‘Ik had hem er al lang uitgegooid bij Feyenoord, hij was als vergif’
Ulrich van Gobbel ziet gelijkenissen tussen het huidige Feyenoord en het kampioenselftal van 1993. De Rotterdamse club kwam in zijn eigen tijd ook terug van een financieel dramatische periode en het team kende geen uitgesproken vedette. De grote ommekeer bij Feyenoord is in zijn ogen gekomen door de verwijdering van één rotte appel.
"Dat was Colin Kazim-Richards. Je hebt een mand vol mooie appels en één rotte. Die moet er dan echt uit. Hier, bij de jeugdopleiding, volgen de oudere trainers ook wat er bij het eerste elftal gebeurt. Van de buitenkant zagen we dat er iets niet klopte", zo verzekert Van Gobbel, jeugdtrainer van Feyenoord, in De Telegraaf.
"Ik ben daar door mijn ervaringen misschien wat rigoureuzer in, maar ik had hem er al lang uitgegooid", vervolgt de oud-verdediger. "Die gozer was vergif voor de ploeg. Je ziet hoeveel verschil het kan maken. De trainer kan nu vrijer werken. Het werkt makkelijker als spelers elkaar gaan corrigeren. Dat doen ze nu weer."
De buitenwereld kent het gevoel niet van een kampioensteam in wording, zo benadrukt Van Gobbel. Voetballers groeien in een kleedkamer naar elkaar toe. "Het moet een hechte groep zijn. Dat is het enige recept. Het begint met kwaliteit, maar met elf eenlingen kom je er niet. Wat ik nu zie groeien bij Feyenoord, zag ik in 1993 bij ons ook."