‘Ik dacht dat Man United hem wilde verkopen nadat hij die fan schopte’
Massimo Moratti was sinds 1995 de baas bij Internazionale, maar verkocht de club in oktober voor zeventig procent van de aandelen aan de investeringsmaatschappij van Erick Thohir en stond een maand later ook de voorzittershamer af aan de Indonesiër. In gesprek met Mediaset blikt Moratti woensdagavond terug op zijn periode in het Giuseppe Meazza.
De zeventigjarige petroleummagnaat, die nog wel erevoorzitter is van i Nerazzurri, werd vijf keer kampioen, won één keer de Champions League en investeerde bijna driehonderd miljoen euro in het elftal. Hij haalde onder anderen Christian Vieri, Ronaldo, Zlatan Ibrahimovic, Luís Figo, Wesley Sneijder en Samuel Eto’o, maar is logischerwijs ook grote spelers misgelopen, zo vertelt hij in het interview.
“Éric Cantona. Als we hem hadden gehaald, dan hadden we onze hoogtijdagen eerder beleefd, want met hem zou alles anders zijn geworden. Toen hij die supporter een trap verkocht, dacht ik dat Manchester United hem misschien wilde laten gaan en dat het zinvol was om de onderhandelingen op te starten. We stonden op het punt om hem te contracteren, maar vanwege een misverstand met iemand ging het niet door.”
“En dan hebben we nog Francesco Totti. We konden met hem onderhandelen omdat zijn contract bij AS Roma afliep, maar eerlijk gezegd wilde die club hem nooit laten gaan. Ik heb Roberto Mancini ook bij Sampdoria weg willen halen, maar voorzitter Paolo Mantovani zag hem als een zoon en moest bijna huilen bij de gedachte dat Mancini weg zou gaan. Ik ben blij dat ik hem later als coach alsnog kon halen”, aldus Moratti.