voetbalzone

Higuaín durfde huis niet uit: ‘Er zijn mensen die slechte en kwade dingen doen’

Chris Meijer21 apr 2019, 19:51
Laatst bijgewerkt: 21 apr 2019, 19:51
Advertentie

Gonzalo Higuaín maakt een uitermate moeizaam seizoen door. De 31-jarige spits wordt momenteel door Juventus verhuurd aan Chelsea, nadat hij het eerste halfjaar van deze jaargang op huurbasis bij AC Milan spendeerde. In gesprek met ESPN gaat Higuaín in op de impact die kritiek op zijn functioneren heeft op zijn leven.

“Ik heb er altijd spijt van dat ik me terugtrek in huis. Uit angst voor de kritiek van mensen durf ik dan niet de straat op te gaan. Er zijn mensen die slechte en kwade dingen doen, zonder schaamte. We hebben niemand vermoord, we oefenen alleen onze sport uit en kunnen dan niet naar buiten? Mensen zeggen dan altijd: ‘Als je zoveel geld verdient...’ Maar je kan geen vrienden kopen. Ik vier verjaardagen en kerst al veertien jaar lang met verschillende mensen”, vertelt Higuaín.

“Als ik mijn moeder wil zien, moet ik vijftien uur in het vliegtuig zitten. Natuurlijk kan ik voor het vliegticket betalen, maar het is niet zo dat mijn moeder op tien minuten afstand zit”, vervolgt de spits, die namens Chelsea goed was voor drie doelpunten in dertien wedstrijden. “De mensen zien dat soort dingen niet en hebben alleen aandacht voor mijn spel of mijn doelpunten. Ik ben nu in een fase in mijn leven waarin niets mij meer echt pijn doet. Ik heb veel geleden, maar ik heb bij topteams gespeeld en heb drie keer het WK en de Copa America gespeeld.”

“Ik had nooit durven dromen dat ik ook maar tien procent van deze ervaringen zou meemaken. Waarom zou ik me zorgen maken over wat mensen over me zeggen?”, stelt Higuaín. Hij verruilde in de zomer van 2016 Napoli voor Juventus en heeft geen spijt van die gevoelige overstap. “Er zijn al zoveel jaar verstreken en mensen denken maar wat ze willen denken. Ik ben er van overtuigd dat ik goede keuzes heb gemaakt. Ik kwam op mijn negentiende bij Real Madrid en dat was geweldig. Ik ben trots op elke club waar ik daarna nog heb gespeeld. Dat vervult me met trots.”