'Hij vroeg wat ik aan het doen was en ik zei: ‘We testen de brandmelders''
MADINAT AHS SHAMAL - Wesley Sneijder stapte begin januari over van OGC Nice naar Al-Gharafa, waarmee de Nederlander speler werd in de Stars League van Qatar. Sneijder is echter niet de enige Nederlander die werkzaam is in het voetbal in het Arabische Emiraat. Silvio Diliberto ging in 2001 als trainer aan de slag in Qatar en staat tegenwoordig voor de groep bij Al-Shamal, de club waar Frank en Ronald de Boer hun carrières afsloten. De 54-jarige Rotterdammer vertelt in gesprek met Voetbalzone over zijn bijzondere loopbaan.
Door Martijn Slot
Diliberto begon zijn voetbalcarrière in het seizoen 1981/82 als speler van Sparta Rotterdam, waar hij tot 1987 zou voetballen. Na vijf seizoenen bij Roda JC Kerkrade gespeeld te hebben, deed de libero een stap terug naar de amateurs van FC Vinkenslag en een jaar later werd hij wederom prof bij HFC Haarlem. In de zomer van 1996 sloot de zoon van een Italiaanse vader en Nederlandse moeder bij FC Eindhoven zijn loopbaan af.
Wat voor voetballer was je?
“Een subtopper. Toch had ik een goede techniek en een aardige pass in de benen en was ik inzetbaar op meerdere posities. Van enkele medespelers kreeg ik daarom de bijnaam ‘hoer van het elftal’. Ik heb bij Sparta Europees voetbal gespeeld en later bij Roda JC ook. Daar hadden we heel behoorlijke teams en daar speelde ik gewoon in mee. Maar ik was niet goed genoeg voor de top, daar komt nog iets meer bij kijken. Bij Roda was Jan Reker een periode de trainer en die vulde vaak tien namen in en op de positie die nog vrij was, kon ik spelen. Ik heb mooie tijden, maar ook mindere tijden gekend. Ik heb behoorlijk veel blessures gehad, verschrikkelijk veel spierklachten en er was gewoon niet iets in orde. Arjen Robben heeft de naam ‘de man van glas’ te zijn, maar bij mij was het ook constant feest, dus dat was wel frustrerend.”
Heb je alles uit je carrière gehaald, ondanks je vele blessures?
“Alles, dat weet ik niet. Ik heb een mooie tijd gehad als speler en het is gewoon een heel mooi spelletje om te spelen. Het klinkt misschien gek, maar ik was misschien niet helemaal zo bezeten. Als er een goede film op tv was, keek ik naar die film en niet naar voetbal. Dat was een beetje het typerende aan mij, ik ging wel graag naar het voetbal en trainde graag, maar als ik thuiskwam dan was het prima. Als ik vrije tijd had dan was ik niet iemand die nog over voetbal ging praten, dan was ik gewoon vrij en dan was ik er klaar mee.”
Na drie operaties in dertien maanden tijd merkte Diliberto dat hij veel had ‘ingeleverd’ en deed hij fysiek een enorme stap terug. Na Haarlem deed hij een stapje terug naar FC Eindhoven en daar probeerde hij het nog twee jaar, maar op een gegeven moment ging het echt niet meer en dat betekende het einde van zijn voetbalcarrière. Toch bleef hij actief in de topsport, want een jaar later ging Diliberto als NFL-speler aan de slag bij de Amsterdam Admirals, waar hij kicker werd.
“Ik kreeg een telefoontje van Joop Hiele, oud-doelman van het Nederlands elftal. Joop werkte voor de VVCS en werd benaderd door de Amsterdam Admirals of zij nog spelers hadden die net gestopt waren en interesse hadden om voor hen te gaan spelen. Ik mocht een try-out doen en dat was wel een opmerkelijke try-out. Ik moest 50 ballen trappen en daarvan schoot ik er 47 binnen en 3 miste ik er. Dat was een aantal dat niet door andere testers was gehaald en zodoende is het gaan rollen en lopen. Ik heb daardoor nog een vervolg kunnen geven aan mijn professionele carrière.”
Naast dat Diliberto kicker was bij de Amsterdam Admirals was hij ook trainer van achtereenvolgens Hermes DVS, CVV Zwervers, Germania Teveren en Groene Ster. In 2007 kwam er een einde aan het American Football-avontuur en bleef de trainersfunctie bij Groene Ster over. Na één jaar bij de club uit Heerlen te hebben getraind, maakte Diliberto de overstap naar SC Muaither in Qatar.
Hoe kwam je precies bij Muaither terecht?
“Ik werkte ook voor de sponsor van Groene Ster en op een gegeven moment ging de telefoon en belde Danny Hoekman (oud-voetballer en trainer, MS), een vriend van mij. Hij vroeg wat ik aan het doen was en ik zei: ‘ik sta op de ladder en we zijn de brandmelders aan het testen’. Hij zei: ‘stap even van de ladder af’, en toen vroeg hij of ik interesse had om naar Qatar te gaan en daar zou ik dan assistent-trainer van hem worden. Tien dagen voordat ik zou gaan kijken, belde hij me weer: ‘misschien wel interessanter voor je, er komt daar een club vrij, zou ik jouw CV daar mogen neerleggen?’ Dat vond ik prima en zodoende ben ik daar terechtgekomen.”
“Bij Muaither was het niet zo’n succes in het begin. Ik ben daar eigenlijk onvoorbereid ingegaan en ik zou wel zien wat ik tegen zou komen en uiteindelijk is het allemaal goedgekomen en hebben we de play-offs gehaald. Ik ben nu voor de vierde keer terug in Qatar en voor de tweede keer werkzaam bij Al-Shamal, waar ik in mijn eerste periode kampioen werd, en in de tussentijd was ik ook nog werkzaam was bij Al-Markiya. Het is een komen en gaan van trainers hier. Het kan zo maar zijn dat je over een paar weken weer thuis zit en dan word je een maand later weer gebeld door een andere club, dat is een beetje het trainerswereldje hier.”
Afgelopen seizoen was je dus werkzaam bij Al-Markiya en met die ploeg ben je gepromoveerd naar het hoogste niveau, maar toch was je al na één seizoen weg. Dat is apart als je zo’n succes boekt.
“Dat is een beetje een raar verhaal. Het was de bedoeling dat we door zouden gaan en het was geen probleem eigenlijk, totdat de onderhandelingen aanvingen over het nieuwe contract. Daar is het spaak gelopen. We kwamen niet tot een akkoord en toen ben ik teruggegaan naar Nederland. Drie maanden later belde Al-Shamal of ik weer terug wilde komen omdat zij hun trainer op straat hadden gezet en toen ben ik weer teruggegaan.”
Toch gaat een aanstelling niet zo makkelijk?
“We weten nu hoe het werkt, via visa en een hoop stempelwerk. Je moet in Nederland nog een hoop zaken regelen: het legaliseren van je papieren en dat loopt via het Ministerie van Buitenlandse Zaken, je trainerscertificaat moet op echtheid gecontroleerd worden, naar ambassades toe et cetera. Er zijn hier steeds andere regels van het ministerie. Ze hebben hier veel mensen opgepakt met valse papieren, die gewoon ergens kopietjes van maakten. Niet alleen in de voetballerij, maar ook in de medische branche. Daar zijn zij gewoon veel waakzamer door geworden, en terecht. Je tekent niet echt bij een club, maar bij het ministerie. Het gaat heel anders dan in Nederland.”
Heb je het idee dat je naam voor jezelf gemaakt hebt in Qatar?
“Ik ben hier nu vanaf 2011, dus op zich houd je het hier dan wel lang vol in deze golfregio. Het is niet dat je hier een eendagsvlieg geworden bent én ze vragen je steeds weer terug, dus dat is wel leuk.”
Hoe is het niveau van het voetbal?
“In het verleden had je wat meer buitenlandse spelers met naam die hun laatste jaren hier vol zouden maken, dat is nu wat minder. Nu heb je hier Sneijder nog rondlopen bij Al-Gharafa en Xavi bij Al-Sadd. Ik vind het een heel behoorlijk niveau, ik vind het alleen altijd wel lastig om te vergelijken. Al-Gharafa heeft zeker een team waarmee ze in de Eredivisie mee kunnen draaien en de clubs die onderin spelen, zouden in de Jupiler League ook goed meedraaien. Alleen hier zijn toch andere omstandigheden, je hebt toch met de warmte te maken. Je krijgt er een ‘spelletje’ van. Het oogt soms wel een beetje tempoloos. De bal gaat in een wat lager tempo rond, er wordt niet altijd even snel drukgezet, maar dat heeft puur met die temperatuur te maken.
Hoe leeft het voetbal in Qatar?
“Bij sommige topclubs is het druk, maar als wij een wedstrijd spelen kan ik ze bij wijze van spreken allemaal persoonlijk een hand geven. Als er honderd tot honderdvijftig man zitten, is het veel. Vroeger was het wel drukker, maar nu gaan de mensen shoppen en gaan ze de straat op.”
Wat zijn je persoonlijke ambities? Zou je ooit weer willen trainen in Nederland?
“Ik ben hier nu bezig met een Pro-licentie voor Azië. Ik ben 54 jaar en normaal gesproken begin je daar eerder mee, maar ik ben daar mee bezig omdat je die hier straks ook nodig hebt. Tot 2020 kan je met je A-licentie hier werken. Ik zie mezelf op mijn zestigste niet meer op een veld staan, tenzij het lichamelijk nog een beetje kan, maar dat is pas over zes jaar en ik weet niet hoe het er dan voor staat. Op dit moment werk ik nog steeds met alle plezier in deze contreien en daarom ga ik ook dat papiertje halen. Ik ben geen planner en dat ben ik nooit geweest. In deze voetbalcultuur kun je niet zeggen hoe de volgende maand er voor je uitziet, misschien zit je dan wel weer thuis. Als je twee keer verliest, kan je op straat staan. Ik wil hier voorlopig nog blijven want het bevalt prima en je kan hier veel kanten op. Het is destijds een keuze geweest en als ik het over zou kunnen doen dan zou ik het weer doen. Je hebt een aantal priveleges als voetballer en als trainer en dat is fantastisch om mee te maken.”
Het is kortom prima werken in Qatar aangezien je er al jaren trainer bent?
“Ja, ik heb het prima naar mijn zin. Natuurlijk kom je wel eens dingen tegen die totaal anders zijn dan in Nederland. Ik kom wel eens op het veld en dan staan er spelers die je niet kent. Het communiceren verloopt heel anders. De eigenaren zeggen dat ze een speler hebben gecontracteerd, in plaats van aan de trainer te vragen wat voor speler het team nodig heeft. Dat zijn wij niet zo gewend. Ik heb daar na zes jaar nog steeds moeite mee. Als je hier als nieuwe trainer komt en je denkt om het even te gaan veranderen, dan kan je het vergeten. Dat gaat gewoon niet, je kan geen cultuur of mentaliteit veranderen.”