voetbalzone

Hoe Kenan Pereira (18) dankzij een autorit van 772 kilometer prof werd

Chris Meijer12 nov 2020, 17:26
Laatst bijgewerkt: 12 nov 2020, 17:26
Advertentie

De vergelijking met Deniz Türüç, Bilal Basacikoglu, Nordin Amrabat en Diego Biseswar ontlokt een bescheiden glimlach bij Kenan Pereira. De achttienjarige middenvelder zou mogelijk de volgende Nederlandse speler kunnen zijn voor wie Kayserispor een springplank richting een hoger podium vormt. Het verhaal van Pereira is alleen nog een tikje specialer, want tot twee maanden geleden speelde hij nog nooit voor een profclub en vertoonde hij zijn kunsten in de tweede klasse van het zondagvoetbal bij het Haagse Laakkwartier.

Door Chris Meijer

Vanaf Istanbul is het een kleine negen uur rijden naar Kayseri. Bijna achthonderd kilometer, van de boorden van de Zwarte Zee, langs hoofdstad Ankara, naar het tussen de bergen ingeklemde Kayseri in het hart van Turkije. Deze autorit legde vijf jaar geleden de basis voor de opvallende stap die Pereira afgelopen zomer maakte. “We waren die zomer tijdens onze vakantie op bezoek bij mijn oom in Istanbul. Hij vertelde dat Kayserispor een talentendag hield. Mijn vader zei: ‘We kunnen het proberen’. Met mijn vader en oom ben ik naar Kayseri gereden. Ja, dat was wel een stuk. Maar ach, we gingen ook met de auto op vakantie naar Turkije”, zo haalt Pereira, wiens vader een Turkse achtergrond heeft en die tevens Portugese en Surinaamse genen bezit, lachend de schouders op. Op twaalfjarige leeftijd wilde Kayserispor hem eigenlijk al hebben, maar zijn ouders vonden hem destijds te jong om alleen in Turkije achter te blijven.

voetbalzone

Desondanks bleef Kayserispor terugkomen in het voetballeven van Pereira. De eerste keer was op zijn vijftiende, toen hij andermaal met succes een talentendag afwerkte bij de Turkse club. Op dat moment ging zijn voorkeur echter uit naar een overstap naar de amateurtak van Feyenoord. Pereira speelde voor die tijd bij RKDEO uit Nootdorp, werkte zonder succes een stageperiode af bij ADO Den Haag en maakte furore bij de Haagse amateurclub BMT, waar hij op zijn vijftiende al in het eerste elftal speelde. “Achteraf heb ik met SC Feyenoord de verkeerde keuze gemaakt. Het ging niet zoals gehoopt, het liep heel slecht met ons team en we verloren iedere wedstrijd. Op een gegeven moment kon ik dat niet meer aan, ik werd niet beter en ik ben vertrokken naar Laakkwartier.”

Met de stap terug naar Laakkwartier, de tweedeklasser waar ADO Den Haag traditioneel zijn voorbereiding afwerkt, verdween de droom om alsnog het profvoetbal te halen niet uit het hoofd van Pereira, die tot voor kort een mbo-opleiding ondernemen volgde. Een jaar geleden kreeg hij met een stageperiode bij Sporting Portugal al een bijzondere mogelijkheid om die droom te laten uitkomen. “Daar zeiden de trainers: ‘Je bent goed, maar even goed als onze eigen spelers. We willen betere spelers hebben dan we hier hebben rondlopen’. Ik had juist het gevoel dat ik het goed deed, daarna moest ik terug naar Nederland en afwachten wat ze zouden zeggen. Als je dan hoort dat het niks wordt, denk je: wat had ik beter kunnen doen? Het was in ieder geval een mooie ervaring”, vertelt Pereira over de proefperiode bij de Portugese topclub. Afgelopen zomer kwam alsnog een dienstverband bij een profclub tot stand.

Na zijn twee eerdere kennismakingen had Kayserispor al laten weten dat ze Pereira zouden blijven volgen. De Turkse club vroeg hem afgelopen zomer om wedstrijdbeelden op te sturen en die vielen klaarblijkelijk dusdanig in de smaak, dat hij voor de derde keer werd uitgenodigd voor een proefperiode. In dit geval bleek drie keer scheepsrecht te zijn. “De eerste dag moest ik met de Onder-19 meetrainen en een dag later stond ik direct bij het eerste op het trainingsveld. Dat ging heel goed. Na de training kwam de hoofdtrainer naar mijn vader toe en hij vertelde dat ik mocht aansluiten bij de Onder-19, om me daar te ontwikkelen en sterker te worden. Ik was zó blij, keek mijn broer aan en begon te lachen. Ik heb meteen mijn moeder gebeld. Er is nu al een droom uitgekomen met het feit dat ik voor een profclub kan spelen. Ik heb altijd gedacht: het is nooit te laat, ik wist ergens dat ik het niveau van het profvoetbal aankon. Dit was een kans die ik moest pakken, ik heb geen moment getwijfeld.”

Biseswar (PAOK Saloniki), Basacikoglu (Trabzonspor), Amrabat (Al-Nassr) en Türüç (door Fenerbahçe verhuurd aan Basaksehir) speelden in het verleden ook voor Kayserispor.

Na de succesvolle stageperiode keerde Pereira voor even terug in Nederland. “Het heeft een maand geduurd voordat al het papierwerk geregeld was. Ik moest met het Turks consulaat allerlei dingen regelen. Je kan niet zomaar een Turks paspoort krijgen. Mijn vader heeft ook twee nationaliteiten, dat maakt het makkelijker. Anders kan het eigenlijk niet”, vertelt hij. Drie weken geleden vestigde Pereira zich definitief in Kayseri, waar hij een kamer heeft gekregen op het trainingscomplex. “Er wonen hier in totaal twaalf jongens die van buiten Kayseri komen. Ik ben elke dag met die jongens. We spelen in onze chillruimte samen op de PlayStation, kijken televisie en gaan samen naar de sportschool. De club verzorgt drie keer per dag eten: ontbijt, lunch en avondeten.” Met een glimlach: “Ik hoef gelukkig niet te koken, nee.”

“De eerste drie dagen heb ik het moeilijk gehad. Ik zit ver van mijn familie, in mijn eentje. Maar ik heb mijn plekje gevonden en het gaat lekker. In Nederland trainde ik niet dagelijks, nee. Misschien drie of vier keer per week. In de eerste dagen had ik wel zwaar, ook met kracht. Ik maak elke dag stappen, dat hoor ik ook van de trainers. Ze vertellen dat ik iedere dag beter word”, gaat Pereira verder. Het is voorlopig de bedoeling dat hij minimaal een jaar bij Kayserispor blijft. De huidige nummer zeventien van de Süper Lig wil dat de jonge middenvelder zich komend seizoen zoveel mogelijk ontwikkelt en een plek op de training van het eerste elftal afdwingt. “Ik moet mezelf ontwikkelen, fysiek sterker worden en af en toe met het eerste meetrainen. Als ik mezelf daarin laat zien, mag in januari mee op trainingskamp of meedoen in wedstrijden. Ik wil hier eerst het eerste halen, me steeds verder ontwikkelen. Als er dan een mooie club komt, sta ik daar wel voor open.”

Voorlopig moet Pereira nog even geduld hebben voor hij zich weer op de training bij het eerste elftal mag melden. Het zijn onrustige weken bij Kayerispor, dat al na zes wedstrijden afscheid nam van trainer Bayram Bektas. Bovendien mogen door de coronacrisis alleen de hoofdmacht en de Onder-19 nog trainen. “We spelen onderlinge wedstrijden tegen het eerste, de competitie is stilgelegd en begint weer in januari. Meteen op de vierde dag heb ik een wedstrijd tegen het eerste moeten spelen. Daar heb ik contact met Aaron Lennon en Manuel Fernandes aan overgehouden. Zij zijn ook middenvelders, dus ik vraag veel dingen aan hen en ik kijk tegen ze op”, glundert Pereira. Dat de situatie momenteel enigszins rommelig is bij Kayserispor, deert hem niet. Iedere ervaring vormt juist een extra motivatie. “Als ik al die profs bij het eerste zie, denk ik: ja, dit wil ik ook écht.”