voetbalzone

‘Ik had daar een bodyguard, een auto met chauffeur en een kok’

Gijs Freriks03 jan 2018, 22:01
Laatst bijgewerkt: 03 jan 2018, 22:01
Advertentie

PUERTO CABELLO - Toen Kenneth Zseremeta in 2008 aan zijn avontuur als bondscoach van de jeugdelftallen van de Venezolaanse dames begon, hadden de voetbalvrouwen van dit Zuid-Amerikaanse land nog nooit wat noemenswaardigs gepresteerd. Dat veranderde volledig na Zseremato’s komst, want onder leiding van de Panamees werden er plots prijzen gepakt en bereikte Venezuela Onder-17 zelfs de halve finale van het WK in 2014. Zseremeta werd door de speelsters op handen gedragen, maar toch moest hij eind november vertrekken. “De resultaten van de officiële en vriendschappelijke toernooien tijdens de voorbereiding op het WK Onder-20 in Ecuador zijn niet wat we ervan verwacht hadden”, zo liet de voetbalbond van Venezuela in een statement weten.

Door Gijs Freriks

Ondervoeding
Het ontslag van Zseremeta kwam voor de damesploeg van Venezuela Onder-20 als een donderslag bij heldere hemel. “Als men zegt dat de resultaten niet goed genoeg zijn, dan sluit men de ogen voor wat Zseremeta allemaal heeft betekend voor de ontwikkeling van het Venezolaanse vrouwenvoetbal”, zo liet de selectie in een open brief in de krant Panorama weten. De werkelijke reden voor de breuk was naar verluidt een uitspraak die Zseremeta had gedaan na de Bolivariaanse Spelen in Colombia, waarop favoriet Venezuela Onder-20 in november slechts als derde van de vijf deelnemende ploegen eindigde.

De coach weet het teleurstellend verlopen toernooi aan de voedselpolitiek van de staat: “We hoeven hier niet over te liegen. Onze speelsters vertonen een enorme mate van ondervoeding. Als ik erover praat, dan rollen de tranen over mijn wangen”, zei hij tegen Globovisión. De krant El Nacional maakte uit een vertrouwelijk medisch rapport van het sportministerie op dat zeker zeven speelsters tijdens de Bolivariaanse Spelen leden aan ‘ondervoeding of een risicovolle voedingstoestand’. De voetbalbond en de autoriteiten weigerden echter ieder commentaar en zetten Zseremeta op straat als keuzeheer van Las Vinotinto.

Demonstraties
In Venezuela sterven wekelijks zeven tot tien kinderen aan de gevolgen van ondervoeding, vertelde Huníades Urbina-Medina, voorzitter van de Vereniging van Kinderartsen, in de zomer. Daarnaast bleek in februari uit een gezamenlijk onderzoek van een aantal universiteiten dat de bevolking het afgelopen jaar gemiddeld bijna negen kilo is afgevallen. De belangrijkste oorzaak daarvoor is de voedselpolitiek van de staat die een monopolie heeft op de productie en import van voedsel. Eten is onbetaalbaar geworden. Duizenden mensen gaan al maanden de straat op om te demonstreren tegen president Nicolás Maduro, maar die verdedigt zich door te zeggen dat Venezuela in crisis is geraakt door de scherpe daling van de internationale olieprijs en een door de Verenigde Staten geleide economische blokkade.

De voedselpolitiek is niet de enige reden voor het protest. De betogers organiseerden in juli een referendum waarin ruim zeven miljoen Venezolanen zich uitspraken tegen Maduro en zijn plannen om een nieuwe grondwet te laten schrijven, een grondwet waarmee Maduro de democratie volledig zou kortwieken. De oud-buschauffeur negeerde de voor hem ongunstige uitslag en liet het parlement monddood maken door zijn regering en het hooggerechtshof. Ondertussen wordt de situatie er voor de lokale bevolking niet beter op: men blijft gebukt gaan onder corruptie, voedseltekorten, medicijngebrek en een misdaadgolf.

Puerto Cabello
Job Dragtsma is bekend met het verhaal van Zseremeta en kan meepraten. De 62-jarige voetbaltrainer werkte van maart tot november immers als technisch adviseur bij tweedeklasser La Academia Puerto Cabello, een club in de noordelijk gelegen havenstad Puerto Cabello. “Ik kon er blijven, maar ben na zes maanden terug naar Nederland gegaan omdat de situatie in het land steeds schrijnender werd. Het is nu gewoon een dictatuur. Om vier uur ’s nachts stonden er bijvoorbeeld een paar honderd man bij de bakker, allemaal te wachten op dat ene stukje brood. Maar jij hebt het ondertussen wel goed, voor jou wordt door de club gezorgd. Ik had een bodyguard, een auto met chauffeur en een kok. Maar tegelijkertijd ga je je wel vaker afragen of je het zo nog wel wil. Toen ik er kwam, was één dollar 3.000 Venezolaanse bolívar. En toen ik in november wegging, was één dollar 100.000 bolívar. Dan weet jij wel wat er aan de hand is. Ik werd wel gewoon betaald in dollars, maar de lokale bevolking niet. Ik begon daar steeds meer moeite mee te krijgen.”

voetbalzone

“Je kan niet in je eentje bestaan, ook niet op een voetbalclub. Als ik iets op de club wilde regelen of iets wilde ondernemen, moest er altijd een bodyguard mee in verband met de criminaliteit. Veel mensen ontvluchten ook het land, alle kennis verdwijnt. Ik heb het op zich prima gehad bij Puerto Cabello en met de voorzitter en eigenaar (Rafael Lacava, red.) kon ik ook goed opschieten, maar de manier waarop het in het land verder gaat… Mijn familieleden vroegen ook aan mij: ‘is dit nou wat je wil?’ Ik dacht: jullie hebben helemaal gelijk, ik stond er zelf inmiddels ook precies zo in”, aldus Dragtsma in een interview met Voetbalzone. Hoopvol over de toekomst van Venezuela is de Alkmaarder niet: “Als het zo verdergaat met deze regering, ben ik bang dat Venezuela een tweede Cuba wordt.”

“Ik zie het somber in, want het bewind is steeds slechter geworden voor de mensen. Ik sprak hier een jongen die afkomstig is van de Antillen en die bevestigde ook dat vier jaar geleden eigenlijk alles nog mogelijk was in Venezuela. Maar nu hebben ze niets meer: geen vrijheid, geen democratie en de economische situatie is rampzalig.” Ofschoon Dragtsma geen spijt heeft van zijn overstap naar Venezuela (“Het was een waanzinnige ervaring”) greep de situatie in het land hem als vanzelfsprekend aan. De voetbalsport ontkwam immers ook niet aan de gevolgen van de crisis die Venezuela teistert, erkent de voormalig trainer van FC Inter Turku, Fenerbahçe (assistent), FC Volendam, Jong AZ, AFC’34, Jong Holland, ZAP en Vitesse Castricum.

“We werden met busjes naar trainingen en wedstrijden gebracht, maar door de grote demonstraties moest je steeds afwachten of de trainingen en wedstrijden wel door konden gaan. Het kon te link zijn”, aldus Dragtsma. “Het is ook voorgekomen dat het steeds problematischer werd om eten te kopen voor de jeugdspelers op het trainingscomplex in Puerto Cabello. Voedsel was in een maand tijd vier keer duurder geworden. Er zijn mensen in Caracas die maar één keer in de drie dagen kunnen eten… De ondervoeding ga je ook terugzien in de sport: spelers krijgen niet meer genoeg calorieën binnen, maar moeten ondertussen wel één, twee keer per dag trainen… De bond ontkent de voedselproblematiek, maar daarin zitten allemaal regeringsgezinde mensen. Verder wilden we de scouting en trainingen bij Puerto Cabello verbeteren, maar financieel houdt het op een gegeven moment op. Uiteindelijk ga je dat allemaal terugzien op het veld.”

Hoe ben je eigenlijk bij Puerto Cabello terechtgekomen?
“Ik ging in oktober vorig jaar op bezoek bij Joop Lensen (coördinator jeugdopleiding van Lazio, red.). Ik ben vier dagen op het trainingscomplex in Rome geweest en sprak daar een man die in Rome ambassadeur van Venezuela was geweest en tevens Lazio-supporter is: Rafael Lacava. Hij had ook een eigen voetbalclub en dat was dus Puerto Cabello. Hij wilde het liefst een Nederlander hebben die structuur kon aanbrengen in de jeugdopleiding van de club, naar Nederlands model. Ik heb gezegd dat ik in principe geïnteresseerd was, maar omdat ik niet direct aan een stap naar Venezuela had gedacht, wilde ik eerst even rondkijken. Ik ben in dezelfde maand nog naar Venezuela gevlogen. Ik heb in een week tijd alles bekeken: de accommodatie, de faciliteiten, hoe ze alles hadden opgezet, enzovoort. Na die week heb ik gezegd dat ik niet direct wilde tekenen, maar we zijn contact blijven houden en ben er bij het begin van de competitie, in maart, naartoe gegaan.”

voetbalzone

Wat hield de functie van technisch adviseur precies in?
“Ik heb advies gegeven met betrekking tot het eerste elftal, maar heb mij vooral beziggehouden met het aanbrengen van structuur in de jeugdopleiding. Ik heb trainerscursussen opgezet, trainers gecoacht en heb een visie neer proberen te zetten om het jeugdvoetbal van Puerto Cabello te verbeteren. Ik heb goed kunnen werken, hoewel de competitie niet van een heel hoog niveau was.

Hoe schat je dat niveau in?
“Het voetbal is anders, met meer emotie en passie dan in Nederland. Het is intuïtiever en daardoor zijn de spelers moeilijker aan te sturen. Het beste zou zijn als je in de jeugdopleiding een manier van spelen ontwikkelt en die verfijnt, maar dat de spelers wel hun eigen mentaliteit en passie behouden. Dat is de juiste combinatie. Dat hebben we ook wel geprobeerd, maar zonder structuur blijft het in een wedstrijd en in een training bij die passie en emotie. Alle wedstrijden in Venezuela zijn overigens ook complete veldslagen, in de goede zin van het woord. Winnen is gewoon ontzettend belangrijk. In Nederland is de manier van spelen vaak wel duidelijk, maar is dat willen winnen vaak verwaterd.”

“De jeugdspelers in Zuid-Amerika zijn over het algemeen technisch beter dan in Nederland, dat zie je ook aan Venezuela Onder-20 dat tweede van de wereld werd. Het heeft dus wel niveau, maar het is niet gestructureerd. In Nederland worden ze dan vaak bijgeschoold, dat zie je ook bij een David Neres bij Ajax. Je ziet wel dat spelers in Zuid-Amerika minder snel opgeven. Een voorbeeld: als je op een training vijf minuten lang vier tegen vier speelt en een team staat na vier minuten met 3-0 voor, dan denken ze in Nederland vaak: laat maar gaan, de volgende keer beter. In Zuid-Amerika niet: daar proberen ze in dat ene minuutje nog alles eruit te halen. Ze gaan tot de bodem, geven nooit op. Dat is méér aanwezig dan in Nederland.”

Waar ligt dat aan?
“Ik denk dat het voor een deel een maatschappelijk probleem is. We hebben het hier in Nederland gewoon te goed. Voor jeugdspelers wordt vaak alles geregeld, maar in landen zoals in Venezuela is het een kwestie van overleven. Die spelers, maar ook voetballers uit Afrika, doen echt alles om te slagen. In Nederland, en dan bedoel ik natuurlijk niet álle voetballers, is die prikkel om te overleven en te slagen vaak minder aanwezig.”

In hoeverre is mentaliteit trainbaar?
“Het heeft zoals ik net al aangaf met de maatschappij te maken. De mensen worden op een bepaalde manier gevormd en de spelers maken onderdeel uit van diezelfde maatschappij. In Nederland wordt alles voor je geregeld, vijftig procent je best doen is vaak goed genoeg. Op dat maatschappelijke aspect heb je als trainer weinig invloed. Je kunt wel proberen om ze altijd tot het gaatje te laten gaan, zorgen dat ze nooit verzaken, ook niet bij een 4-1 achterstand. Daar kun je als trainer een heleboel aan doen. Overigens denk ik dat het Nederlandse jeugdvoetbal er niet zo alarmerend voorstaat als wordt gesteld, hoor. Het wordt door media en bepaalde mensen opgeklopt, maar ik denk dat wij nog altijd een goede jeugdopleiding hebben.”

voetbalzone

Inter Turku
Voordat Dragtsma in Venezuela aan de slag ging, werkte hij negenenhalf jaar in Finland, bij Inter Turku. In het Noordse land won hij twee bekers en een landstitel en in maart 2016 leverde Dragtsma - die begin jaren zeventig twee seizoenen voor Ajax speelde en tussen 1977 en 1984 als international actief was in de zaal - zijn contract bij de blauw-zwarten in. “Op dit moment denk ik niet dat ik de juiste trainer ben om het team de juiste richting in te krijgen. Daarom wil ik niet doorgaan”, liet Dragtsma in een officiële verklaring weten. Inter stond op dat moment met twaalf punten op een teleurstellende negende plaats in de Veikkausliiga, met veertien punten minder dan koploper en recordkampioen HJK Helsinki.

“De competitie in Finland loopt van april tot eind oktober. Op een gegeven moment werd de eigenaar ziek, de man die mij altijd ruggenspraak heeft gegeven en met wie ik altijd overlegde over de te halen spelers. Hij had een hersenschudding opgelopen en hoewel hij daar later wel meer van opknapte, nam hij afstand van de club. Hij kon zich vanwege zijn gezondheid gewoonweg niet meer zo vaak bemoeien met Inter Turku en daardoor konden we in de voorbereiding niet de spelers halen die we wilden halen. We draaiden een matig seizoen en voor mij was de koek op. Ik liep tegen steeds meer dingen aan”, aldus Dragtsma, die wel zegt ‘een geweldige tijd’ te hebben gehad in Finland.

“Ik werkte in de jeugdopleiding van Fenerbahçe (samen met Joop Lensen en Alex Pastoor, red.) en werd gebeld of ik interesse had om bij Inter Turku te werken. Ik ging bij het vakantiehuisje van de voorzitter langs in Nice, we kwamen eruit en ik tekende voor twee seizoenen. We hadden een vrij goede jeugd en konden goede spelers halen als Jos Hooiveld. We hebben Europees voetbal gespeeld en prijzen gewonnen.” Dragtsma prijst zichzelf gelukkig dat hij bij Inter de tijd kreeg om wat op te bouwen: “Dat heeft er ook mee te maken dat ik in mijn tweede jaar kampioen werd, dan bouw je toch veel krediet op. Want normaal gesproken ben je aan de beurt als het even niet loopt. Kijk maar naar Pastoor bij Sparta Rotterdam. Je kunt promoveren, maar loopt het even niet, dan kun je gaan.”

“Je krijgt steeds minder vaak de tijd en bij een ontslag is het: de club wint, de trainer verliest. Dat komt vaak ook door de media die een dusdanige invloed uitoefenen op de publieke opinie dat een club verder onder druk komt te staan. Maar ik vind dat een club wat vaker de structuur mag volgen. AZ heeft bijvoorbeeld een beleid dat helder is en is een club die na twee, drie nederlagen niet in paniek raakt. In Turkije was het overigens nog erger: trainers gaan daar veel defensiever voetballen en geven weinig talenten de kans omdat ze bang zijn voor een ontslag. Enkel winnen staat dan centraal, niet het opleiden van voetballers. Toen ik bij Fenerbahçe zat, was Christoph Daum de trainer. Hij distantieerde zich volledig van de pers, maar werd op een gegeven moment ontslagen. Vervolgens kwam Zico: hij nam een rits Brazilianen mee, maar werd ook na vijf maanden ontslagen. Er is totaal geen visie, de emotie regeert.”

“Je moet in Turkije een naam hebben, het gaat er niet zozeer om kwaliteit. Stel je eens voor dat Louis van Gaal naar Turkije gaat. Hij is een grote naam, maar ook iemand die de tijd moet krijgen om zijn visie uit te werken. Helaas zit de voetbalmaatschappij tegenwoordig zo niet meer in elkaar en zal hij die tijd in Turkije nooit krijgen. Het gaat om winnen, hoe maakt niet uit. En als je géén naam hebt en een keer verliest, ben je nóg sneller aan de beurt”, aldus Dragtsma, die in Alkmaar afwacht wat de toekomst hem brengt. “Ik ben twaalf jaar weggeweest en heb veel ervaring opgedaan. Als er wat leuks komt, of dat nou uit Nederland of uit het buitenland is, dan sta ik ervoor open.” Overigens heeft Kenneth Zseremeta, de bondscoach van de Venezolaanse vrouwen met wie dit verhaal begon, al wél weer nieuw werk gevonden. Hij is aangesteld als trainer van de vrouwen van Deportivo Táchira.