‘Ik heb gekozen voor het Nederlands elftal en die keuze staat’
Ludovit Reis gaat voor een interlandcarrière in het Nederlands elftal. Waar spelers als Mohamed Ihattaren en Sergiño Dest de knoop nog moeten doorhakken, laat de middenvelder van Barcelona B weten dat hij zijn keuze heeft gemaakt. Reis kan door zijn Slowaakse ouders kiezen voor de nationale ploeg van Slowakije, maar hij laat weten dat zijn keuze vast staat.
In een interview met De Telegraaf zegt Reis dat hij enige tijd geleden gepolst werd vanuit het land van zijn ouders. “Met die keuze kreeg ik twee jaar geleden voor de eerste keer te maken toen er ook interesse kwam vanuit Slowakije. Maar ik heb gekozen voor het Nederlands elftal en die keuze staat. Anders zou ik hier nu niet bij Jong Oranje zijn”, aldus Reis, die zich met Jong Oranje voorbereidt op de EK-kwalificatiewedstrijd tegen Cyprus.
De negentienjarige middenvelder maakte deze zomer de opvallende overstap van FC Groningen naar Barcelona, dat 3,25 miljoen euro voor hem betaalde. Middels bonussen kan dit bedrag nog verder oplopen. Hij werkt zijn wedstrijden voorlopig af bij Barça B, maar trainde al mee met de hoofdmacht. “Voor mijn eigen training met Barça B kreeg ik te horen dat ik samen met een paar andere jongens moest meetrainen. Ze kwamen door blessures een paar jongens tekort”, aldus Reis, die spreekt van een bijzondere ervaring. “Ik noem maar wat: Busquets is altijd mijn grote voorbeeld geweest. Als je dan met hem op het veld mag staan, dan voelt dat bijna onwerkelijk.”
Met gezonde spanning verscheen hij op het trainingsveld met het eerste elftal van Barcelona. “Ik ben die dag geweldig opgevangen door Frenkie, hij heeft mij aan de hand genomen. Echt top. Het was de eerste keer dat ik hem daar ontmoette en met hem heb gesproken”, vertelt Reis. Het mooiste wat hij tot dusver heeft meegemaakt bij zijn nieuwe club? “Dat ik voor die training met al die grote namen in de kleedkamer mocht zitten. Messi en Suárez trainden niet mee, maar ze waren er wel. Ook speciaal: ze wisten eigenlijk wel wie ik was. Maar toch heb ik ze netjes een hand gegeven.”