‘Ik groeide in Chili op in armoede, we hadden thuis niets te eten’
Als profvoetballer leeft Arturo Vidal het leven van een wereldster, maar het is de middenvelder van Juventus niet aan komen waaien. In Chili groeide hij op in extreme armoede, zo laat hij optekenen in de Italiaanse media. Eerder bezigde Carlos Tévez, die opgroeide in Argentinië, al dezelfde woorden.
“Ik had een moeilijke start van het leven, maar dat zorgt er alleen maar voor dat we beter spelen”, begint de Zuid-Amerikaan. “Toen ik dertien jaar oud was hadden wij thuis niets te eten. Mijn moeder werkte de hele dag om ons die avond wat eten te kunnen geven. Ik wist dat ik voetbaltalent had en ik wist dat ik de familie zou kunnen helpen.”
“In Chili leerden wij voetballen tussen stenen, maar dat hielp onze ontwikkeling. Ik viel altijd op die stenen, dat zal ik de rest van mijn leven niet meer vergeten. Mijn eerste club? Rodelindo Roman. Ik zou daar ooit weer willen spelen. Ik kende de regels nog niet, maar ik kreeg er wel plezier in”, lacht Vidal.