voetbalzone

‘Ik heb alleen gezegd dat zulke spelers niet gratis weg mogen bij Feyenoord’

Robin Bruggeman16 aug 2019, 18:28
Laatst bijgewerkt: 16 aug 2019, 18:28
Advertentie

Renato Tapia werd in de tweede helft van het afgelopen seizoen uitgeleend aan Willem II en als het aan technisch directeur Sjaak Troost van Feyenoord had gelegen, was hij deze zomer definitief uit De Kuip vertrokken. De sportbestuurder liet zich onlangs in harde bewoordingen uit over Tapia, die zich inmiddels weer terug in de basisploeg van trainer Jaap Stam lijkt te hebben geknokt. Troost neemt in een interview met Feyenoord TV dan ook iets van zijn woorden terug.

“Het schijnt nogal een hot item te zijn dat steeds terug blijft komen. Ik heb niet gezegd dat het een slechte voetballer is, ik heb ook niet gezegd dat het een slecht mens is. Het enige wat ik gezegd heb is dat het, in het belang van Feyenoord, niet zo kan zijn dat spelers voor niets weglopen als er veel geld voor is betaald. Dat is eigenlijk het enige”, legt hij uit.

Als een van de redenen waarom Tapia niet wil vertrekken werd onlangs aangevoerd dat de Peruviaan, die sinds 2013 in Nederland speelt, bijna in aanmerking komt voor een Nederlands paspoort. Hierdoor wordt het voor hem veel makkelijker om binnen de Europese Unie van club te veranderen. Troost geeft aan dat hij wel zijn ‘bedenkingen’ had bij deze geruchten: “Dat ik me toen misschien is té heb uitgelaten, daar kan ik over zeggen dat ik het misschien anders had moeten verwoorden. Maar ik verander niet van mening.”

Troost vindt Tapia nog steeds een ‘goede voetballer’ en een ‘aardige jongen’: “Maar ik zit hier ook voor de club, het belang van de club telt. Daar moet ik me dan hard voor maken en daar maak ik mezelf niet populair mee. So be it.” De technisch directeur zal binnenkort weer om de tafel gaan met Tapia, die nog een jaar vastligt bij Feyenoord: “De relatie is prima hersteld, maar we moeten wel een gesprek aangaan voor het einde van deze transferwindow. Dan gaan we praten over de toekomst en dat kan alle kanten op.”