen en een hoop andere prijzen.” Als hem gevraagd wordt naar Gastón Pereiro, beginnen zijn ogen als vanouds te fonkelen: “Pereiro heb ik ook gescout in Uruguay. Voor Chelsea was het nog te vroeg, maar ik zei die moet je meteen nemen bij PSV. Je hebt dat soort jongens nodig.”

De Visser is overtuigd van de noodzaak van scouten in het buitenland: “Ajax wil het alleen met eigen jeugd doen. Daarmee word je wel kampioen in Nederland, maar kom je nooit verder in Europa. Je moet zelf talenten opleiden, maar die spelers hebben kapstokken nodig, ervaren rotten.” Hij onderschrijft zijn betoog door te wijzen naar de huidige selectie van PSV waarin Héctor Moreno, Jeffrey Bruma, Andrés Guardado en Luuk de Jong de as vormen. “Ik heb voorspeld dat PSV nu een paar keer kampioen wordt. Ik vermoed dat ze het nog wel gaan redden dit jaar. Ik denk ook dat Ajax, zoals het nu speelt, het moeilijk gaat krijgen bij Heerenveen.”

Als De Visser kijkt naar de hedendaagse scouting, constateert hij dat deze een beetje afdwaalt: “Ze werken veel met databanken en zo. Dat is allemaal goed, maar de basis blijft met je poten in de klei staan en spelertjes zien. De jongens in de ogen kunnen kijken en ze zien trainen. Dat hoeft niet met een databank of een videoclipje. Er worden soms spelers aan de hand van beelden gekocht. Dat gaat vaak mis, want je ziet alleen de highlights. Ik wil ze zelf zien en spreken, kijken wat hun karakter is en hun mentaliteit. Hoe leven ze? Hoe zijn hun ouders? Hoe zijn ze opgevoed? Dat moet je in de praktijk zien. Tegenwoordig zeggen ze vaak: ‘We gaan niet naar Zuid-Amerika, daar zijn ze te duur!’, maar daar zijn ze juist nog betaalbaar! Geloof me, met alleen Nederlanders red je het niet. Je hebt buitenlands talent nodig, want de Nederlandse toppers gaan ook weg.”