Hoe kleine competities in Europa door AC Milan buitenspel werden gezet
De Champions League geldt als het belangrijkste clubtoernooi ter wereld en het ‘miljardenbal’ staat symbool voor het moderne voetbal vol commercie, peperdure selecties en grote clubs die de buit onderling verdelen. Wat ooit bedoeld was als toernooi tussen de landskampioenen van Europa, is verworden tot een strijd tussen clubs uit de vijf grootste competities plus een paar clubs uit kleinere landen die net als Ajax in 2018/19 mogen hopen op een fraaie uitschieter. In aflevering 2 van de rubriek Spelbepalers blikt Voetbalzone terug op de wedstrijd die de evolutie van Europa Cup I tot Champions League tot gevolg had: Real Madrid tegen Napoli.
Door Thijs Verhaar
In het jaar 1987 leverden alle landen nog één kampioen die de strijd aanging met de andere competitiewinnaars. Jeunesse d’Esch mocht als beste club uit Luxemburg opnemen tegen AGF Arhus uit Denemarken en meer van dat soort affiches vulden het programma in de eerste ronde, waarin dankzij de loting ook een absolute kraker werd uitgevochten. Veel mensen konden niet wachten om het grote Real Madrid te zien schitteren tegen het Napoli van Diego Maradona, maar Silvio Berlusconi dacht er heel anders over.
De clubeigenaar van AC Milan bezocht het heenduel in Madrid en walgde van het idee dat een van die twee grootmachten al in de eerste ronde naar huis zou moeten, terwijl beduidend kleinere clubs dankzij een gunstiger speling van het lot wel verder konden komen in het toernooi. Het werd er voor de latere premier van Italië ook niet beter op toen de kampioen van de Serie A kansloos werd gelaten door de Spaanse grootmacht. Maradona & Co bleken niet bestand tegen de druk en Berlusconi bedacht een plan om eenzelfde lot voor Italiaanse clubs in de toekomst te voorkomen.
Hij vreesde dat zijn AC Milan, dat in 1989 en 1990 Europa's beste zou worden, in de toekomst tegen hetzelfde probleem aan zou lopen en besloot een Europese Super League op touw te zetten. Dat idee werd eerder door anderen al eerder geopperd, maar niemand werkte het plan serieus uit. Berlusconi had als mediatycoon echter een duidelijke visie en was een van de eersten die voetbal zag als een commerciële goudmijn die alleen maar goed verpakt hoefde te worden. Met de hulp van marketeer Alex Flynn kwam hij tot een voorstel dat direct werd afgewezen door de UEFA, maar evengoed zorgde het voor een schokgolf op de burelen van de Europese voetbalbond.
Men besefte dat verandering nodig was en zag potentie in de plannen van AC Milan’s eigenaar, die in 1991 bij World Soccer publiekelijk zijn gal spuwde over het format van Europa’s grootste clubtoernooi. Hij noemde de Europa Cup I ‘wanhopig ouderwets’ in zijn opzet en het was ‘economische nonsens’ dat een club van de grootte van AC Milan misschien al in de eerste ronde uitgeschakeld zou worden. Een tumultueus jaar volgde waarin in Engeland de Premier League werd opgericht en de UEFA accepteerde een suggestie van Glasgow Rangers-voorzitter Campbell Ogilvie om een groepsfase te introduceren in Europa.
Daarmee was de Champions League geboren en die naam werd in 1992 officieel in gebruik genomen. De UEFA besloot net als de Premier League in te zetten op marketing, commercie en aantrekkingskracht voor tv-stations. Er kwam een nieuw logo, een iconische themesong en de welbekende bal met sterren erop. Ook Berlusconi kreeg zijn zin, want grote clubs hoefden in het nieuwe format met groepswedstrijden niet meer bang te zijn dat één off-day hen fataal werd, waardoor ze met het exponentieel toegenomen prijzengeld steeds verder uit kunnen lopen op de concurrentie.
Ironisch genoeg is AC Milan echter de laatste jaren door wanbeleid zelf weggezakt en nu heeft men door hetzelfde mechanisme moeite om zich terug te vechten naar de Italiaanse top, die wel jaarlijks enorme bedragen opstrijkt in Europa. Voor seizoen 2019/20 stond er een potje van 2,04 miljard euro klaar om te verdelen tussen de deelnemers. Dat is bijna vier keer zoveel als tien jaar geleden, toen er 583 miljoen aan prijzengeld beschikbaar was. Liverpool kreeg vorig seizoen als eindwinnaar ruim 120 miljoen euro uitgekeerd en een ploeg die in de groepsfase zes nederlagen lijdt, krijgt nog een slordige vijftien miljoen euro bijgeschreven, terwijl zelfs verliezers van de play-offs met 5,5 miljoen ook een heel vette worst krijgen.
Met zulke bedragen valt het niet te ontkennen dat de Champions League voor grote ongelijkheid zorgt in Europa. Natuurlijk spelen ook de enorme televisiegelden en de komst van steenrijke clubeigenaren een rol, maar die laatste twee punten zijn een direct gevolg van het ontstaan van Europese superclubs en geen primaire oorzaak. Inmiddels zijn we echter wel in een vicieuze cirkel beland en als een volgende stap wordt nu wederom gepraat over een Europese Super League, net zoals Berlusconi al deed in 1987. Hij zag drieëndertig jaar geleden de potentie al om van voetbal een televisiespektakel te maken en alle gevolgen daarvan zijn vandaag de dag duidelijker dan ooit.
The Independent bracht in februari van dit jaar naar buiten dat er in het laatste decennium liefst tien Europese competities eindigden met een ongeslagen kampioen, terwijl er in 13 van de 54 Europese topcompetities sprake is van een recordreeks landskampioenschappen. Door de inkomsten uit het Champions League-voetbal hebben topclubs in kleinere competities simpelweg veel meer geld dan hun concurrentie en daardoor acteren zij op een compleet ander niveau dan hun rivalen, die in veel competities niet eens kunnen voorkomen dat de nummer 1 hen van hun beste spelers berooft.
Het valt natuurlijk niet uit te sluiten dat de voetballerij ook zonder Berlusconi’s voorzet in de greep van het grote geld was gekomen, maar misschien had het wel veel langzamer gegaan als de loting in 1987 niet had uitgewezen dat Napoli direct tegen Real Madrid had gemoeten. Wie weet had de UEFA de kleinere competities beter beschermd en een eerlijker verdeelsysteem gekozen als men zich niet had laten opjagen door een kapitalist. Berlusconi zag twee grootmachten strijden en voelde geen opwinding, maar irritatie. Geen schoonheid, maar gemiste inkomsten. Daarom draaide hij de Europa Cup I de nek om en veranderde de sport daarmee voor eens en voor altijd.