voetbalzone

‘Ik ga in de rust niet mijn shirt ruilen met Van Persie nee, nooit’

Erik van Dam10 nov 2012, 08:15
Laatst bijgewerkt: 10 nov 2012, 08:15
Advertentie

Ron Vlaar geniet van zijn eerste seizoen in Engeland. De 27-jarige verdediger is basisspeler én aanvoerder bij Aston Villa, een knappe prestatie gezien de relatief korte tijd die hij pas in Birmingham is. De Nederlander is nu al een favoriet van het publiek en gaat zijn best doen die status nog meer luister bij te zetten. Sportief zit het de club nu nog tegen, maar succes tegen Manchester United kan veel goedmaken.

/

Zaterdagmiddag staan Vlaar en zijn teamgenoten tegenover de koploper van de Premier League. Het verschil in punten is groot (vijftien), maar Vlaar blijft optimistisch over de kansen van zijn team. Dat zegt hij in gesprek met the Guardian. Na United volgen ook nog confrontaties met Manchester City en Arsenal, een zwaar programma. “Ik weet dat we ertoe in staat zijn, zeker na wat we vorig jaar deden bij Feyenoord. Ik denk dat zoiets ook hier bij Villa mogelijk is.”

“Ik zeg niet dat we tweede worden, maar we kunnen wel een team bouwen dat ergens in gelooft”, verzekert Vlaar. Zaterdag staat hij oog in oog met landgenoot Robin van Persie, die in de zomer ook naar een nieuwe club ging en in blakende vorm verkeert. Op de vraag of Vlaar, net zoals André Santos vorige week deed, in de rust het shirt van Van Persie al gaat vragen, antwoordt hij heel resoluut ‘nee’.

/

“Nooit, nooit”, benadrukt hij. “Ik denk daar niet eens aan, voor ik een wedstrijd in ga. Het gaat er niet om of je je shirt met iemand kunt ruilen, ik wil de punten. Daar gaat het om.” Vlaar verhaalt in de kwaliteitskrant over de zware blessures waarmee hij te maken kreeg in de Eredivisie en hoe die hem mede gevormd hebben. Na de tweede kwetsuur twijfelde hij over zijn carrière, maar het ging hem vervolgens toch weer goed.

Vlaar geeft ook aan wie zijn idool was, in zijn jongere jaren. “Jaap Stam was echt verbazingwekkend goed, een voorbeeld. Hij was sterk, en de manier waarop hij op dat veld stond, met zijn statuur, ik denk dat hij tegenstanders daar bang mee maakte. Hij was een echte winnaar, deed alles voor de winst en was een goede leider. Zelf ben ik ook van niemand bang. We weten tegen wie we spelen.”