‘Het was ziekelijk: de telefoon constant aan het oor of in de hand’
DEVENTER - Op het veld was hij een karaktervoetballer pur sang, een kilometervreter zonder sterallures, een man van stavast. Als motor op het middenveld van onder meer Go Ahead Eagles, Feyenoord en sc Heerenveen cijferde hij zich weg voor het team en offerde hij alles op voor een resultaat. Ondanks dat hij het gras inmiddels heeft ingeruild voor kantoor, is Paul Bosvelt weinig veranderd. Hij is ontnuchterend nuchter en blijft graag op de achtergrond, maar als technisch manager van Go Ahead neemt hij wel zijn verantwoordelijkheid. Over de nieuwe start van Kowet, over zijn nieuwe functie, John Stegeman en over werkdruk.
Door Gijs Freriks
Go Ahead hoopt definitief af te rekenen met de onstuimige laatste jaren. De volksclub promoveerde in 2012/13 en 2015/16 naar de Eredivisie, maar speelt nu alweer voor het tweede jaar op rij in de Keuken Kampioen Divisie. De Deventer vereniging hoopt de nare smaak van het ‘dramatische’ vorige seizoen weg te spoelen, zegt Paul Bosvelt, want daarin eindigde Go Ahead op de zeventiende plaats. Inmiddels doet men aan de Vetkampstraat weer mee om het kampioenschap, want na vijftien speelronden staat Go Ahead eerste. Bosvelt heeft het gevoel dat de club ‘weer leeft’: “Nadat bekend werd dat John Stegeman onze trainer zou worden, ontstond er veel geloof in het nieuwe seizoen.”
“In de staf kwam Marco Heering er als assistent-trainer bij en er werden nieuwe spelers gehaald. Daardoor heerst er weer een positieve vibe. Het aantal verkochte seizoenkaarten spreekt boekdelen", zegt hij tegenover Voetbalzone, de officiële mediapartner van de Keuken Kampioen Divisie. Bosvelt is logischerwijs tevreden dat Go Ahead in de top meedraait, maar de primaire taak is volgens hem om de club in rustig vaarwater te krijgen. Want daar heeft het de afgelopen jaren aan ontbroken. De laatste zes jaar werden er acht coaches versleten en het vorige seizoen verliep onthutsend. Daarnaast besloot voorzitter Edwin Lugt een half jaar geleden op te stappen vanwege ‘zwaarwegende privéredenen’.
Go Ahead moest daardoor ook op bestuurlijk gebied vernieuwen. Hans de Vroome werd de voorzitter, Jan-Willem van Dop werd aangesteld als algemeen directeur en Bosvelt was reeds benoemd tot technisch manager. Eerder was hij adviseur van De Vroome. “Ik ben hier ooit als amateur begonnen. Uiteindelijk heb ik zes jaar bij Go Ahead gespeeld en in 2004 ben ik aandeelhouder geworden. Na mijn carrière ben ik de club blijven volgen. Op een gegeven moment vroeg Marc Overmars of ik met de selectie wilde meetrainen en dat heb ik toen gedaan. Van daaruit ben ik onder Andries Ulderink assistent-trainer geworden en ben ik ook in Deventer komen wonen. Als seizoenkaarthouder ging ik met vrienden naar alle thuis- en uitwedstrijden. De band met Go Ahead is er dus eigenlijk altijd al geweest.”
“In december 2017 was het heel rommelig binnen de club. Er werden mensen op non-actief gesteld en De Vroome vroeg of ik hem als adviseur wilde helpen. Het belangrijkste voor mezelf was dat ik op de achtergrond kon fungeren, in de luwte kon blijven.” Het karakter van de voetballer Bosvelt stond hem ook nu evenwel niet toe dat hij af en toe een advies gaf en weer naar huis ging. Hij stortte zich volledig op Go Ahead. Half werk was er niet bij. “Je duikt er gewoon volle bak in, want je wil het meteen goed doen. Het waren vanaf het begin serieuze werkweken. Soms was het wel extreem wat er allemaal op me afkwam.”
Je bent sinds april de technisch manager van Go Ahead. Hoeveel tijd ben je aan die functie kwijt ten opzichte van de periode waarin je slechts adviseur was?
“In het begin wil je alles meteen goed aanpakken. Je hebt toch een andere visie dan je voorgangers. Maar het is nu rustiger dan voorheen en dat ligt met name aan het moment van instappen. Toen ik in het voorjaar instapte, had ik te maken met aflopende contracten en met het samenstellen van de selectie voor het nieuwe seizoen met John Stegeman. Het was wel fijn dat zijn komst snel rond was, want daardoor konden we veel overleggen. Het was tot 1 juli een pittige periode waarin we veel werk moesten verzetten, maar we hadden al vrij snel een groep staan waarvan we dachten: hiermee kunnen we ergens naartoe gaan.”
Go Ahead had de selectie in juli grotendeels in orde. Hoe lukte dat zo snel?
“We zijn vroeg begonnen. We hadden Hobie Verhulst en Richard van der Venne nog voor de komst van Stegeman binnen en nadat we de komst van Stegeman bekendmaakten, ging het met andere spelers ook heel snel. Het is richting spelers positief dat je met zo’n trainer kan schermen. De uitstraling van de club helpt ook mee, want we staan bekend als een club met sfeer, een trouw en fanatiek publiek en we spelen op gras. Je moet ook een beetje geluk hebben. Sommige spelers haakten af en dan moet je het vizier snel op andere jongens van een vergelijkbaar niveau richten. In grote lijnen hadden we de selectie wel op 1 juli klaar. Alleen Sam Hendriks vertrok nog (naar Oud-Heverlee Leuven, GF.). Als je als club minder budget hebt of minder wil uitgeven, dan kun je ook zeggen: ik wacht tot spelers radeloos worden en dan slaan we toe. Dat is ook een visie, dat kan. Maar het is wel lekker dat de spelers een behoorlijke periode samen kunnen trainen en de coach de manier van spelen erin kan slijpen.”
Verraste het jou dat Stegeman openstond voor Go Ahead?
“Ik was verbaasd: staat hij open voor Go Ahead Eagles? Je weet dat hij natuurlijk een verleden en een gevoel heeft bij deze club. Maar ik ben niet de enige die het een opmerkelijke keuze vond. Het was qua niveau immers een stap terug, maar John denkt dat hij hier echt iets kan neerzetten. Hij kan ons binnen de organisatie en structuur ook helpen om beter te worden. Hij neemt zijn ervaringen van Heracles Almelo namelijk mee. Voor ons was zijn komst wel het zetje dat we nodig hadden na het afgelopen dramatische seizoen.”
Wat zijn de doelstellingen voor dit seizoen?
“Het woord ‘Eredivisie’ wil ik niet in de mond nemen. Als je doelen stelt, creëer je namelijk wellicht ook teleurstellingen voor later. Dat klinkt misschien een beetje laf, maar je wil als club vooral verrassen en dat doen we al een beetje. Maar we hebben nog niets en zijn slechts onderweg. Als we er aan het einde van het seizoen nog zo voorstaan, dan hebben we de eerste stap gezet. We willen als club gewoon stabieler en sterker worden. Niet dat je de ene keer achtste wordt in de Keuken Kampioen Divisie, vervolgens promoveert en er meteen weer uit kukelt.”
“Als je promoveert, moet je daar als club wel klaar voor zijn. Je moet als gehele organisatie groeien en aankopen kunnen doen die je in het nieuwe seizoen kunnen helpen. Dat is de grote uitdaging. Je moet niet meer verrast worden. In het verleden was er een groot gat tussen de Eredivisie en Keuken Kampioen Divisie en dat is kleiner aan het worden. Dat zegt mijn gevoel. De Graafschap en FC Emmen doen het bijvoorbeeld heel behoorlijk.”
Om zich voor te bereiden op het vak van technisch manager, nam Bosvelt een kijkje in de keuken bij andere clubs. Met collega’s sprak hij over onder meer scouting, het gebruik van wedstrijd- en data-analyses en de kunst van het onderhandelen. “Of er voor mij sneller deuren opengaan? Dat weet ik niet, maar door mijn voetbalverleden ken ik wel mensen. Er wordt vaak gezegd dat de voetballerij een jungle is, maar je ziet ook veel collegialiteit en openheid. Als ik vraag of ik een keer koffie kan komen drinken om over bepaalde dingen wat te weten te komen, dan zijn die mensen daar helemaal niet geheimzinnig over.”
“Je krijgt niet alle ins en outs te weten, maar dat is logisch. Als ik met potentiële aankopen bezig ben, dan heb ik ook liever niet dat er iemand van een andere club meekijkt. Maar ik ben wel geïnteresseerd in de manier van werken en ik onderhoud ook het contact”, aldus Bosvelt.
Je gaf in juli een interview aan De Stentor. Daarin zei je dat het werk als technisch manager ‘ongekend druk’ is, dat je ieder moment van de dag bereikbaar bent en dat je dat wil veranderen omdat het anders ‘te gek’ wordt. Hoe pak je dat nu aan?
“Ik wilde zelf 24 uur per dag bereikbaar zijn. Ik reageerde altijd meteen op berichtjes, als een soort gewoonte. Het was ziekelijk: ik had de telefoon constant aan mijn oor of in mijn hand. Daar heb ik mijn weg in moeten vinden, want op een gegeven moment slaat het nergens meer op. Doordat er een steeds betere structuur ontstaat, gaat het steeds beter.”
Is het zijn van bestuurder topsport?
“Ik vóel me zeker geen bestuurder, maar overleg natuurlijk meer dan ik als speler gewend was. Maar inderdaad: ik werk wel weer bij een betaaldvoetbalorganisatie, verschijn in de media, de mensen vinden wat van wat je, enzovoort. Ik zou eigenlijk liever in de luwte werken, maar ben hier met mijn volle verstand ingestapt. Go Ahead Eagles is mijn club en ik ben blij met hoe goed het nu gaat. Ik heb het gevoel dat ik hier mijn steentje kan bijdragen.”
“Als speler had ik geen stip aan de horizon en ook nu denk ik niet: ik wil naar een topclub. Mijn eerste ambitie is om iets stabiels neer te zetten bij Go Ahead. Dat is mijn doel.” Een terugkeer naar Feyenoord, een andere club waar hij nog altijd zeer geliefd is, is volgens Bosvelt dan ook niet aan de orde: “Dat soort vragen krijg je heel snel. Maar ik woon in Deventer en focus mij op Go Ahead. Laten we er hier met z’n allen iets moois van maken!”
Het tweede deel van het interview met Paul Bosvelt, waarin hij vertelt over scouten, onderhandelen en over zijn ambities in het trainersvak, verschijnt dinsdag.