Het tweede leven van Jeroen Verhoeven: ‘Dit had je niet verwacht hè’
Sommige voetballers vallen na hun loopbaan in een zwart gat, maar er zijn ook spelers die zich zonder aarzelen volledig storten op een nieuwe invulling van hun leven. In de rubriek De Omschakeling licht Voetbalzone een opvallende carrièreswitch of passie van een (oud-)voetballer uit. Deze keer aandacht voor Jeroen Verhoeven (39), voormalig doelman van onder meer FC Volendam, Ajax en FC Utrecht. De oud-keeper runt samen met zijn compagnon Hayler Tamboer Indoorspeeltuin Plezier en een dagbesteding met leertraject voor jongeren met een stoornis die niet naar school kunnen in Soesterberg.
Door Robin Bruggeman
Verhoeven staat bij binnenkomst druk bellend over een tablet gebogen die is verbonden met het kassasysteem van zijn indoorspeeltuin. “Het systeem is heel simpel, al heeft hij soms een beetje kuren. De jongens die hier werken zijn best wel slim en ze houden van computeren. Ik heb daar een iPad staan en ze weten dondersgoed hoe je zo’n ding kan hacken. Dan is het ‘tik, tik, tik, tik’ en zetten ze iets erop, maar dan krijgen ze het niet meer weg. Dan weten ze het even niet meer, dan kom ik erbij en dan moet ik het weer regelen”, vertelt hij even later met een glimlach. De ‘jongens’ in kwestie zijn de jongeren van de dagbesteding, die in het reguliere onderwijs een beetje tussen wal en schip terecht zijn gekomen en nu onder begeleiding de boel draaiende houden bij de indoorspeeltuin. Zij werken daar onder meer achter de kassa, achter de bar en in de keuken. “Het zijn voornamelijk jongeren met angststoornissen, jongeren die bang zijn om fouten te maken. Daardoor trekken ze zich heel erg terug en missen ze die sociale contacten. Dan vallen ze uit bij school, het gewone onderwijs vallen ze uit, speciaal onderwijs vallen ze uit. Dan komen ze thuis te zitten. Deze jongens kunnen heel veel, zoals je ziet. Alleen moeten ze begeleid worden, het is een stukje autisme, een stukje angst dat je ziet. Ze zijn bang om fouten te maken”, legt Verhoeven uit.
De voormalige doelman hing in 2017 zijn keepershandschoenen aan de wilgen nadat hij in zijn laatste seizoenen nog bij de amateurs van ASV De Dijk onder de lat had gestaan. In de jaren ervoor was hij, terwijl hij nog actief was bij FC Volendam, al bezig met het volgende hoofdstuk in zijn leven. “Mijn beste vriend Hayler Tamboer had een zorginstelling en hij kwam naar mij toe. Hij zei: ‘Ik begeleid deze jongeren al acht jaar, alleen worden ze van acht jaar oud zestien en dan moeten ze werken.’ Dat begeleid werken was er echter niet en we zijn daarom gaan kijken hoe we dat konden invullen. Ik zei alleen tegen hem: ‘Ik weet niets van zorg. Wat heb je nodig, wat moeten ze doen?’ Hij vertelde mij dat ze sociale contacten nodig hebben en hij gaf me een lijstje: een keuken, veel handwerk zodat er genoeg te doen is, bijvoorbeeld in de groenvoorziening.” Verhoeven en Tamboer dachten vervolgens in eerste instantie aan een jachthaven of een restaurant: “Het was alleen wel zo dat deze jongens schooltijden hebben van negen tot drie en een restaurant is niet van negen tot drie open, dus wat nu?” Een toevallig uitstapje met zijn kinderen naar een indoorspeeltuin leverde Verhoeven uiteindelijk onverwachts het antwoord op: “Ik zat er eens om me heen te kijken. Ik zag een kassa staan, ik zie mensen schoonmaken, ik zie Fristi over de grond heen gaan, ik zie een keuken. Hé, dat zijn allemaal vinkjes van het lijstje dat ik had gekregen. Dus ik bel Hayler en ik zeg: ‘We gaan een indoorspeeltuin starten.’ ‘Ja, dag’, zei hij.”
'Het moest er wel eentje worden die past bij ons'
Ondanks Tamboers initiële twijfels zetten de twee het plan voort, met als resultaat de opening van Plezier ruim een jaar geleden. Verhoeven geeft aan dat het duo wel bewust voor een andere aanpak heeft gekozen dan in veel andere indoorspeeltuinen in Nederland het geval is: “Het moest er wel eentje worden die past bij ons, we houden van goede dingen, van goede kwaliteit. Ik ben daarna met mijn eigen kinderen alle indoorspeeltuinen van Nederland af geweest en daar heb ik opgeschreven wat ik nou vervelend vond. Dus ik vond bijvoorbeeld het geluid vervelend, we hebben hier nu panelen op het plafond die uitzetten als er heel veel geluid is. Ik vond het altijd stinken, dus we hebben hier een heel groot luchtbehandelingssysteem hangen, zodat er altijd frisse lucht naar binnen gepompt wordt. Ik vond het vaak een donker hol, je had geen licht en geen overzicht. Ik vond de meeste ook vies, de koffie niet de zuipen, het eten niet te vreten. In principe is een indoorspeeltuin heel simpel, je moet volume draaien. Wat wij wel willen is dat er kwaliteit uit de keuken komt, we willen gezonde producten en ook dat de kinderen een beetje leren koken. Dus alles in de frituur gooien werkt niet bij ons. We zijn hier zelf appeltaarten aan het maken, zelf de taarten, zelf de kip, zelf de carpaccio.”
Verhoevens inspanningen hebben zich uitbetaald, want gezeten in het restaurantgedeelte is het nauwelijks voor te stellen dat een paar meter verderop een vijftigtal kleine kinderen zich al joelend en gillend door de speeltoestellen, klimrekken en glijbanen heen klauteren en springen. De jongeren achter de bar en in de keuken kunnen daardoor gefocust door blijven werken: “Je ziet dat dit een omgeving is met heel veel prikkels, maar ze zijn hard aan het werk en dit voelt voor hen als een tweede thuis”, gaat hij verder. Als de ‘jongens’, zoals Verhoeven zijn werknemers blijft noemen, niet in de indoorspeeltuin aan het werk zijn, krijgen zij onderwijs in een ander gebouw dat de twee iets verderop in Soesterberg hebben gehuurd. De bedoeling was in eerste instantie dat acht jongeren in twee lokaaltjes in de indoorspeeltuin lessen zouden volgen, maar tijdens de bouw van Plezier werd dat aantal al overschreden: “Daarna hebben hier op 150 meter afstand een kantoorpand gehuurd en daar hebben we nu lokalen in. Je ziet dat deze jongens hier ’s ochtends even komen werken, dan hebben ze twee uur wat te doen en dan gaan ze terug naar school, of naar het leertraject. Zij noemen het een school, wij noemen het een dagbesteding en leertraject omdat wat wij doen officieel geen school of onderwijs genoemd mag worden. Ons doel is om deze jongens weer terug te laten gaan naar school. Bij sommigen gaat dat en bij sommigen gaat dat niet.”
'Ik ben soms wat te direct voor de zorg'
Verhoeven zelf is doorgaans in de indoorspeeltuin te vinden, waarbij hij het zorgaspect vooral overlaat aan Tamboer: “Ik werk meestal hier, ik ben zelf niet echt van de zorg. Ik ben soms wat te direct voor de zorg, al moet ik wel zeggen dat ik er soms wel van geschrokken ben. Ik dacht dat ik in een iets humanere wereld terecht zou komen, maar ik merk wel dat veel mensen heel veel dingen uit boekjes doen. Ze kijken allen maar naar dossiers en niet naar de persoon waar het om gaat. Dat heb je in het voetbal wel, dan kijken ze tenminste wel naar jou persoonlijk en hoe je in de groep ligt. Dat is bij jeugdzorg anders en daar ben ik best wel van geschrokken.” Verhoeven neemt nu de zakelijke kant van het zorggedeelte voor zijn rekening, wat weleens tot botsingen met zijn compagnon leidt: “Ik ben iets zakelijker dan de zorg en dat is een perfecte combinatie. Je wilt natuurlijk het beste voor de cliënt, maar als je personeel in dienst hebt moet je wel zorgen dat je inkomen genereert. Het is wel leuk, superleuk zelfs. Ergens is het ook wel zorgwekkend dat er zoveel vraag is naar wat wij doen, maar we zijn wel blij dat we het kunnen faciliteren.” Naast de administratieve werkzaamheden die bij de indoorspeeltuin horen, voelt Verhoeven zich ook niet te groot om zelf de handen uit de mouwen te steken. Zo wijst hij de afwaskeuken aan als de plek waar hij vaak een groot deel van zijn zondagen doorbrengt: “Als ze zien dat de baas, een van de eigenaren, gewoon af staat te wassen… Dit is de minst leuke plek en als ze zien dat wij dat gewoon doen, dan valt het wel mee wat zij moeten doen. Dan komen ze even bij je staan, maar dan gaan ze weer snel wat anders doen”, glimlacht hij.
Hoewel de indoorspeeltuin en het leertraject, in Verhoevens woorden, momenteel groeien als een sky rocket, hield de eigenaar hier in eerste instantie zelf geen salaris aan over. Doordat hij ruim twintig jaar heeft meegedraaid in de voetballerij kan hij het zich echter veroorloven om zijn nieuwe uitdaging eerst goed op te bouwen voordat hij zich zorgen hoeft te gaan maken: “Ik mag niet klagen na het voetbal, daarom doen we dit ook. Ik werd ook na drie maanden thuis al gek. Iedereen zegt altijd dat rentenieren zo leuk is, maar dan zit je thuis en al je vrienden moeten gewoon werken. Leuk dat je thuis zit, maar daar heb je zelf niets aan. Mijn kinderen moeten gewoon naar school, die kan je niet overal mee naar toenemen op vakantie. Op een gegeven moment ben je daar ook wel klaar mee. Ik wist ook niet dat ik het ondernemen zo leuk zou vinden, dat had ik niet verwacht. Ik heb natuurlijk altijd, altijd gevoetbald van kleins af aan. Alles heeft in het teken gestaan van voetbal. Ik heb wel opleidingen gevolgd, commerciële economie voordat er dingen als Facebook en Twitter bestonden. De hele markt was toen anders. Maar voor echt ondernemen had je de kans en de tijd niet.” Doordat het belastingtechnisch beter uitkomt, keert Verhoeven zichzelf nu inmiddels wel een loon uit: “De belastingdienst heeft gezegd dat we dat moesten doen, maar we krijgen een heel laag salaris. Het is verplicht. We zijn eerst de indoorspeeltuin begonnen, maar de zorg explodeerde zo erg dat we daar twee bv’s onder hebben moeten hangen voor de zorg en voor de horeca. Onze accountant heeft ook gezegd dat we dat zo moesten doen, dus we krijgen nu een fictief salaris. Al het geld steken we in het begeleiden en in het project.”
'Luis Suárez wil gewoon meer winnen dan jij'
Verhoeven heeft het dus aan zijn voetballoopbaan, die hem van de jeugd van Ajax via RKC en FC Volendam uiteindelijk weer terugbracht in Amsterdam en hem later nog langs FC Utrecht en opnieuw Volendam leidde, te danken dat hij zich momenteel op het ondernemerschap kan storten. Over het antwoord op de vraag wat het mooiste moment uit zijn carrière is geweest, hoeft hij niet lang na te denken: “Dat was natuurlijk de dertigste landstitel bij Ajax. Dat was ongekend, een scenario dat de komende dertig jaar nooit meer voor zal komen. We konden die laatste dag nog kampioen worden, maar ook derde.” Verhoeven speelde in zijn tijd bij de Amsterdammers samen met een aantal voetballers die momenteel meedraaien in de top van Europa en hij keek soms dan ook zijn ogen uit op de training: “Ze waren allemaal goed, als zo’n Jan Vertonghen even aanzette bepaalde hij ook gewoon de wedstrijd. Dan dacht ik: ‘Waarom zet je niet altijd aan?’ Christian Eriksen was op dat moment heel jong, maar het talent droop eraf. Je ziet nu wat voor geweldige speler dat is geworden. En Luis Suárez was vooral echt een winnaar. Hij frommelt altijd, maar hij wint wel elk duel. Je denkt dan: ‘Hij zal toch niet weer zo’n frommelduel winnen?’ Maar hij wil gewoon meer winnen dan jij, daarom wint hij altijd. Op een gegeven moment geef jij op, dan denk je: ‘Laat maar.’ Maar hij gaat altijd door, dat zijn toch wel exceptionele kwaliteiten. Dat zie je nu ook: hij wil alleen maar goals maken.”
Verhoeven speelde uiteindelijk zes officiële wedstrijden namens Ajax, terwijl hij in de drie jaar dat hij bij FC Utrecht onder contract stond elf keer in actie kwam. Spijt van zijn keuze voor een rol als reserve heeft hij echter niet: “Ik denk alleen dat ik bij FC Utrecht in mijn tweede jaar meer op de deur had mogen rammen en had mogen zeggen: ‘Ik ben nu echt goed.’ Ik had Robbin Ruiter voor me en hij raakte geblesseerd in de voorbereiding. Ik speelde daarom de hele tijd en toen had ik wel het gevoel van ‘als ik nu ga spelen, ga ik er niet meer uit’. Uiteindelijk kozen ze echter weer voor Robbin, maar ik had voor mijn gevoel in die tijd wat meer op de deur mogen slaan. Dat heb ik niet gedaan, dat was mijn eigen fout. Daar moet ik dan ook genoegen mee nemen. Dat is het enige waar ik een beetje spijt van heb, voor de rest niet. Ik heb verder nooit problemen gehad met mijn keuzes. Ik was gedegradeerd met Volendam en toen kwam Ajax, dat was niet zo’n heel moeilijke keuze hoor. Het was nog eens twintig minuten dichterbij huis ook, heel makkelijk. En ik ging nog meer verdienen ook.” Verhoeven bleef zijn hele leven actief op de Nederlandse velden, aangezien een buitenlandse overstap nooit echt van de grond is gekomen. De oud-keeper denkt dat daar wel een aanwijsbare reden voor is: “Australië is wel een keer ter sprake gekomen, maar dat is uiteindelijk niets geworden. Dat was een mooi avontuur geweest, wat ik graag had willen doen. Voor de rest ja, google me maar eens en dan denk ik dat een buitenlands team ook snel klaar is. Ik denk niet dat dat altijd in mijn voordeel heeft gewerkt”, verwijst hij naar het ‘pizza’ dat van de tribunes golfde als hij een doeltrap nam. Hij kan zich hier echter niet al te druk om maken: “Iedereen neemt zichzelf altijd veel te serieus. Het is iets vervelends als je allemaal ziektes toegewenst krijgt, maar ik vond dit niet erg.”
'Dat heb ik met het pizza-gebeuren ook proberen te doen'
“Ik heb ook een groot lijf. Ik heb weleens gezegd dat als ik uitkwam en ik ‘los’ riep, er niemand was die het duel met me aanging. Dan maakte ik daar mijn voordeel van. Dat heb ik met het pizza-gebeuren ook proberen te doen: leg die druk maar bij mij neer en dan kan de rest lekker voetballen. Iedereen weet nog steeds wel wie de tweede keeper van Utrecht was, of zelfs de derde keeper van Ajax. Dan heb ik dat misschien niet slecht gedaan. Ik ben ook twee meter, dus breedbeeld was niet altijd in mijn voordeel. De tenuekeuze ook niet altijd, maar dat was niet mijn schuld”, lacht hij. Al die jaren in het profvoetbal eisten uiteindelijk echter wel hun tol en Verhoeven zag zich eind 2017 gedwongen om als doelman van De Dijk midden in het seizoen te stoppen: “Deze spier ligt los in de kom, dus op het moment dat ik ‘m had overstrekt was ik zes maanden klaar. Daarom ben ik ook gestopt”, wijst hij naar zijn schouder. “Mijn achillespezen zijn klaar, helemaal versleten. Als ik nu uit bed kom voel ik ook m’n meniscus, het is helemaal klaar. Ik voetbal nog wel zeven tegen zeven maar dat gaat ook niet van harte. Als ik vijfhonderd meter ren, kan ik terug kruipen. Ik heb 25 jaar gevoetbald, 7 dagen per week. Op een gegeven moment zegt het lichaam: het is mooi geweest.”
Dat Verhoeven niet de enige is met fysieke ongemakken, blijkt even later tijdens een bezoekje aan de iets verderop gelegen ‘school’ die hij runt met Tamboer. Zijn compagnon, met zelf ook een geschiedenis in de jeugd van Ajax, bij Go Ahead Eagles en bij Jong Oranje, scheurde onlangs tijdens een potje voetbal zijn achillespees en hobbelt al bellend door het gebouw: “Je ziet hem bijna alleen maar met een telefoon aan zijn oor”, grapt Verhoeven. “Dit is een ongelooflijk mooie doelgroep. Dit zijn jongeren met allemaal een stukje autisme, maar vooral ook met een laag zelfbeeld en ook wat angst. Aan de meesten zie je ook niks, dus dan ga je hen gigantisch overschatten”, vertelt Tamboer even later zelf in een van de klaslokalen. “Jeroen komt niet uit de zorg, hij werkt ook niet superveel met de jongeren. Hij is echter wel sociaal en maatschappelijk betrokken. Dit is een plan waar we het al heel lang over hebben gehad. We hebben naar heel veel dingen gekeken en uiteindelijk vonden we dit passend”, gaat hij verder. Tamboer is blij met de afwisseling tussen het arbeidsgedeelte in de indoorspeeltuin en het leertraject in het schoolgebouw die zij de jongeren nu kunnen bieden: “Ze hoeven daar van mij niet te werken, maar dat mag wel. Bij sommige jongens gaat het ook zo goed en ze vinden het zo leuk dat het een bijbaantje is geworden. Dan krijgen ze een klein contractje bij ons en dan kunnen ze er ook nog wat mee verdienen. Dat doet ook enorm veel met je eigenwaarde. Het is een supergoede balans en het past tot nu toe.” Een duidelijk trotse Verhoeven kan dit alleen maar beamen: “Dit had je niet verwacht hè, van een oud-voetballer.”