voetbalzone

Honkbalicoon botst met Italiaanse ‘sprookjesclub’: ‘Ik ben freaking pissed off'

Chris Meijer03 apr 2018, 23:30
Laatst bijgewerkt: 03 apr 2018, 23:30
Advertentie

REGGIO EMILIA - Mike Piazza neemt een slok van zijn water, leunt achterover op zijn stoel en begint rustig aan een relaas in het Amerikaans Engels. Terwijl de fotocamera’s klikken, vertelt de oud-honkballer hoe hij honderdduizenden dollars in Reggiana heeft gestoken, hoe hij toeristen uit de Verenigde Staten naar Reggio Emilia lokte en hoe hij de New York Times over de vloer kreeg bij de Italiaanse derdedivisionist. Nadat de tolk dat alles naar het Italiaans vertaald heeft, slaat Piazza op tafel: “We verdienen respect!”

Door Chris Meijer

“We laten niet met ons sollen door een miljardenbedrijf. Het stadion is gebouwd voor deze club, door deze mensen. In samenwerking met de burgemeester hebben we op vriendschappelijke wijze geprobeerd een overeenstemming te bereiken met Sassuolo, meneer Squinzi en Mapei, maar we krijgen niets. Niets! And I’m sick of it. Ik ben gefrustreerd en freaking pissed off”, zegt Piazza, waarna hij achterover leunt. De tolk moet de boodschap overbrengen aan het verzamelde Italiaanse journaille. Piazza vervolgt: “Het enige dat we willen, is een eerlijke huur betalen aan Sassuolo. We willen betalen wat de andere clubs in de Serie C ook gemiddeld betalen voor hun stadion. Ze moeten terugkomen aan de onderhandelingstafel en de burgemeester moet ons helpen. Als we niet tot een overeenstemming komen, moet de gemeente een plaats voor ons zoeken waar we kunnen spelen.”

Weer slaat de president van Reggiana op tafel. “Sassuolo kan in Sassuolo spelen. Sassuolo kan in Modena spelen. Maar wij moeten hier spelen, we laten ons niet verbannen. Oké? Ik heb veel respect voor wat Sassuolo heeft bereikt, maar guess what. Sassuolo brengt niet de New York Times naar Reggio Emilia”, concludeert Piazza. Amper een dag later circuleert het filmpje van de persconferentie op alle Amerikaanse sportsites. Piazza is immers niet zomaar iemand. Nee, hij is een icoon in het honkbal. De 49-jarige Piazza speelde jarenlang voor onder meer de Los Angeles Dodgers en de New York Mets en staat te boek als een van de beste catchers aller tijden. Op het hoogtepunt van zijn loopbaan verdiende hij ruim twaalf miljoen euro per jaar. In 2016 werd Piazza opgenomen in de Baseball Hall of Fame en in hetzelfde jaar werd hij grootaandeelhouder en president van Reggiana, een Italiaanse derdedivionist.

Legende
Dat Piazza een legende is in de Verenigde Staten hadden op dat moment weinig mensen in Reggio Emilia, een stad met zo’n 170.000 inwoners in het noorden van Italië, in de gaten. De grootouders van de oud-honkballer zijn afkomstig van Sicilië en in eerste instantie had hij dan ook zijn zinnen gezet op Palermo. Piazza raakte pas na zijn loopbaan geïnteresseerd in het voetbal, maar had weinig met de megalomane Major League Soccer (MLS). Liever nam hij een club in Italië over, alleen bloedde het idee om Palermo te kopen dood. Hij verlegde zijn aandacht naar Parma, maar door de schuldenlast viel ook die club af als optie. Maurizio Fransone, oud-doelman en al jarenlang een vriend van Piazza, wees hem vervolgens op Reggiana uit Reggio Emilia, veertig kilometer ten zuidoosten van Parma. De gefortuneerde Amerikaan zag wel wat in die club. Reggiana speelde in een relatief groot stadion, had de beschikking over een goed trainingscomplex, lag geografisch in een gebied waar men de nodige sponsors kon trekken en had een traditioneel grote fanbase.

Piazza toonde zich overtuigd en telde circa drie miljoen euro neer om grootaandeelhouder te worden van Reggiana. Op dat moment wist hij nog niet dat het ‘grote stadion’ hem uiteindelijk zou dwingen om een woedende persconferentie te geven. De komst van Piazza zorgde voor nieuw enthousiasme rond de club, die een lading nieuwe sponsors wist te trekken en het aantal seizoenkaarthouders zag verdubbelen. Onder het nieuwe bewind werden er bij Reggiana elementen uit de Amerikaanse sportcultuur geïmplementeerd in het beleid. Direct werd de portemonnee getrokken om twintig nieuwe spelers naar Reggiana te halen. Het doel was duidelijk: zo spoedig mogelijk terug naar de Serie B, waar men in seizoen 1998/99 voor het laatst speelde. In de jaren daarvoor speelde Reggiana nog in de Serie A, maar sinds 1999 is de club dus niet meer hoger gekomen dan het derde niveau van de Italiaanse voetbalpiramide.

voetbalzone

Kort voor de degradatie, in 1995, had Reggiana met Stadio Giglio een gloednieuw onderkomen betrokken. In 2005 ging de club failliet en als gevolg daarvan moesten het stadion en andere bezittingen van de club geveild worden. De publieke veiling zou uiteindelijk pas plaatsvinden in 2013 en dit bleek een uitgelezen kans voor Giorgio Squinzi. De 74-jarige Italiaan staat aan het hoofd van Mapei, een producent van chemische bouwmaterialen. Het door Squinzi’s vader gestichte bedrijf draait jaarlijks een omzet van circa 2,4 miljard euro en het vermogen van de huidige algemeen directeur van Mapei wordt geschat op 2,6 miljard. Squinzi, van kinds af aan een fan van AC Milan, had altijd wel wat euro’s over om te investeren in de plaatselijke voetbalclub van Sassuolo, waar een van de fabrieken van Mapei gevestigd is. Vanaf de jaren tachtig is het bedrijf al sponsor van de club, al maakte het in de jaren negentig ook even kort pas op de plaats om te investeren in een eigen wielerploeg. Het resultaat van de afwezigheid van Mapei voor Sassuolo: degradatie naar het amateurvoetbal.

Opmerkelijke opmars
Eind jaren negentig keerde Squinzi terug als suikeroom bij Sassuolo en sinds 2002 is hij met Mapei volledig eigenaar van i Neroverdi. Onder het bewind van Squinzi kende de club een als een sprookje klinkende opmars. In seizoen 2005/06 speelde Sassuolo nog in de Serie C2, het toenmalige vierde niveau van het Italiaanse voetbal. Nog geen tien jaar later, in seizoen 2013/14 maakte de club zijn debuut in de Serie A. De Italiaanse club speelde op dat moment al vijf seizoenen niet meer in Sassuolo zelf, omdat Stadio Enzo Ricci met vierduizend plaatsen niet voldoet aan de eisen voor de Serie B. Zo speelden i Neroverdi tussen 2008 en 2013 zijn thuiswedstrijden in Stadio Alberto Braglia in Modena, maar Squinzi wist dat dit niet ideaal was. De publieke veiling van Stadio Giglio kwam voor de miljardair dus als een geschenk uit de hemel, temeer omdat Reggio Emilia op slechts 25 kilometer ligt van Sassuolo. Voor een bedrag van 3,7 miljoen euro won Squinzi uiteindelijk de veiling, waardoor Sassuolo momenteel, naast Juventus en Udinese, een van de drie clubs in de Serie A is die eigenaar is van zijn eigen stadion. Het stadion werd dusdanig opgeknapt dat de Italiaanse nationale ploeg er reeds wedstrijden afwerkte.

voetbalzone

Als de club eigenaar van zijn stadion is, betekent het dat de omzet op de wedstrijddag volledig naar de club gaat. Daarnaast kan men er dan sneller voor zorgen dat er verbeteringen aan het stadion gedaan worden, wat de toeschouwersaantallen ten goede zou kunnen komen. Bovendien strijkt men de sponsorinkomsten op, die bijvoorbeeld voortkomen uit het verkopen van de naam. Bij Sassuolo was dit niet aan de orde, want Stadio Giglio werd in 2013 direct omgedoopt tot, natuurlijk, Mapei Stadium. Over sponsorinkomsten heeft de club in ieder geval niet te klagen, want Mapei en Squinzi dragen al jaren een fors bedrag bij. Dit seizoen zou Mapei circa twintig miljoen betalen als sponsor van Sassuolo, waardoor men op dit vlak meer sponsorinkomsten heeft dan clubs als Napoli, AS Roma en Fiorentina. Mede daardoor is de club in de voorbije jaren uitgegroeid tot een redelijk stabiele middenmoter in de Serie A. Spelers als Simone Zaza, Grégoire Defrel, Sime Vrsaljko, Lorenzo Pellegrini, Nicola Sansone en Domenico Berardi speelden de voorbije jaren in het groen-zwart, terwijl Massimiliano Allegri, Stefano Pioli en Eusebio Di Francesco als trainer in het Mapei Stadium werkten.

Pestkop
Op dit moment is Sassuolo de grote pestkop voor het minstens zo ambitieuze Reggiana. Sinds 2013 delen de clubs het stadion in Reggio Emilia. De supporters van i Granata ervaren het als een schande dat de thuishaven gedeeld moet worden met een ‘dorpsclub’. Niet voor niets zijn rond het Mapei Stadium leuzen te vinden als: A Reggio solo Reggiana, in Reggio alleen Reggiana. Doordat het stadion momenteel eigendom is van Sassuolo, moet Reggiana huur betalen. En die huur is buitenproportioneel hoog, zo fulmineerde Piazza. Het is de reden dat de Amerikaan besloot om een persconferentie te beleggen en zijn ongenoegen te delen. De stelligheid van Piazza maakt hem populair onder de supporters van Reggiana, die van mening zijn dat hun thuishaven is ‘afgepakt’ door een andere club. “In Reggio moet alleen Reggiana spelen. Mapei heeft het stadion op het laatste moment gekocht. We willen geen absurde huur betalen voor een stadion dat gebouwd is met het geld van onze seizoenkaarten”, sprak Stefano Cavazzoni van supportersvereniging Gruppo Vandelli tegenover Reggio Sera.

Tweets by Reggiana1919_EN

“Het is idioot dat wij 280.000 euro moeten betalen om in het stadion te spelen, terwijl Sassuolo destijds zelf 190.000 euro betaalde om in Modena te spelen. Ik zou akkoord gaan met 10.000 euro per wedstrijd. Ik steun de personen die van Reggiana houden, zoals Piazza. Volgend jaar bestaan we honderd jaar, dat is een kans voor Mike”, vervolgde Cavazzoni. “Ik weet dat de burgemeester werkt aan een oplossing. Het Stadio Giglio is van Reggiana en we kunnen niet worden weggestuurd. Ik hoop dat de politiek dezelfde conclusie trekt. Sassuolo? Ik denk dat ze in Sassuolo moeten spelen. De Serie A moet clubs dwingen om in hun eigen plaats te spelen. Ze moeten in ieder geval een speelplaats vinden buiten Reggio. Het Giglio is van Reggiana.”

Uit protest hielden de fans van Reggiana onlangs een mars van het oude Stadio Mirabello naar het centrum van Reggio Emilia. Men hoopt het stadsbestuur zo over te halen om de kant van i Granata te kiezen in het geschil met Sassuolo. Het stadiondossier leidt in ieder geval af van de vraagtekens die door sommigen worden gezet bij het beleid van Piazza en zijn vrouw Alicia Rickter, voormalig playmate en momenteel vice-president van Reggiana. Zo vertrok sportief directeur Doriano Tosi afgelopen zomer bijvoorbeeld al binnen vijftien dagen om persoonlijke redenen. In 2017 verdubbelde het verlies van Reggiana en schreef men zes miljoen in de rode cijfers. De loonkosten zijn afgelopen jaren explosief gestegen en met de duurdere spelers hoopt Piazza zo spoedig mogelijk naar de Serie B te promoveren, waar onder meer door tv-rechten meer geld in het laatje moet komen. Bovenop de gestegen loonkosten komt dan nog eens de hoge huur voor het stadion.

Na vorig seizoen als vijfde te zijn geëindigd, bezet Reggiana momenteel de derde plaats in de Serie C. Piazza heeft plannen gemaakt om een nieuwe sportcentrum uit de grond te stampen in Reggio Emilia, ter waarde van vijf miljoen euro. “Ik ben liever arm in Italië dan dat ik met een club in St. Louis zit. Je kan daar niet goed eten. Ik houd van een avontuur als dit. Ik stap in een trein, in een vliegtuig of in een auto en ga er gewoon heen. De energie is fantastisch”, zei Piazza in gesprek met de New York Times. “Het kan zijn dat ik faal en mijn geld hier verlies. Maar het was belangrijk dat ik uit mijn comfortzone zou stappen.”