Hoe voormalig toptalent en drinkmaatje van Ronaldinho Jô zijn lot keerde
Hij is inmiddels afgezakt naar plek 34, maar João Alves de Assis Silva – beter bekend als Jô – groeide in de zomer van 2008 uit tot duurste aanwinst ooit van Manchester City. Hij tekende vlak voordat de club officieel werd overgenomen door steenrijke investeerders, maar had door hun grote ambities moeite om de verwachtingen waar te maken. Wat volgde was een carrière met enkele hoge pieken en vooral veel diepe dalen, die hem naar de fles deden grijpen. Inmiddels heeft hij zijn leven echter op de rit gekregen en is hij bezig aan een eervolle afscheidstoernee met zijn jeugdclub Corinthians.
Door Thijs Verhaar
‘We gaan honderden miljoenen investeren om Manchester City naar de absolute wereldtop te helpen en we willen jou een belangrijke rol geven in dat project’. Woorden van die strekking kreeg Jô te horen nadat hij in drie jaar tijd veel indruk had gemaakt in Rusland. Zeg daar maar eens ‘nee’ tegen. De destijds 21-jarige spits had bij CSKA Moskou laten zien goed met druk om te kunnen gaan, want vanaf het allereerste moment liet hij bij de Russische grootmacht zien fantastisch te kunnen voetballen. Hij kwam tot 44 goals in 77 wedstrijden en dat terwijl de ploeg hem als broekie van achttien naar Europa haalde en meteen van de daken schreeuwde dat zijn transfersom van vijf miljoen euro een schijntje zou blijken.
Hetzelfde gevoel had toenmalig City-trainer Mark Hughes, die ook had gezien hoe Jô tweemaal scoorde in de Champions League tegen Internazionale en hoorde dat zijn destijds in de subtop van Engeland acterende ploeg diverse Europese topclubs had afgetroefd in de jacht op zijn handtekening. “Bij zijn komst naar Europa waren de verwachtingen al hooggespannen en die heeft hij meer dan waargemaakt, dus ik denk dat het een echte coup is dat we hem naar deze club konden halen”, jubelde de oefenmeester. Jô kostte Manchester City een som van 24 miljoen euro en moest samen met landgenoot Robinho, gepresenteerd als eerste aankoop ná de officiële overname, een nieuw koningskoppel vormen in de Premier League.
“Met zijn lengte en techniek is hij van grote klasse, dus ik denk dat iedereen van zijn spel gaat genieten”, voorspelde Hughes nog, maar Jô zou in twee jaar tijd uiteindelijk slechts 42 duels voor the Citizens spelen. De Braziliaan kon niet aarden in het Etihad Stadium en ook tussentijdse uitleenbeurten aan Everton en Galatasaray boden geen soelaas, al liet hij bij beide clubs zo nu en dan glimpen van zijn klasse zien. Nergens lukte het echter om zijn oude vorm vast te houden en na twee seizoenen vond de clubleiding het genoeg: de voormalig duurste aanwinst ooit mocht transfervrij terugkeren naar Brazilië, waar hij bij Internacional eindelijk een seizoen lang het onbegrensde vertrouwen kreeg en de Recopa Sudamericana won.
Zijn echte wederopstanding volgde een jaar later, toen hij werd ingelijfd door topclub Atlético Mineiro. Het systeem werd op hem aangepast en prompt schoot hij zijn team naar de winst in de Copa Libertadores, de Zuid-Amerikaanse variant van de Champions League. Gedurende het seizoen mocht hij ook voor het eerst sinds zijn tijd bij CSKA weer aansluiten bij de nationale ploeg en in eigen land won Brazilië de Confederations Cup. Jô leek zich met twee toernooitreffers en knappe wedstrijdcijfers bij zijn club klaar te stomen voor een glansrol op het WK van 2014, maar hij kon zijn goede vorm niet vasthouden en verspeelde zijn kansen op een basisplaats door in aanloop naar het toernooi niet eenmaal te scoren voor de Seleçao.
“Na het WK keerde ik terug bij Atletico Mineiro en dat was het begin van een heel slechte fase in mijn leven”, onthulde Jô in 2016 aan TV Record. “Ik speelde niet goed en lag in scheiding met mijn toenmalige vrouw. Ik voelde dat mijn leven stil kwam te staan en ik maakte veel fouten.” Alleen alcohol bood hem troost. Samen met ploeggenoot en wereldster Ronaldinho bezocht hij talloze feestjes en voetbal werd bijzaak. Meer dan twaalf maanden lang wist hij geen enkel doelpunt te maken, waardoor de club besloot hem te ontslaan. Vlak voor zijn gedwongen vertrek maakte hij echter nog wel de winnende goal in de districtsfinale, waarmee hij bewees dat hij in nuchtere staat nog altijd een ster kon zijn.
Jô kwam tot hetzelfde inzicht en slaagde er aan de andere kant van de wereld in zijn verslaving te bedwingen. Eerst bij Al-Shabab in de Verenigde Emiraten en later bij JS Suning in China, waar hij topscorer werd en alle banden met zijn vorige leven verbrak. Ook zijn vroegere vriend Ronaldinho is uit beeld verdwenen. “We zijn uit elkaar gegroeid en hebben elkaar al een lange tijd niet gesproken. Sommige vrienden hoeven mij niet meer te bellen nu ik mijn levensstijl heb veranderd. Alcohol maakt mensen kapot”, verklaarde hij eind 2016, vlak voordat hij bekend maakte dat hij terug zou keren bij jeugdclub Corinthians. Daar verdiende hij als tiener een transfer naar CSKA Moskou en ook als eind-twintiger bleek de club voor hem de ideale plaats om zijn carrière een serieuze boost te geven.
Jô scoorde 25 keer in 61 duels en hielp zijn ploeg aan de landstitel die hij er als tiener ook al won. Als Voetballer van het Jaar in Brazilië was hij uiteraard de ster op het kampioensfeest, maar hij dronk geen druppel alcohol, terwijl hij naar eigen zeggen in de donkere dagen van zijn carrière al naar de fles wilde grijpen zodra hij zijn ogen ’s ochtends open deed. Inmiddels is hij sterker dan die verlangens en na een laatste exotisch avontuur in Japan (topscorer met Nagoya Grampus) is hij begin dit seizoen voor een derde en laatste keer teruggekeerd bij Corinthians, waar hij als 33-jarige nog drie seizoenen zijn doelpuntjes mag meepikken en daarnaast fungeert als mentor voor de nieuwe generatie grote talenten.
Zelf heeft hij ondanks zijn twintig interlands voor Brazilië nooit de supercarrière gehad die de City Football Group en trainer Mark Hughes voorspelden, maar op zijn eigen manier is Jô toch een held voor veel mensen. Hij heeft tot dusverre drie landstitels op zijn naam staan, werd drie keer topscorer en won de belangrijkste strijd in zijn leven. Jô heeft al zes jaar geen druppel alcohol gedronken en doet al het mogelijke om andere mensen met zijn verhaal te waarschuwen voor de gevaren van een verslaving. “Ik ben me er bewust van dat ik grote fouten heb gemaakt in mijn leven. Vroeger durfde ik dat nooit toe te geven, maar nu heb ik vrede gevonden met mezelf.”