voetbalzone

‘Ik denk dat er nacompetitie in deze ploeg zit: ze kunnen een periode halen'

Kevin van Buuren23 sep 2023, 17:45
Laatst bijgewerkt: 25 jul 2024, 01:30
Advertentie

Voetbalminnend Nederland krijgt vaak hetzelfde menu voorgeschoteld: ‘de grote drie’ en respectievelijke bijgerechten. Daarom neemt Voetbalzone dit seizoen een Kijkje in de Keuken Kampioen Divisie. Met behulp van de archieven en een zorgvuldig geselecteerde clubexpert zetten we de minder bekende Nederlandse clubs in de spotlight. Deze editie biedt een kijkje in de keuken van FC Den Bosch, een club vol ups en downs die leeft bij de gratie en genade van fans en spelers.

Door Kevin van Buuren.
(De uitgelichte foto is afkomstig van Henk van Esch Fotografie.)

Stadion de Vliert zit tegen Jong PSV (1-2 verlies), op vrijdag 1 september weer ouderwets vol. Via een harmonieuze samenwerking tussen FC Den Bosch en supporters wordt er daadkrachtig actie ondernomen om dit voor elkaar te krijgen. Het is namelijk voor het eerst sinds 2004 dat alle 8.500 stoelen bezet zijn tijdens een wedstrijd in de eerste divisie. Toen was het de kampioenswedstrijd tegen BV Veendam (3-2 winst) die de volledige aandacht van De Vliert opeiste. De sfeeractie moet de eerste stap zijn richting een herrijzing van de ooit zo gerespecteerde voetbalclub.

Wie denkt aan de glorietijden in De Vliert, denkt automatisch aan de Sliert: voormalig doelman Jan van Grinsven. Zijn rijmende bijnaam is onlosmakelijk verbonden met het thuis van de club, alsof het stadion naar hem is vernoemd. In werkelijkheid zal het andersom zijn. Meer dan veertig jaar was hij werkzaam bij de club. Eerst als doelman, later onder meer als jeugdtrainer, keeperstrainer, assistent-trainer, teammanager en commercieel medewerker. Hij kent het reilen en zeilen van de club, de pieken en dalen, en voorziet weer een mooie toekomst voor FCDB. “Als ik zie hoe veel mensen er weer op de M-Side zitten, dat was in mijn tijd ook zo”, legt hij uit aan Voetbalzone. Maar, in de tijd van Van Grinsven was het team de sfeermaker. Stabiele prestaties zorgden voor een onophoudelijke feeststemming op de Vliert.

voetbalzone

De een z’n dood…
FC Den Bosch moet nog geboren worden, wanneer de Bossche voetbalvereniging BVV de stad op de kaart zet. Als kampioen van regio Zuid II wint de amateurclub in 1948 de landstitel, door in de kampioenscompetitie aan het langste eind te trekken. De gemeenteraad weet dan zeker: Den Bosch is een voetbalstad. Het stemt daarom in met de bouw van een echt voetbalstadion. In 1951 wordt De Vliert in gebruik genomen. Met een capaciteit van 30.000 mensen zijn alleen De Kuip en het Olympisch Stadion op dat moment groter. Wanneer in 1954 het betaald voetbal wordt ingevoerd, gaat het echter bergafwaarts met BVV. Daarbij probeert ook betaald voetbalclub Wilhelmina nog te overleven in de geprofessionaliseerde jungle.

BVV komt uiteindelijk ten val na de omkoopaffaire. Op 25 mei 1956 bieden vier liefhebbers van Den Bosch SHS-doelman Wim Landman geld aan. Met als doel de aankomende promotiewedstrijd tegen BVV in het voordeel van de Bosschenaren te laten beslissen. Ze laten bij hem een envelop met vijfhonderd gulden achter. Landman zou dat geld later terug hebben gegeven. Hij keept ook een matige wedstrijd (5-1 verlies). In 1959 wordt Landman daarom de eerste speler die vanwege matchfixing wordt geschorst - al bleek later dat dit onterecht was. Wanneer dit uitkomt, alsmede een 'zwarte kas' bij de club, wordt het gehele bestuur van BVV ontslagen en verliest BVV uiteindelijk zijn proflicentie. Het nieuwe FC Den Bosch neemt die licentie in 1966 over. Als de profafdeling van Wilhelmina een jaar later ook opgaat in FC Den Bosch, krijgt het de officiele naam FC Den Bosch ’67, spelend in De Vliert.

Eredivisiewaardig
Het eerste succes volgt al in 1971. Het kampioenschap in de eerste divisie levert de eerste promotie op naar de Eredivisie. Erg lang duurt het niet, na twee seizoenen vechten tegen degradatie, bezwijkt Den Bosch in 1973. Financieel heeft de club het zwaar, maar een hecht team brengt in 1982 redding. “Het jaar voordat ik basiskeeper werd”, vertelt Van Grinsven, “had de club het financieel zwaar. Toen riepen de oudere spelers iedereen bij elkaar en zijn we de stad in gegaan voor een biertje. Toen zeiden we: ‘Als we ons geld opeisen, dan is het klaar. Wat doen we?’ Een paar jongens verklaarden dat het moeilijk zou worden, omdat zij ook een gezin hadden. Maar uiteindelijk besloten we met z’n allen om door te gaan. Als gevolg dat we de nacompetitie haalden en in 1983 promoveerden.”

Vanaf dat moment gaat het beter met Den Bosch. Het elektronicabedrijf Panasonic wordt hoofdsponsor en de club blijft liefst zeven seizoenen lang in de Eredivisie. Daarin eindigden ze onder meer twee keer zesde en even vaak zevende. Van Grinsven, die in totaal zestien seizoenen voor Den Bosch speelt, over zijn tijd als keeper. “We hadden ook een erg goed team. Gerard Aichorn; John van Nille; Kees van der Linden; Wim van der Horst; Hans Gillhaus, ook international geweest. Het waren heerlijke spelers om mee te werken, én te presteren. Want dat wilden we.” Die prestatie gaat in Den Bosch gepaard met genieten. “Dat bourgondische, dat maakt de club zo mooi. Samen met het presteren”, zegt de Sliert van de Vliert. Hij herinnert zich zijn tijd bij de club. “Bij mijn allereerste thuiswedstrijd was ik semi-prof. Ik was 19 jaar. We wonnen en ik liep met mijn tas het spelershome voorbij. Ik moest morgenochtend weer werken en dan ’s middags weer trainen. Ik wilde naar huis. Mijn aanvoerder tikte me op mijn schouder: ‘Wat ga je doen? Na de wedstrijd pakken we hier eerst een biertje met de jongens.’ Dan zit je in het profvoetbal, hè?”

Van Grinsven keept zich uiteindelijk in de basiself en zet langzaamaan met dikke inkt zijn naam, met die van Den Bosch, in de geschiedenisboeken. In 1985 scoort hij als eerste keeper ooit een goal in het betaalde voetbal. "We stonden 1-2 achter tegen Roda en kregen een vrije trap. (Rinus,red.) Israël wuifde mij naar voren. Uiteindelijk kreeg Aichorn die bal en schoot ‘m op doel. Iemand schiet ‘m op de paal en hij rolt achter Smits, de keeper. Ik krijg ‘m zo voor z’n voeten en tik ‘m binnen.” Als viering maakt Van Grinsven een iconische koprol. "Dat heb ik later aan mijn kinderen laten zien, die lagen dubbel." Het jaar daarop wordt hij opnieuw beroemd door een doelpunt, maar dit keer staat hij aan de andere kant. Wanneer op 9 september 1986 een hoge bal van Jan Wouters richting mede-Ajacied Marco van Basten vliegt, maakt laatstgenoemde een prachtige omhaal. De bal verdwijnt achter Van Grinsven in de kruising. Stand: 3-1.

“Er viel die dag echt wat te halen tegen Ajax. Na de 2-1 waren wij gewoon beter. Dan maakt Marco die omhaal...” Na de wedstrijd heerst echter teleurstelling in de kleedkamer. “Iedereen keek naar beneden. Opeens zie ik twee voeten voor me staan. De trainer lachend: ‘Die bal had je toch wel kunnen hebben?’ Ik schoot overeind. Hoe kun je nu lachen? Maar hij zei: ‘We hadden recht op een punt, maar soms moet je gewoon genieten. Ook al krijg je ze wel eens tegen.’”

Na de degradatie in 1990 heeft FC Den Bosch het moeilijk. Wanneer sponsor Panasonic er ook nog mee ophoudt, heeft de club het financieel zwaar. “Toen waren er te veel mensen binnen de club die dachten dat Panasonic maar door zou gaan. Daardoor waren er veel te weinig sponsoren om de club daar te houden waar het was”, weet Van Grinsven nog. Den Bosch promoveert tot op heden nog vier keer (in 1992, 1999, 2001 en 2004), maar iedere keer vliegt de club het volgende seizoen er direct uit. Wel speelt het in 1991 nog een bijzonder potje: de bekerfinale tegen Feyenoord. Door veldbestormers fluit de scheidsrechter van dienst zeven minuten eerder af, bij een 1-0 stand voor Feyenoord. “Daar heeft de club nog lang rechtszaken tegen aangespannen. Uiteindelijk zei de FIFA toen dat we moesten stoppen, of we zouden drie jaar uitgesloten worden van Europees voetbal. Maar ja, wij speelden eerste divisie.”

Een frisse start
Meerdere keren wordt de club ook door supporters geholpen, om het hoofd boven water te houden. “In die tijd dat het moeilijk was, is gebleken dat heel veel mensen een blauw-wit hart hebben. Dat maakt deze club zo groot. Het is vaak leven op de rand van de afgrond, maar iedere keer weer opkrabbelen.” Dit seizoen moet de interne stabiliteit, die de club steeds meer ontwikkelt, uitwasemen naar sportieve prestaties. “Ik denk dat er zeker nacompetitie in deze ploeg zit. Ze kunnen minimaal een periode halen. Dit Den Bosch speelt leuk en fris voetbal”, zegt de oud-keeper.

Voor het beoogde succes is de jeugdopleiding een belangrijke pijler. “Den Bosch heeft altijd een goede opleiding gehad. Dat komt door de goede samenwerking met school. Daarom willen jongens hier spelen. Als het goed gaat op school, vertaalt zich dat naar het veld”, weet Van Grinsven. Het beste product uit die opleiding? “Ruud van Nistelrooij. Hij was toen nog niet de beste, maar zó leergierig. Hij verloor een keer een partijtje met 3-0. Na de training wilde hij nog met mij wat ballen op goal schieten. Hij noteerde alles. Dat móést een topspeler worden.” Eenzelfde luchtigheid zie je ook tegenwoordig nog terug bij de club. Zo wordt de historische nederlaag tegen PEC Zwolle (13-0), op 3 maart 2023, ook verwerkt met Bossche humor. "Dè was kut", legt de sleutelhanger die alle fans thuisgestuurd krijgen nog eens uit. In Den Bosch geeft men kleur aan de zwarte bladzijdes uit de geschiedenis.

Vorig seizoen eindigden de Bosschenaren als negentiende. Wat volgens Van Grinsven niet past bij een stad als Den Bosch. “Ik vind het wel een voetbalstad. We hebben hier vroeger ook hele goede amateurclubs gehad. Het Panasonic-team met FC Den Bosch.” Het club-icoon hoopt dan ook dat het stadion nog vaker vol zit. “De Vliert is denk ik een ontmoetingsplek. Het publiek heeft veel geschommeld, maar zoals het er nu zit. Dat bindt toch weer. FC Den Bosch zou nooit meer zonder betaald voetbal moeten willen.”