‘Het zou mooi zijn om tegen die mensen ‘fuck you’ te kunnen zeggen’
Crystal Palace kan zaterdag met de FA Cup de eerste grote prijs in de geschiedenis winnen en ook Damien Delaney had zich niet kunnen voorstellen dat hij ooit nog de kans zou krijgen om een trofee in de lucht te kunnen steken. De 34-jarige verdediger uit Ierland dacht er in augustus 2012 zelfs serieus over na om te stoppen met voetballen.
Delaney, negenvoudig international, speelde anderhalf jaar voor Queens Park Rangers en maakte een handvol managers mee. “Iedere persoon die binnenkwam, zei: ‘ik heb met Flavio Briatore gesproken en hij heeft mij de controle over het team gegeven’. Natuurlijk, gast. Maar dat duurt maar twee dagen en zo ging het meestal ook. Ik kon niet wachten om bij QPR te vertrekken”, aldus Delaney, die 59 wedstrijden voor the Hoops speelde en vervolgens via Ipswich Town bij Crystal Palace terechtkwam.
Bij Ipswich raakte hij op de training eens zo ernstig geblesseerd, dat hij vreesde zijn been te moeten laten amputeren. “Ik had het vertrouwen verloren. Ik zei tegen mezelf dat het op een gegeven moment wel weer goed zou komen, maar het leidde helemaal nergens toe. Ik zat op de bank toen we aan het begin van het seizoen dik van Blackpool verloren en zat een paar dagen later ook op de bank tegen Carlisle United. Dieper kon ik niet zinken. Ik had er genoeg van, ze wilden mij bij de club ook niet hebben.”
“We zijn toen uit elkaar gegaan en ik vergeet nooit meer dat ik van Portman Road wegreed en enorm emotioneel werd. Je moet nooit definitieve beslissingen nemen op basis van emotie, dus daarom ben ik er drie maanden tussenuit gegaan om mijn hoofd leeg te maken. Ik wilde uitvogelen of ik het voetbal zou gaan missen. Misschien kwam er ook wel iets uit de Verenigde Staten langs en ik had al het idee opgevat om triatlons te gaan lopen. Ik was gewoon even klaar in Engeland”, gaat Delaney verder in the Guardian.
Op een dag werd de linkspoot gebeld door Dougie Freedman, manager van Crystal Palace. “Ik zei dat mijn hart het niet meer kon trekken. Ik was lusteloos, had er gewoon geen zin in. Maar hij was vasthoudend en nog radelozer dan dat ik al was, want hij moest een verdediger hebben. Hij overtuigde mij om met hem te ontbijten en fluisterde steeds: ‘kom naar het trainingsveld. Haal een paar schoenen en kom trainen’. Ik kende sommige jongens al van mijn vorige clubs en besloot om een keer mee te doen. Ik kreeg er een goed gevoel bij. Dougie bood mij een contract voor drie maanden aan en ik probeerde er direct van te genieten.”
“Misschien is dit wel mijn lot, dat ik na vier jaar hard werken in zo’n finale mag staan. Sommigen bereiken veel op basis van hun potentie en talent, maar ik heb mezelf omhoog moeten werken. Ik heb in plaatsen als Boston en Lincoln gespeeld, op vreselijke velden en bij clubs waarbij onze toiletten en douches opzettelijk door de tegenstander werden afgesloten. Ik heb bij clubs gezeten waarbij ik geen trainingskleren kreeg, waarbij ik mijn eigen spullen moest wassen en naar de JJB moest om mijn eigen kicksen te kopen. Maar het belangrijkste is dat je het respect krijgt van medespelers en de trainer.”
“Niet veel mensen kunnen misschien wat ik heb gedaan. Ik moest mentaal enorm sterk zijn. De fans van Palace zien dat wel. Mijn medespelers kennen mijn verhaal ook. Als we de FA Cup winnen, zou dat een rechtvaardiging zijn voor alles wat ik heb meegemaakt. Het zou mooi zijn om dan ‘fuck you’ te kunnen zeggen tegen die mensen die niet in mij hebben geloofd. Maar ik ben in mijzelf blijven geloven. Ik zou het vreselijk vinden om over bijvoorbeeld 26 jaar te moeten zeggen dat de finale is verloren. Ik zou niet terug durven komen bij de club, om eerlijk te zijn.”