‘Ik beefde die dag als een rietje: hoe kon ik ooit met hen praten?’
Na John Terry is John Obi Mikel bij Chelsea de speler die al het langst deel uitmaakt van de selectie. De Nigeriaanse middenvelder komt al sinds het seizoen 2006/07 uit voor the Blues en nadert de 250 Premier League-wedstrijden. Jonge teamgenoten kijken tegen Mikel op en vragen hem nu om advies en tips, maar jaren geleden was Mikel zelf helemaal ‘groen’ in Londen en durfde hij zijn medespelers amper aan te spreken.
Komende zomer staat Mikel een decennium onder contract bij Chelsea en ter gelegenheid daarvan sprak hij met het clubblad over zijn verleden. Mikel herinnert zich nog goed hoe hij binnenkwam als nieuweling. “Ik kwam die dag bevend als een rietje de kleedkamer binnen en zag wie er allemaal rondliepen: jongens als John Terry, Frank Lampard, Didier Drogba, Claude Makélélé, Geremi, Michael Essien, Michael Ballack, Andriy Shevchenko...”, somt Mikel op.
“Het was echt bizar, ik was zelf pas negentien. Ik trilde die dag alleen maar, want hoe kon ik ooit met al die jongens praten? Ik had geen idee wat ik moest zeggen. Ze waren echt aardig, hoor, maar het was gewoon beangstigend. Het kan best pittig zijn om als jonkie de kleedkamer binnen te moeten gaan. Je moest toch het recht verdienen om bij ze te horen”, weet Mikel nog.
Na een rustige aanloop ontpopte Mikel zich langzamerhand tot een waardevolle schakel bij Chelsea. Hij begon onder José Mourinho en maakte daarna nog meer trainers mee: Avram Grant, Luiz Felipe Scolari, Guus Hiddink, Carlo Ancelotti, André Villas-Boas, Roberto Di Matteo, Rafael Benítez en daarna opnieuw Mourinho en Hiddink. Soms kwam hij een tijd op de bank terecht, maar altijd vocht hij zich weer terug.