‘Het verbaast me niet dat Ziyech Leon de Kogel hulp heeft geboden’
Benjamin van Leer ervaart een bijzondere week. Maandag zat hij op de tribune bij het duel tussen Jong FC Utrecht en Go Ahead Eagles, dat in het teken stond van zijn goede vriend Leon de Kogel. Zondagmiddag gaat hij met NAC Breda op bezoek bij Ajax, de club waar hij tot medio 2021 onder contract staat. De keeper gaat in gesprek met De Telegraaf in op zijn band met De Kogel, die nooit meer kan voetballen na een ernstig auto-ongeluk op Malta.
De Kogel zag al zijn spaargeld opgaan aan hoge ziekenhuisrekeningen. Via een inzamelingsactie werd er ongeveer 24.000 euro voor hem opgehaald. “Ik ken Leon al vanaf mijn vijfde. Hij woonde in de straat achter ons en we zijn samen begonnen in de F-jes van SV Houten”, vertelt Van Leer. “Ik heb nog een leuke foto uit die tijd, waarop Leon en ik naast elkaar zitten en híj de keepershandschoenen aan heeft. Wij zijn altijd vrienden gebleven. In eerste instantie zou ik ook zijn meegegaan op vakantie naar Malta, waar Leon het ongeluk heeft gekregen, maar ik kon niet vanwege een blessure.”
Van Leer vindt het mooi dat veel mensen te hulp schieten. “Dat er zoveel hulp is voor hem, is ook omdat het zo’n goede jongen is. Als het een eikel zou zijn, zou niet iedereen voor hem klaar staan”, aldus de keeper. “Ik vind het heel knap hoe hij zelf met de situatie omgaat. Hij is heel sterk. Toen ik hem na het ongeluk voor het eerst zag in het ziekenhuis in Utrecht, lag hij daar met een ingevallen koppie en zijn been in een stellage. Nu is hij zoveel verder.”
De doelman staat zondag tussen de palen tegen Ajax, de club die hij afgelopen zomer op huurbasis verliet voor NAC. “Ik heb een heel warm gevoel aan Ajax overgehouden. Het zijn allemaal toffe gasten. Over sommige jongens bestaan vooroordelen, dat ze arrogant zouden zijn of zo. Dat klopt totaal niet. Een jongen als Hakim Ziyech is gewoon een heel goede jongen. Het verbaast me niet dat hij Leon de Kogel hulp heeft geboden. Toen ik bij Ajax kwam, was Hakim ook de eerste die naar me toe kwam en me aanbood om te helpen.”