voetbalzone

Het tragische leven van de beste speler waar Zinédine Zidane ooit mee speelde

Jordi Tomasowa26 dec 2023, 22:00
Laatst bijgewerkt: 25 jul 2024, 03:45
Advertentie

De rijke voetbalgeschiedenis kent vele markante, tragische of grappige personages. In de rubriek Vedettes licht Voetbalzone telkens het doopceel van een van die figuren. Dit keer het tragische levensverhaal van de Uruguayaanse straatvoetballer die door Zinédine Zidane werd aangewezen als zijn beste teamgenoot, Fabian O’Neill.

Door Sander Grasman

O’Neill dankte zijn Ierse naam aan betovergrootouders die in de negentiende eeuw de oversteek hadden gemaakt vanuit County Cork op zoek naar een beter leven in de Nieuwe Wereld, maar dat had de familie blijkbaar nog niet gevonden toen de kleine Fabian ter wereld kwam in Paso de los Toros, in het hart van Uruguay.

Zijn ouders lieten hem al op jonge leeftijd in de steek, en terwijl hij thuis een bed moest delen met zijn oma, verkocht hij worsten aan bezoekers van het bordeel in het dorp. Zelfs toen al, op negenjarige leeftijd, bood de fles hem troost. Als hij niet in de kroeg zat, voetbalde hij op straat. Tijdens een jeugdtoernooi voor jongens onder de achttien viel hij als dertienjarige al op en drie jaar later kwam hij terecht in de jeugdopleiding van Nacional, de Uruguayaanse topclub.

O’Neill was groot en sterk, maar tegelijkertijd wendbaar. Bovendien bezat hij een fluwelen balbehandeling. Met dezelfde achteloosheid waarmee hij met een kleine voetbeweging door de benen van een tegenstander tikte, verstuurde hij een pass over de breedte van het veld die op de stropdas van een medespeler belandde.

Paco Casal was een middelmatige voetballer die een blauwe maandag op de bank zat bij Atlético Madrid en Racing Santander, maar als spelersmakelaar bleek hij beter uit de voeten te kunnen. Nadat hij zijn goede vriend en voormalig teamgenoot Juan Roman Carrasco aan een goede deal had geholpen, wilden Uruguayaanse topspelers als Ruben Sosa en Enzo Francescoli zich ook maar wat graag bij zijn stal aansluiten.

Tweets by ZidaneOfficial_

Nadat de jonge Fabian in eigen land furore had gemaakt met Nacional, waarmee hij al in zijn debuutseizoen kampioen werd, kwam ook hij onder de vleugels van Casal terecht en die leidde hem - met enkele landgenoten, zoals de kiezelharde verdediger Paolo Montero - naar Sardinië. In het shirt van Cagliari beleefde de Uruguayaan waarschijnlijk zijn mooiste momenten. Als de absolute ster van het elftal kreeg hij de vrijheid om te doen en laten wat hij wilde.

Tot op de dag van vandaag zullen de gedachten van de tifosi van die eilandclub bij het horen van diens bijnaam de Tovenaar teruggaan naar een duel met Salernitana, waar een heetgebakerd ventje als een pitbull over het middenveld raasde. Gennaro Gattuso was nog niet het icoon dat jarenlang het vuile werk in de rug van Andrea Pirlo zou opknappen, maar zijn reputatie was hem die dag toch vooruitgesneld.

Montero zette O’Neill op scherp door te stellen dat zijn landgenoot het niet zou aandurven om ‘Rino’ te poorten. De dribbelaar ging de uitdaging maar wat graag aan. Halverwege de eerste helft ontving hij de bal langs de zijlijn. Nadat hij hem had gecontroleerd op de borst, draaide hij weg bij zijn directe tegenstander, waarna hij oog in oog kwam met de latere Milan-middenvelder. Hij veinsde een lange bal naar de andere kant van het veld, maar toen Gattuso die wilde blokken, streelde O’Neill de bal subtiel door diens wijd openstaande poorten. Hij zou dat kunstje in diezelfde wedstrijd nog tweemaal herhalen.

Na vier seizoenen uitgeblonken te hebben in het blauw-rood van Cagliari klopte Juventus bij de Sardijnen aan voor hun Zuid-Amerikaanse sterspeler. Voor maar liefst tien miljoen euro vertrok O’Neill naar Turijn om als understudy van Zinédine Zidane te fungeren. Als hij eens mocht opdraven, dan was dat meestal als controlerende middenvelder. Het zal voor zijn fans een raar gezicht zijn geweest om hem in een dienende rol en met nummer zes op de rug te zien spelen.

Op training kon hij gelukkig nog weleens zijn ware kunsten laten zien en uit de woorden van Zidane valt wel op te maken dat hij dat naar hartenlust deed. Zizou zou hem jaren later zijn beste medespeler noemen terwijl de Fransman toch niet met de minsten op het veld had gestaan. Het is illustratief voor het onbegrensde talent dat O’Neill bezat.

Waar hij op het veld geen moment de controle over de bal verloor, had hij zichzelf buiten de lijnen nooit in de hand. Al tijdens zijn carrière kon hij de fles niet laten staan en toen hij nog voor zijn dertigste afzwaaide, gingen alle remmen los. Hij balanceerde al meerdere keren op het randje van de dood voor hij op 49-jarige leeftijd zijn laatste adem uitblies.

Na zijn carrière keerde hij terug naar zijn geboortegrond, waar hij inmiddels eigenaar was geworden van een ranch. Hij was echter vaker terug te vinden in zijn stamkroeg. Daar dronk hij van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat, terwijl hij aan iedereen die het maar horen wilde, vertelde over zijn belevenissen in de Serie A.

Over die keren dat hij op zijn eigen wedstrijden gokte of hoe hij jaren na zijn vernedering van Gattuso de middenvelder nog een paar oplawaaien had verkocht in een wedstrijd tegen het grote Milan. Een dronken O’Neill lachte dan even hard mee als zijn toehoorders, want ondanks zijn aftakelende gezondheid bleef de oud-speler uiterlijk vrolijk. Zeven jaar geleden liet hij al die anekdotes optekenen in een autobiografie met de cynische titel ‘Tot de laatste druppel’.

Zijn geld had hij er op dat moment al lang en breed doorheen gejast. Voornamelijk aan vrouwen en wedden op paarden die te traag bleken. Voor zijn boerderij ging hij eens naar een veeveiling, maar hij kwam straalbezopen aan. Uit balorigheid bood hij veel te veel geld en zo verdampte er weer een groot deel van zijn almaar uitdunnende fortuin. In totaal zou hij naar verluidt meer dan veertien miljoen euro over de balk gesmeten hebben in de twintig jaar naar zijn voetbalpensioen.

Tot twee keer toe waarschuwden artsen hem, dat als hij niet per direct zou stoppen met drinken, hij elk moment dood neer kon vallen. Maar het lukte de Tovenaar maar niet om de fles te laten staan. Elke keer zwichtte hij na een korte pauze weer tot zijn verslaving hem vorig jaar fataal werd. De drank had zijn lever inmiddels zo aangetast, dat deze compleet verrot was. De bloeding die daardoor ontstond kwam de pas 49-jarige O’Neill niet meer te boven. Hij overleed op Eerste Kerstdag in een ziekenhuis in Montevideo.