voetbalzone

‘Ideaal, ik maakte tegen Feyenoord twee fouten die niet fataal waren’

Robin Bruggeman28 okt 2017, 07:00
Laatst bijgewerkt: 28 okt 2017, 07:00
Advertentie

Matthijs de Ligt is na zijn stormachtige doorbraak van vorig seizoen nog steeds pas achttien jaar oud en inmiddels vaste basisspeler bij Ajax. De jonge verdediger vormde vorige week in de Klassieker tegen Feyenoord samen met de één jaar oudere Maximilian Wöber het hart van de Amsterdamse verdediging en zag zijn ploeg uiteindelijk met 1-4 zegevieren. De Ligt speelde door het veroorzaken van een penalty en een slippertje bij de tegentreffer van Nicolai Jörgensen wel een hoofdrol.

“We wonnen met 4-1 uit bij Feyenoord en dat was eigenlijk ideaal. Ik maakte twee fouten die niet fataal waren voor de goede afloop, dus in feite zijn dat de perfecte leermomenten”, blikt De Ligt, die weet dat dat soort momenten snel uit zijn spel moeten, terug in gesprek met De Telegraaf. De stopper had het idee dat hij in De Kuip een goede wedstrijd speelde en vindt het daarom jammer dat hij toch weer invloed heeft op de einduitslag: “Daar spreek ik veel over met ervaren verdedigers, die ook in de voetballerij hebben gezeten.”

De Ligt weet wel waar de fout ligt. Hij merkt hoe moeilijk het is om negentig minuten lang gefocust te zijn en dat de concentratie af en toe wegvalt: “Ik moet zorgen dat ik, net als Frank de Boer ooit is gelukt, bijna foutloos word. Ik heb nu de pech dat die bal er elke keer ingaat als ik de fout in ga. Dan vallen mijn missers meer op, natuurlijk.” Het talent ligt echter niet wakker van wat de buitenwacht over hem zegt, al vindt hij ook dat zijn leeftijd geen excuus is.

“Nee, mensen hoeven geen clementie met me te hebben. Ik ben een Ajax 1-speler en zo moet ik ook worden beoordeeld.” De Ligt heeft soms wel het idee dat hij wordt gezocht, maar weet ook dat hij de lat door zijn eigen prestaties hoof heeft gelegd. Hij noemt het voetbal dan ook een ‘ervaringsvak’: “Bij FC Kopenhagen-uit verloor ik een kopduel en dat kostte ons een tegengoal. Sindsdien dek ik in zulke situaties toch anders.”