Het verhaal van voetbalclown Dubois: ‘Ik doe een moord voor het shirt’
BUENOS AIRES - Toen Darío Dubois met zijn ploeg promoveerde, trok de verdediger uit blijdschap zijn voetbalkleren uit en smeet hij die naar het uitzinnige publiek. “Trok je echt alles uit? Ook de onderbroek?”, vroeg een nieuwsgierige verslaggever. “Ik draag nooit onderbroeken”, was het antwoord van Dubois. De Argentijn speelde nooit op het hoogste niveau, maar is wel een van de meest markante voetballers die Argentinië ooit heeft gehad. Voor wedstrijden schminkte hij zijn gezicht en in zijn vrije uurtjes speelde hij in bands. Dit is het verhaal van voetbalclown Darío Dubois.
Door Gijs Freriks
Abrupt einde
Dubois maakte in 1994 zijn debuut in het betaald voetbal. Hij begon bij Yupanqui en speelde daarna voor Lugano, Midland, Deportivo Riestra, Deportivo Laferrere, Cañuelas en Victoriano Arenas. Na 146 wedstrijden en 13 doelpunten, en één promotie met Lugano naar de vierde afdeling van de Argentijnse voetbalpiramide, kwam er vanwege een kruisbandblessure een abrupt einde aan zijn carrière. “Ik dacht: ik laat me opereren en voetbal daarna door tot mijn veertigste”, zei Dubois eens in een interview. Hij kon zijn operatie echter niet betalen en in tegenstelling tot bij andere geblesseerden was de spelersvakbond niet bereid om Dubois financieel te ondersteunen. De reden liet zich eenvoudig raden.
In maart 2002 werd Dubois tijdens een wedstrijd bewusteloos geslagen door een tegenstander. Hij werd met spoed naar het ziekenhuis gebracht en kampte met hoofdletsel, een bloeding in het oor en met epilepsieverschijnselen. Toen Dubois een week later uit het ziekenhuis kwam, klaagde hij dat de hulp op het veld veel te laat op gang was gekomen. Hij noemde de voetbal- en spelersvakbond ‘een stel ratten’: “Gelukkig ben ik in orde, maar ik ben bijna op het veld gestorven en ze hebben niets gedaan om te helpen.” Ironisch: “Ik dank deze geweldige organisaties voor het feit dat ze er niet waren toen ik hen nodig had.”
Schminkverbod
Aan het hoofd van de bond stond wijlen Julio Grondona en hij was de woorden van Dubois waarschijnlijk niet vergeten toen laatstgenoemde twee jaar later bij de spelersvakbond aanklopte om zijn operatie al dan niet deels te bekostigen. Het was bovendien niet de eerste keer dat Grondona en Dubois met elkaar in conflict raakten. De preses stelde eind jaren negentig namelijk een verbod in op het dragen van schmink of andere make-up tijdens wedstrijden, omdat voetballers anders moeilijk herkenbaar zouden zijn voor scheidsrechters. Er was één speler die met mascara en witte verf op voetbalde. Dat was Dubois. Hij begon daar in 1998 mee, tijdens de klassieker tegen Argentino de Merlo.
Dubois vroeg of hij gebruik mocht maken van de spiegel in de kleedkamer van de scheidsrechter, omdat er in de kleedkamer van Midland zelf geen spiegel aanwezig was. Dubois, die zijn schmink naar eigen zeggen kreeg van een bevriende travestiet, kreeg toestemming van de arbiter. Hij liet zich met zijn geschmink inspireren door Gene Simmons, de Israëlisch-Amerikaanse frontman van schmink-rockband KISS, en zei dat hij zich er beter door voelde wanneer hij opgemaakt het veld op stapte. “Het geeft me energie. Ik verf mijn gezicht om vol de strijd aan te kunnen gaan. Ik weet dat tegenstanders dan bang voor mij zijn en volgens de regels mag het ook gewoon. Ik ben fan van black metal. Als ik dat luister, dan voel ik mij sterk. Als ik mij schmink, denk ik dat ik ook zo sterk ga spelen.”
Heel blij waren ze daar bij Midland overigens niet mee. Voorzitter Rodolfo Marchioni zei na een paar wedstrijden: “Hij clownt nu al anderhalve maand rond bij de club.” Marchioni overwoog naar verluidt om Dubois weg te sturen, maar nadat de stopper zestien wedstrijden voor de club had gespeeld, stelde Grondona het verbod op dergelijke cosmetica in: “Tja, wat moet je hier nou van zeggen. AFA, bedankt dat jullie laten zien hoe je moet besturen. Dit is weer een lichtend voorbeeld van jullie totale gebrek aan geloofwaardigheid”, reageerde een getergde Dubois. Als hij nog één keer met make-up op het veld zou stappen, zou er een schorsing volgen. Dubois was echter niet iemand die zich door de autoriteiten liet vertellen wat te doen en was ook niet iemand die het schroomde om voor zichzelf op te komen.
Moord
Toen Dubois bij Lugano speelde, beloofde de sponsor veertig pesos per overwinning. Na drie overwinningen was er echter nog geen peso betaald. Dubois was er klaar mee en plakte de sponsornaam op het shirt uit protest af met zwarte tape. Toen hij de tape voor het daaropvolgende duel was vergeten, verzon hij een alternatieve actie: “Omdat het had geregend, wist ik wat te doen”, zei Dubois in een interview met Clarín. “Ik liep het veld op en smeerde mijn oranje tenue helemaal in met modder.” Dubois werd door velen ‘verguisd’, schreef het blog In Bed With Maradona in 2012. Niet alleen door sponsoren, directeuren en bondsbestuurders, maar vanwege zijn ‘onorthodoxe verschijning’ joeg hij ook de kinderen op de tribunes de stuipen op het lijf. En dus protesteerden plukjes fans - vaak ouders - tegen het meespelen van Dubois. Dubois veranderde echter nooit.
Hij liet zich door niemand vertellen hoe te leven, ook niet door zijn medespelers. Een échte voetballer is Dubois nooit geweest en hij is dat ook niet geworden, zo gaf hij in 1999 eerlijk toe: “Ik houd niet echt van het spelletje. Ik ben wel dol op golf, maar dat kan ik niet goed. Ik voetbal omdat ik van competitie houd en omdat ik mij na een training fysiek voldaan voel. Bovendien kan ik er mijn carrière als muzikant mee betalen.” Dubois kon leven van zijn voetbalsalaris, maar werd er allesbehalve rijk van. Hij kluste bij als verkoper van wierook en hippiekleding op de markt van Buenos Aires en verdiende extra geld door mee te spelen in drie rockbands. Hij zat in Tributo Rock, Corré Guachín en Reef. Met laatstgenoemde band maakte hij een paar top tien-hits, waaronder Place Your Hands.
In de bands van Dubois zaten ook enkele (ex-) ploeggenoten: Carlos García pingelde op de gitaar, Perico Falco zat achter de drums, Maxi Ponce bespeelde de mondharmonica en Eduardo Paredes nam het vocale gedeelte voor zijn rekening. Nadat Dubois in 2004 een punt zette achter zijn spelersloopbaan, bleef hij een fanatiek bespeler van de contrabas. In maart 2008 verzorgde hij met Tributo Rock de muziek in een bar in Isidro Casanova, een voorstad van Buenos Aires. Hij fietste met zijn vriendin naar huis en werd beroofd van zijn rugzak en mobiele telefoon. De dieven vuurden tevens twee pistoolschoten af die de maag en het been van Dubois troffen. Hij werd opgenomen in het Paroissien-ziekenhuis en overleed na tien dagen aan interne bloedingen. Dubois blies op 37-jarige leeftijd zijn laatste adem uit.
Akkoordje
Duboís wordt herinnerd als een ‘iconische martelaar voor het hebben van persoonlijke kracht’, schreef In Bed With Maradona. “Zijn naam draagt in bepaalde delen van het land een zekere mythische status met zich mee. Het gaat misschien wat ver om Duboís een rolmodel te noemen, maar zijn naam staat wel degelijk ergens voor. Het zou weinig poëtisch zijn om hem te herinneren als een grap die het Argentijnse voetbal jarenlang in diskrediet heeft gebracht. Dus: wat kunnen we leren van Dubois? Heb jij eigenlijk de integriteit om vast te houden aan jouw idealen en om op te komen voor datgene waar je in gelooft? En ben je daarin vasthoudend? Laat jij je niet overrulen? Speel je voor liefde en niet voor geld? Porsche-rijdende en rokkenjagende primadonna’s: leer van hem”, zo viel er te lezen.
“Hij had een zachte, buitengewoon lieve stem voor een black metal-man”, schreef LA MANO in juni 2008. “Hij was een extreme pacifist die geen alcohol dronk, drugs gebruikte of rood vlees at. Hij bewonderde ook Che Guevara, totdat hij erachter kwam wat voor gruwelen Che op zijn geweten had. Hij zei eens dat dat voor hem voelde alsof er een heuvel van vuil onder een tapijt lag en dat dat tapijt opeens werd weggetrokken. Toen werd de heuvel zichtbaar. Dubois hekelde verder betalingsachterstanden, omkooppogingen en steekpenningen.” Dat laatste bleek wel toen de voorzitter van een tegenstander geld bood zodat Dubois en co een wedstrijd zouden verliezen. “Hij is een rat”, doelde Dubois op Juan José Castro van Juventad Unida. Dubois spuugde in de kleedkamer in het gezicht van Castro en gaf hem te kennen dat hij nog liever gras vreet dan dat hij een duel opzettelijk verliest.
Een andere keer kwam Dubois in het nieuws toen hij van scheidsrechter Juan Carlos Moreno rood kreeg tijdens de wedstrijd tussen Midland en CA Excursionistas uit de wijk Belgrano. De tweede gele kaart vond hij zwaar overtrokken: “Toen hij die kaart gaf, viel er vijfhonderd pesos (twintig euro volgens de huidige koers, GF) uit zijn broekzak”, vertelde Dubois eens. “Hij had het overduidelijk op een akkoordje met iemand gegooid, zelfs de tegenstanders snapten niet waarom ik rood kreeg. Ik pakte de biljetten van de grond en rende richting de kleedkamer. Iedereen sprintte achter mij aan: de scheids, de grensrechters, ploeggenoten en tegenstanders. Ik werd omsingeld en gooide het geld naar de scheids. Ik zei: ‘dit is voor het prijzengeld dat je van mij hebt afgenomen door mij rood te geven, jij klootzak!’.”
Het Argentijnse voetbal stond nauwelijks stil bij de tragische dood van Dubois in het voorjaar van 2008; daarvoor was de verdediger vermoedelijk te controversieel geweest. Enkel Midland hield voor een wedstrijd een minuut stilte. “Hij had veel conflicten, maar het tekent zijn karakter dat hij door de supporters zo genereus wordt herinnerd”, schreef Olé. “Een bescheiden en intelligent persoon die zich onthield van sigaretten, alcohol, vrouwen, drugs en rood vlees.” Toen een verslaggever Dubois vroeg hoe hij zichzelf nou zou omschrijven als voetballer, zei hij: “Als een clown die weliswaar zijn gezicht verft, maar een moord zou doen voor het shirt. Ik ben en blijf een speler voor de fans.”