voetbalzone

Hoe de jeugdopleiding van FC Volendam zich staande houdt tussen AZ en Ajax

Chris Meijer02 aug 2019, 23:15
Laatst bijgewerkt: 02 aug 2019, 23:15
Advertentie

Er bestaat de afgelopen weken weer positief rumoer rond het KRAS Stadion in Volendam. Naast de gebruikelijke bries vanaf het IJsselmeer waait door het vissersdorp een frisse wind van hernieuwd enthousiasme, die hoort bij het zogenaamde ‘FC Volendam 2.0’. Onder leiding van Wim Jonk moet het Andere Oranje, dat toepasselijk is omgedoopt tot het Nieuwe Oranje, in de komende jaren weer een rol van betekenis gaan spelen in het Nederlandse profvoetbal. Succes van de hoofdmacht van FC Volendam zou ook de al florerende jeugdopleiding naar een hoger plan kunnen tillen.

Door Chris Meijer

De perspresentatie van de plannen van Jonk met Volendam start met een video, waarin zijn carrière in een minuut of drie is samengevat. Tamelijk onbewogen kijkt de 52-jarige Volendammer naar beelden van doelpunten in het shirt van FC Volendam, Ajax, Internazionale, PSV, Sheffield Wednesday en het Nederlands elftal. Als een haast oneindige stroom van rake afstandsschoten is gestopt, stapt Jonk naar voren om de microfoon te pakken. “Eh, het is toch wel ongemakkelijk om naar jezelf te kijken. Nou ja. Joe, zie je, hier hebben we het over gehad. Diepgaande middenvelders, een afstandsschot”, opent Jonk met een knipoog naar Joey Veerman, het twintigjarige kind van het dorp en de club. De oefenmeester vertelt over ‘FC Volendam 2.0’, dat met aanvallend voetbal het KRAS Stadion weer vol moet gaan spelen. “We hebben toch nu toe één versterking. Zaka, ga even staan.” Zakaria El Azzouzi staat op, maar tot geluid in de zaal leidt het niet. “Weinig applaus, vriend.” De opmerking van Jonk kan in tegenstelling tot het voorstellen van El Azzouzi wél op een reactie in de zaal rekenen. “We gaan deze zomer niet zomaar spelers halen, alleen als iemand een versterking voor het team vormt”, voegt Jonk toe. Inmiddels is ook Darius Johnson aan de selectie toegevoegd. “Volendam staat ook voor spelers de kans geven.”

voetbalzone

Dat Jonk dit kan zeggen, heeft alles te maken met de meer dan uitstekende staat van de jeugdopleiding van Volendam. Waar het eerste elftal twee tropenjaren in de grijze middenmoot van de Keuken Kampioen Divisie achter de rug heeft, gaat het de academie aan de Sportlaan de afgelopen tijd juist voor de wind. In de voorbije jaargang, waarin het vlaggenschip van Volendam als zestiende eindigde in de Keuken Kampioen Divisie, bestond de selectie voor zestig procent uit spelers uit de eigen jeugdopleiding. “Dan kan je jezelf op de borst kloppen, van: dat hebben we goed gedaan. Maar de resultaten van het eerste waren natuurlijk niet goed. Ik ben tevreden met de spelers die we afleveren aan het eerste, maar het zou misschien ook wel goed zijn als het er even wat minder worden”, reageert hoofd jeugdopleidingen Stanley van Kesteren in gesprek met Voetbalzone. De 44-jarige Noord-Hollander trad twaalf jaar geleden in eerste instantie als parttime-jeugdtrainer aan bij Volendam, in een tijd dat de zaken er binnen de academie nog behoorlijk anders voor stonden.

Fulltime-banen waren op dat moment nog schaars binnen de jeugdopleiding van Volendam. In 2015 werd Van Kesteren volledig in dienst genomen voor de functie van assistent-hoofd jeugdopleidingen en trainer van de Onder-17. Een jaar eerder had Volendam Misha Salden aangesteld als technisch manager, een functie die hij combineerde met de functie van hoofd jeugdopleidingen. “Met twee fulltime-functies kan je wel beleid gaan maken”, knikt Van Kesteren. Toen Salden in 2017 als hoofdtrainer van Volendam aan de slag ging, werd Van Kesteren hoofd jeugdopleidingen. Hij combineert die functie nog met het trainerschap van de Onder-19, al is Barry Opdam er in de voorbije jaargang als trainer bijgekomen. “Hierdoor heb ik meer tijd om me bezig te houden met de taken als hoofd jeugdopleiding en ben ik in staat om trainers écht te begeleiden. Ik kan iedere week bij iemand op het veld staan. Ik denk dat dit heel belangrijk is, het resultaat valt ook wel echt te zien.”

Onder het bewind van Salden en later Van Kesteren is er, zeker gezien het bescheiden budget, een uiterst sterke jeugdopleiding ontstaan. Op de Onder-13 en Onder-19 na spelen alle jeugdteams op het hoogst mogelijke niveau, terwijl Jong Volendam afgelopen seizoen promoveerde naar de Tweede Divisie. Er zijn weinig Keuken Kampioen Divisie-, of zelfs Eredivisie-clubs, die hieraan kunnen tippen. “Heel veel mensen vragen ook: ‘Hoe kan dat nou?’ Wij hebben alleen maar parttime-trainers, we trainen ‘maar’ vier keer in de week. Heel veel clubs om ons heen, neem bijvoorbeeld FC Groningen, trainen met een Onder-19 acht keer per week. Bij bijeenkomsten met de hoofd jeugdopleidingen van andere clubs willen ze wel graag weten wat wij anders doen. Daar is niet altijd een antwoord op. Wij zijn onszelf, dat zeg ik altijd. Je moet een DNA creëren en dat gaat op lange termijn effect opleveren”, beaamt de hoofd jeugdopleidingen van Volendam. Van Kesteren probeert een aantal redenen te formuleren om het succes van de academie te verklaren. “Ik moet bekennen dat we ook in een goede omgeving zitten, een goed voetballandschap. In een leeftijdsgroep blijven er nog genoeg spelers over, ondanks dat AZ en Ajax jongens er tussenuit pikken. Die clubs pakken de op dit moment beste spelers weg, waardoor wij vooral scouten op potentie. Dat zijn dan jongens die nu misschien niet de beste zijn, maar dat wel op termijn kunnen worden. Daarnaast hebben we jongens die heel veel moeten doen om hier te komen. Wij verwennen onze spelers niet. FC Volendam zorgt dat de zaken op en rond de club goed geregeld zijn, maar daarbuiten hopen wij een bepaalde zelfstandigheid en volwassenheid te ontwikkelen bij de spelers. Ze worden niet opgehaald met een busje, we zetten ze niet op een school in het dorp. Daardoor moeten ze goed plannen en er veel voor doen en laten om hier te spelen. Dat zorgt er wel voor dat je winnaars creëert.”

De vruchtbare omgeving en het succes hebben ook een keerzijde, want Ajax en AZ zitten in Volendam voor een dubbeltje op de eerste rij. Haast ieder jaar verliest de jeugdopleiding wel meerdere spelers of trainers aan de grote buren in Noord-Holland. Zo werden Frank Peereboom (assistent Onder-19 en scout), Wim Kwakman en Paul Schuckman (allen scouts) weggekaapt door Ajax, terwijl Saïd Ouaali (hoofd jeugdopleidingen) en Kelvin Dufree (trainer Onder-14) ook een verleden bij Volendam hebben. AZ haalde in de afgelopen jaren Koen Stam (trainer Jong AZ), Gijs Luirink (trainer Onder-16), Bram Berkhout (trainer Onder-14), Bela Szenasi (keeperstrainer bovenbouw), Dennis Nederlof (keeperstrainer onderbouw) en Sander Veraart (trainer Onder-13) weg uit het vissersdorp. Daarnaast verlieten met bijvoorbeeld Vicente Bezuijen (AS Roma), Nathangelo Markelo (Everton) en Jip Molenaar (Eintracht Frankfurt) de nodige talentvolle jeugdspelers Volendam direct voor het buitenland. “Het is heel simpel: als Ajax, AS Roma of Everton aan de deur staat, kunnen we jongens niet tegenhouden. Zeker niet als we niet in de Eredivisie spelen.”

“Soms is het wel frustrerend, want je bent met een beleid bezig”, bekent Van Kesteren. Hij geeft aan dat trainers in Volendam op een specifieke manier worden opgeleid. Ondanks dat ze parttime in dienst zijn, wordt er het nodige van hen geëist. Zo moeten ze bijvoorbeeld zelf de video-analyse en het fysieke gedeelte van de training doen, terwijl daar bij grote clubs specialisten voor in dienst zijn. “Dat blijkt hartstikke goed voor de ontwikkeling van de trainers. Dat is ook te zien in het feit dat de nodige trainers vanaf hier een stap hogerop hebben gezet. Nouja, oké. Dan geven wij een andere trainer met ambitie een kans. Je moet niet bij de pakken neerzitten en weten waar je staat in de piramide. Dan gaan wij het gewoon met anderen doen, die moeten zich maar bewijzen. Ajax staat nu eenmaal bovenaan de piramide, daaronder komt AZ en daaronder komen wij. Wij staan weer boven goede amateurclubs, zo is de piramide nu eenmaal. Ik vergelijk het met scholen: als je te goed bent voor het VMBO, moet je naar de HAVO. Het is lastig daar doorheen te breken met een bescheiden budget. Als je naar de opleidingen van Ajax en AZ kijkt en ziet met wat voor begrotingen zij werken, kunnen wij daar niet mee concurreren. Je komt met deze begroting nooit op één lijn met AZ, als je alleen al naar de accommodaties kijkt. Ze hebben alleen maar fulltime-trainers in dienst, specialistentrainers, dat hebben wij allemaal niet. Maar, wij onderscheiden ons weer met onze eigen visie en waarden. Spelers én trainers weten dat wij ons focussen op de jeugd en kansen krijgen.”

Die voorlopig onoverbrugbare verschillen bestempelt Van Kesteren als ‘onmogelijkheden’. Zo kunnen jeugdspelers minder uren op de club zijn, omdat ze niet op een school in Volendam kunnen worden ondergebracht. Door het bescheiden budget kan er maar beperkt worden geïnnoveerd, terwijl bijvoorbeeld ook de accommodatie op verschillende vlakken niet te vergelijken valt met die van andere profclubs. “Ik houd er niet zo van om te roepen: dit kan niet, want er is geen geld. Wat kunnen we wel? Dat is belangrijk. Die onmogelijkheden maken je ook creatief. Er is bijvoorbeeld ook niet heel veel budget voor teamuitjes. Dan zie ik dat trainers daar heel creatief mee omspringen, ze gaan toch een dag naar het strand met die jongens. We hebben uiteindelijk twee camera’s weten te kopen voor de jeugd, door anonieme gevers en ouders. Daardoor kunnen we het geld ook gebruiken als we spelers verkopen. Het is dubbel: je houdt talentvolle jongens graag binnenboord om ze op termijn te laten doorstromen naar het eerste, maar aan de andere kant gun je het die jongens en het brengt centjes binnen voor de club.”

Per 1 juli is het zogenaamde herenakkoord in werking getreden, waardoor Ajax, PSV, Feyenoord, AZ, FC Utrecht en Vitesse, clubs met een internationale status, niet zomaar langer jeugdspelers bij elkaar kunnen weghalen. Van Kesteren is van mening dat de opleidingsvergoeding omhoog moet, omdat de kleinere clubs anders het slachtoffer dreigen te worden van het herenakkoord. “Door zo’n herenakkoord kunnen die grote clubs geen spelers meer bij elkaar weghalen, waardoor ze nóg meer bij ons gaan weghalen. Dan vind ik dat wij daar beter voor vergoed moeten worden. Als je ziet wat een opleidingsjaar voor een speler kost en hoeveel tijd erin wordt gestoken, wordt dat gewoon onderbetaald in de huidige vergoeding. Als het meer gaat kosten, laten grote clubs spelers waar ze niet van overtuigd zijn misschien wel zitten. Dat werkt uiteindelijk weer terug richting de doorstroming naar het eerste elftal”, stelt hij. Dat er bij grote clubs in de jeugd gewerkt wordt met selecties van 23 spelers baart hem zorgen.

“Stel dat ze er twintig nemen, wat nog veel is, kunnen die drie prima bij ons of een andere club spelen. Ze zitten daar alleen maar op de bank en stromen op gegeven moment af naar de amateurs, waardoor ze niet meer kunnen aanhaken bij een profclub. Dat is zonde van het talent. Wij doen dat anders, we kiezen voor kleinere selecties en hebben tot de Onder-16 een speelminutenregel. Iedereen speelt evenveel, zo blijft iedereen gemotiveerd en ik vind dat het niet eerlijk is om een jongen op de bank te zetten als hij altijd komt trainen. Bij de Onder-17 en Onder-19 moet je met dat soort dingen kunnen omgaan, omdat je richting het eerste gaat.” De zogenaamde speelminutenregel is een van die dingen die Volendam in de jeugdopleiding significant anders doet. Van Kesteren wil niet teveel mee in de zucht naar innovatie die er bij tijd en wijle in de voetbalwereld bestaat, al zijn er in Volendam de afgelopen jaren wel degelijk stappen gezet met video-analyse en fysieke training. “Wij zijn geen meeloper. Clubs roepen heel snel dingen over een bepaalde werkwijze. Ik sta overal voor open, maar ik moet wel eerst zien of iets werkt. Ik vind dat we daarin overdrijven in Nederland. We roepen allemaal dat we terug moeten naar straatvoetbal, maar ondertussen halen we bij grote clubs een speler eruit als zijn hartslag te hoog is. Dan denk ik: dat doen we op straat ook niet. Van trainen met hartslagmeters bij de jongste jeugd ben ik bijvoorbeeld geen voorstander, ondanks dat dit soort dingen je opgedrongen worden door clubs die dat een keer gedaan hebben. We houden wel van een ouderwetse methode, zoals we dat een beetje noemen. Mét hier en daar innovatieve toevoegingen waar wij in geloven.”

voetbalzone

“We vinden discipline heel belangrijk. Telefoons zijn bijvoorbeeld in bepaalde gevallen verboden hier, mensen zeggen dan: ‘Dat kan niet, het is nu eenmaal de tijd daarvoor’. Daar gaan wij niet in mee. Als je hier bent, heb je geen oordopjes in. Dat vind ik ook zoiets, als je op televisie die jongens voor interviews ziet aankomen met van die koptelefoons op. Ga nu eens met elkaar praten, ik wil dat jeugdspelers met elkaar over voetbal gaan praten”, vervolgt Van Kesteren. Hij haalt een Amerikaans onderzoek naar het opleiden van honkballers aan om te verklaren waarom jeugdspelers er bij Volendam mogelijk extra op gebrand zijn om te slagen. “De jongens die hier komen, zijn altijd op de een of andere manier in beeld geweest bij Ajax of AZ. Ze hebben ze het niet gered, maar hier hebben ze dan zoiets van: we zullen het wel even laten zien aan die clubs.”

Als het aan Van Kesteren ligt, moeten de jeugdspelers van Volendam in de toekomst steeds langer op de club zijn. Het is een van de stappen die de academie in het vissersdorp de komende jaren moet gaan zetten, al valt of staat dat met het succes van het eerste elftal. Een eventuele promotie naar de Eredivisie brengt niet alleen meer budget of sponsors, maar heeft ook zonder twijfel zijn uitwerking op de aantrekkingskracht. “We merken dat jeugdspelers nu toch eerder voor een club als PEC Zwolle kiezen, want dat is toch een Eredivisie-club. Of zelfs NEC, omdat een jongen uit Amsterdam daar in een gastgezin terechtkomt en acht keer gaat trainen. Vaak puur om de naam. Wij moeten talenten kunnen binnenhouden ten opzichte van clubs als FC Groningen en PEC Zwolle.” In het kielzog van Jonk gaat ook het zogenaamde Team Jonk bij Volendam aan de slag. Het is de groep mensen die samen met de oud-international bij Ajax werkte, onder wie ook Ruben Jongkind. Team Jonk focust zich niet alleen op het eerste elftal, maar houdt ook de structuur van de jeugdopleiding tegen het licht en tilt deze naar een hoger plan. Zo worden de banden met amateurvereniging RKAV Volendam nog verder aangehaald. “Haast elk kind in Volendam gaat op voetbal. Die club is de vijver voor Volendams talent.”

De komst van Jonk zorgt voor het nodige enthousiasme. “Maar we moeten in februari nog even enthousiast zijn als nu. We willen met aantrekkelijk en aanvallend voetbal het stadion weer vol gaan spelen”, zegt de nieuwe trainer van Volendam. Van Kesteren weet wel waar de Volendammers weer de gang naar het stadion voor willen maken. “Kijk naar een Joey Veerman in het eerste, voor hem komen de mensen uit het dorp naar het stadion. Niet alleen omdat hij een goede voetballer is, maar ook omdat hij een jongen uit het dorp is. Als we er goed mee omgaan, moeten we kunnen zorgen dat iedere lichting een aantal Volendammers heeft. Dat vindt niet alleen de club belangrijk, maar ook het dorp. Kijk, we zijn heel tevreden over de jeugdopleiding. Ik zeg altijd: het moet nog beter, want er zijn dingen die nog beter kunnen. Met de begroting die wij hebben, doen we het gewoon heel goed ten opzichte van enkele Eredivisie-clubs.”