‘Hooguit deel van publiek dat me afschreef: ‘Hij is toch geen Ajax-niveau?’’
Ajax betaalde afgelopen zomer miljoenen om Edson Álvarez in te lijven als beoogde opvolger van Matthijs de Ligt. Voorlopig is het echter Joël Veltman die de plek naast Daley Blind inneemt, nadat hij een groot deel van het vorige seizoen nog aan zich voorbij moest laten gaan vanwege een zware knieblessure. Veltman geeft in gesprek met Ajax Life aan zelf ook verrast te zijn dat hij zo snel weer belangrijk is geworden voor Ajax.
“In de periode dat ik mijn knieblessure opliep, leek het erop dat ik die zomer zou vertrekken. Dat wilde ik zelf ook wel. Door de blessure ging daar een streep door. Toen ik terugkeerde in het team kreeg ik te horen dat ik niet weg mocht. Al snel wilde ik dat zelf ook niet meer”, vertelt hij. Veltman zette eerder dit jaar zelfs zijn handtekening onder een nieuw contract en is nu nog tot medio 2021 verbonden aan zijn werkgever.
De verdediger krijgt echter nog steeds weleens te maken met kritiek en geeft toe dat hij zich soms weer snel afgeschreven voelt bij Ajax. Met de manier waarop hij wordt behandeld door verschillende trainers heeft dit echter niets te maken: “Als ik fit was, veroverde ik eigenlijk altijd een basisplaats. Dat heeft me juist veel zelfvertrouwen gegeven.”
“Het was hooguit een deel van het publiek dat mij afschreef. ‘Die Veltman, dat is toch geen Ajax-niveau?’ Je kent die kritiek wel.” De kritiek heeft hem op een bepaalde manier echter ook geholpen en ook van het revalideren en het zich opnieuw moeten bewijzen onder een nieuwe trainer is Veltman mentaal ‘behoorlijk sterk’ geworden: “Ik ben mentaal veel sterker dan veel andere voetballers, denk ik. Eigenlijk weet ik dat wel zeker.”