‘Ik ging bij Ajax weg en dacht: ik speel 34 keer, maak er 25 en ga weer verder’
Danny Hoesen heeft in een uitgebreid en openhartig interview met Voetbal International teruggeblikt op zijn carrière. De aanvaller, die onlangs zijn schoenen aan de wilgen hing, ging de boeken in als Ajacied die in de Champions League wist te scoren tegen Barcelona, maar kende gedurende zijn loopbaan ook diepe dalen. Zo schaamde hij zich voor zijn eigen familie en durfde hij zijn eigen zus niet onder ogen te komen.
Hoesen had er een hekel aan om mensen teleur te moeten stellen. "Mijn zus zat soms uren in de auto om mij te zien voetballen. Als ik dan niet goed speelde, baalde ik zo... Als ik dan extra lang douchte, waren zij soms alweer op weg naar huis", vertelt de aanvaller met enige schaamte. "Ik heb wedstrijden gehad dat ik naar mijn voeten keek en dacht: wat zijn we aan het doen? Ik ging nadenken over handelingen waar ik normaal niet bij nadacht."
Een van zijn mindere periodes beleefde Hoesen bij FC Groningen. De aanvalsleider werd met hoge verwachtingen binnengehaald, maar was nooit onomstreden. "Ik ging bij Ajax weg en dacht: ik speel 34 wedstrijden, schiet er 25 in en ga weer verder." Dat bleek niet het geval. "Na een slechte pot bleef ik soms wel vier dagen binnen. Dan was ik somber en bleef ik na de training liever thuis. Op straat voelde ik de blikken. Mijn vrouw merkte dat niet als we samen op pad waren, ik wel. Ik merkte hoeveel ik eigenlijk leerde bij Ajax."
Hoesen heeft gedurende zijn carrière altijd moeite gehad om zich af te sluiten van de buitenwereld. "Achteraf had ik soms wat meer schijt willen hebben", gaat hij verder. "Gewoon alle geluiden om je heen negeren en me puur richten op het voetbal. Ik wilde verwachtingen waarmaken, ging op zoek naar bevestiging. Heb daarom ook vijf jaar geen social media gehad. Ik had al mijn accounts verwijderd. Je kunt 99 aardige berichten krijgen en toch is het die ene lelijke die blijft hangen."
Om een dikkere huid te krijgen, ligt volgens Hoesen ook een belangrijke taak bij de clubs. Zij kunnen bijdagen aan het verantwoordelijkheidsgevoel. "Ik vergeet nooit een uitwedstrijd met Ajax in de Champions League. Ik zat net bij de ploeg en kwam er in het hotel achter dat ik mijn tandenborstel was vergeten. Ik appte de teammanager: ‘Is hier misschien een winkel in de buurt waar ik even een tandenborstel kan kopen?’ Tien minuten later stond hij voor mijn deur. Met een tandenborstel. Ik dacht: dat kan ik zelf toch ook?"