‘Ik had het gewoon helemaal gehad bij Ajax, eigenlijk te gek natuurlijk’
Viktor Fischer gold in de tijd dat hij in de jeugd speelde als een van de grootste talenten van Ajax en niets leek een doorbraak in de hoofdmacht van de Amsterdammers in de weg te staan. Na een veelbelovend begin verdween de huidige aanvaller van FC Kopenhagen echter naar de achtergrond en in de zomer van 2016 volgde een vertrek met stille trom naar het Engelse Middlesbrough.
Fischer blikt in gesprek met Ajax Life terug op zijn periode in Amsterdam en komt tot de conclusie dat hij zichzelf in die tijd te veel druk oplegde: “Gretigheid is mijn kracht, maar als voetballer ga ik daar nu, op mijn 25ste, pas goed mee om”, stelt hij. “Ik geef alles in de wedstrijd, maar na negentig minuten leg ik alles naast me neer. Bij Ajax bleef ik na een slechte wedstrijd te lang in teleurstelling hangen. Ik wilde elke dag en iedere training grotere stappen maken.”
De Deen maakte het zichzelf op deze manier echter extra moeilijk: “Dat kan gewoon niet. Zo snel gaat het niet. Als ik bij Ajax minder streng voor mezelf was geweest, had ik een betere voetballer kunnen worden.” Fischer kreeg in de A1 van Ajax te maken met Fred Grim, terwijl hij onder Frank de Boer bij de hoofdmacht speelde. De twee trainers zagen de problemen waar het talent mee worstelde wel, maar slaagden er niet helemaal in om tot hem door te dringen.
“Mijn relatie met Frank de Boer was niet meer dezelfde. Amin Younes kreeg de voorkeur. Ik zag geen sportief perspectief. Ik sprak te veel en deed te weinig”, gaat hij verder. Fischer vertrok uiteindelijk met een ‘rotgevoel’ uit Nederland: “Ik had het gewoon helemaal gehad bij Ajax. Eigenlijk te gek natuurlijk. Vandaag de dag vraag je je af: hoe kan iemand het gehad hebben bij Ajax…?”, blikt de aanvaller, die dit gevoel vooral wijt aan zijn eigen persoonlijkheid, terug.
Hoewel Fischer met instemming van beide partijen bij Ajax vertrok, heeft hij een rentree nog niet uit zijn hoofd gezet. De 21-voudig international van Denemarken hoopt ooit namens de club weer in de Johan Cruijff ArenA te mogen spelen: “Of het realistisch is? Ik hoop het wel. Al is het nu vooral een droom. Ik moet hier niet te veel over praten en eerst op het veld weer goed presteren.”