‘Hij stopte een vinger in zijn reet en smeerde hem over zijn snor’

Voetbal is de belangrijkste bijzaak in het leven. Voor velen is de sport echter nog veel meer dan dat. In de rubriek Voetbalgek gaat Voetbalzone op bezoek bij mensen die op een of andere manier helemaal bezeten zijn van het mooiste spelletje ter wereld, met in deze aflevering Michel Adam. De inmiddels 54-jarige oud-verdediger speelde zijn hele leven bij ADO Den Haag en werd gevreesd door menig aanvaller vanwege zijn keiharde mentaliteit. Met de kenmerkende mat in zijn nek is de oud-voetballer een echte Haagse cultheld. Samen met documentairemaker Bart Grimbergen blikt Adam vanuit zijn wasserette terug op zijn ruige voetbalcarrière.

Adam begon als geboren Hagenees bij amateurclub HVV Laakkwartier en speelde in tien seizoenen van 1987 tot en met 1998 in totaal 199 wedstrijden voor FC Den Haag, dat in 1992 van naam veranderde naar ADO Den Haag. Adam nam het op tegen (latere) wereldsterren als Romário, Ronaldo en Dennis Bergkamp. De voetbalhumor is iets wat de inmiddels 54-jarige Adam nooit zal vergeten. Zo noemt hij talloze voorbeelden van grappen en grollen waar men in de huidige tijd ‘zeker voor geschorst zou worden’.

“Ik weet nog een moment met Bram Rontberg. Joop Lankhaar had een hele mooie snor. Rontberg stopt zo een vinger in zijn eigen reet, en wrijft hem over de snor van Joop heen. De volgende dag heeft Joop de snor er maar afgehaald, want hij heeft het de hele nacht geroken. Dat is toch schitterend?” lacht de voormalig jeugdinternational van Oranje. Over Martin Jol heeft Adam tevens een mooi verhaal in petto. "Hij is enorm claustrofobisch, dus als ik met hem op de kamer lag, dan poepte hij met de deur open. Ik vind alles best, als je maar niet op me spettert."

Ook haalt Adam een anekdote aan over Gavin Price. Bij de Schotse aanvaller werd er eens in zijn tas gepoept. “Na twee weken had hij zoiets van: wat komt er een vreselijke lucht uit die tas. Daar kan ik om lachen, dat vind ik nou echt voetbalhumor. Sommige mensen zullen me gek verklaren, maar dat is voetbalhumor.”