Het tragische en bizarre verhaal van de Italiaanse George Best
De rijke voetbalgeschiedenis kent vele markante, tragische of grappige personages. In de rubriek Vedettes licht Voetbalzone telkens het doopceel van een van die figuren. In deze editie duiken we in het extravagante leven van de publiekslieveling die de tifosi van Torino weer hoop gaf, maar al op 24-jarige leeftijd verongelukte.
Door Sander Grasman
In de zomer van 1967 dreigde Torino-voorzitter Orfeo Pianelli te zwichten voor het grote geld van de familie Agnelli, de rijke eigenaren van autofabrikant FIAT en stadgenoot Juventus, en zijn publiekslieveling Gigi Meroni te verkopen aan de aartsrivaal. Zodra de Torino-supporters hier lucht van kregen kwamen ze in actie. Ze gingen massaal de straat op, verzamelden zich voor het huis van Pianelli en dat van de Agnelli’s en maakten hun ongenoegen luidkeels kenbaar. FIAT-werknemers, die in grote getale juichten voor Tor, dreigden zelfs de productie van het kort daarvoor gepresenteerde nieuwe model te saboteren als de plannen niet werden teruggedraaid. Om de gemoederen te bedaren, besloot Pianelli eieren voor zijn geld te kiezen en hij veegde het aanbod - naar verluidt zo'n drie kwart miljard lire - alsnog van tafel.
Een paar maanden later gingen er weer duizenden mensen voor Meroni de straat op, maar dit keer om definitief afscheid van hun held te nemen.
Op 15 oktober speelde Torino tegen Sampdoria. Dankzij de bevliegingen van Meroni en een hattrick van diens boezemvriend Nestor Combin, wervelden i Granata langs hun tegenstander en wonnen eenvoudig met 4-2. ‘s Avonds waren Meroni en zijn vriend en teamgenoot Fabrizio Poletti op weg naar huis, toen die eerste zich herinnerde dat hij geen sleutel bij zich had. Ze schoten Bar Zambon op de Corso Re Umberto binnen om Meroni’s geliefde Cristiana Uderstadt te bellen en een ontmoetingsplek af te spreken, waarna het tweetal zich weer naar buiten haastte. Ze hadden geen tijd te verliezen, want behalve de overwinning hadden ze nog iets te vieren. Cristiana had die ochtend namelijk te horen gekregen dat haar huwelijk met een bekende filmregisseur nietig was verklaard en zij en Gigi hun relatie dus niet meer hoefden te verbergen - waar ze overigens sowieso nooit echt goed in waren geweest.
Op het moment dat de twee voetballers de drukke weg weer wilden oversteken, schrokken ze halverwege van snel naderend verkeer. Ze deinsden beiden terug en belandden op de andere weghelft, waar ze niet meer waren te ontwijken door de FIAT 124 Coupé van Attilio Romero. Het been van Poletti werd slechts geschampt, maar Meroni had minder geluk. Hij werd vol geschept door Romero, waarna een tweede auto hem ook nog eens meters meesleurde. Enkele uren later overleed hij in het ziekenhuis aan zijn verwondingen.
Attilio Romero was op het moment van het ongeluk nog maar 19 jaar oud en had amper een jaar zijn rijbewijs. Uit onderzoek bleek dat de jonge man geen schuld had aan het ongeluk. De plek waar Meroni en Poletti overstaken, was schaars verlicht en Romero was net begonnen een andere auto in te halen, toen plots de twee schimmen voor hem opdoemden. Naar eigen zeggen had Romero, die eerder die dag bij de wedstrijd was geweest, een fotootje op de voorruit van zijn favoriete speler: Torino’s nummer 7, Gigi Meroni.
Meer dan dertig jaar na het ongeluk zou Romero voorzitter worden van de club waar hij al zijn hele leven fan van was. Het zou helaas geen succes worden. Vijf jaar nadat hij de leiding had overgenomen, ging Torino failliet.
Poletti zou nog bijna tien jaar op het hoogste niveau spelen en driemaal voor de nationale ploeg uitkomen, maar moest uiteindelijk zijn geboorteland ontvluchten om echt rust te vinden. Nota bene Cristiana leidde hem naar zijn nieuwe thuis. Aanvankelijk reisde hij alleen maar af naar Costa Rica om daar een voetbalschool op te zetten, maar die zou er nooit komen. Wel verpande de oud-international zijn hart aan het land, haar stranden, bossen en bergen. Hij woont er inmiddels dertig jaar en is er helemaal thuis, maar zijn oude vriend zal hij nooit vergeten.
Eens in de zoveel tijd dineert hij bij Cristiana, die ook in het land woont. Dan halen ze herinneringen op aan die goede, oude tijd en hun zo gemiste vriend en geliefde. “Gigi was een buitengewoon mens, intelligent, aardig, ontwikkeld. Zoals hem was er geen een.”
Gigi Meroni, dan nog gewoon Luigi, trapt voor het eerst tegen een bal op een pleintje in zijn geboortestad Como en hoewel hij al snel ook in de jeugd van de plaatselijke voetbalvereniging wordt opgenomen, zal hij altijd blijven voetballen zoals op dat ommuurde trapveldje. Hij vond nou eenmaal niks leuker dan de bal aan zijn voet te hebben en een tegenstander te omspelen. Hij dribbelde op instinct, wist niet welke bewegingen hij ging maken en herinnerde zich achteraf ook niet wat hij precies gedaan had. Maar er voorbij ging hij, meestal althans. Met zijn schijnbewegingen en onnavolgbare versnellingen was hij een plaag voor elke verdediging.
Hij was nog een junior, toen hij zijn eerste minuten mocht maken in de hoofdmacht van Como, dat destijds uitkwam op het tweede niveau, en lang had de tiener niet nodig om zich van zijn teamgenoten te onderscheiden. Al na één seizoen stond het net naar de Serie A gepromoveerde Genoa voor hem op de stoep met een bod dat de club uit Como niet kon weigeren.
In zijn eerste seizoen in Genuese dienst streed de promovendus tegen degradatie en koos de coach voor vechtvoetbal om het vege lijf te redden. Dat de kleine, schriele Meroni daar niet in uitblonk, kon voor niemand een verrassing zijn. Een jaar later was de situatie gelukkig helemaal anders. De nieuwe coach, Beniamino Santos, ziet in hem de spil waar alles om moet draaien en de jongeling floreert in die rol. Genoa eindigt knap als achtste en weer liggen er direct kapers voor Meroni op de kust.
De zaken van Torino-voorzitter Pianelli gaan dan nog beduidend beter en hij heeft een recordbedrag over voor de dan nog maar 21-jarige speler. Het bestuur van il Grifone gaat overstag, maar dat is tegen de zin van Santos. De Genoa-coach brengt de zomer door in A Coruña, waar hij ooit zijn voetbalcarrière afsloot, maar springt direct in de auto om een stokje voor de transfer te steken. De Argentijn zal echter nooit aankomen, want net buiten de stad verliest hij de macht over het stuur en botst frontaal op een boom. Hij is op slag dood en Meroni is speler van Torino.
Vijftien jaar voor de komst van Meroni deelde de rode club uit Turijn de lakens uit in de Serie A. De ploeg werd onder aanvoering van capitano Valentino Mazzola vijf keer op rij kampioen en leverde in één interland van de Azzurri zelfs alle veldspelers af. Die hegemonie wordt doorbroken als de ploeg in mei 1949 terugkeert van een trip naar Lissabon, waar ze de afscheidswedstrijd van Benfica-aanvoerder Xico hebben gespeeld, en hun vliegtuig in de mist verongelukt net buiten Turijn. Aan de voet van de basiliek van Superga, waar het ongeluk plaatsvond, herinnert een groot monument aan de beste ploeg die de stad ooit gekend heeft. Ook de naam van de piloot prijkt daarop: Pierluigi Meroni, geen familie van.
De club komt de klap van dit verlies nooit te boven, maar in de jaren dat Meroni er speelt, weet de excentrieke speler wel voor een sprankje hoop te zorgen. In zijn tweede seizoen eindigen ze zelfs als derde, op gepaste afstand van de twee ongenaakbare clubs uit Milaan, maar voor Juve.
Zou je een tifoso van Torino vragen één voetbalherinnering aan de Farfalla Granata, de Rode Vlinder, zoals hij liefkozend genoemd werd, op te halen, dan is de kans groot dat hun gedachten terug zouden gaan naar het voorjaar van 1967, wanneer Meroni in San Siro het mooiste doelpunt uit zijn carrière maakt. Het Inter van catenaccio-goeroe Helenio Herrera - en met Valentino Mazzola’s zoon Sandro als spelmaker - domineert niet alleen in eigen land, maar zelfs in heel Europa en is thuis al drie jaar ongeslagen. Daar zal die 12e maart verandering in komen. Mede dankzij een weergaloos doelpunt van Meroni.
Op de bekendste foto van die dag zien we een ontredderde Giacinto Facchetti. De legendarische back van Inter en de nationale ploeg, wiens spel meestal zo onberispelijk was als zijn zijscheiding, was volkomen in de luren gelegd door Meroni’s verdekte schot die om hem heen in de verre kruising krulde. Het was de openingstreffer van een duel dat uiteindelijk in 1-2 voor de gasten eindigde.
Maar hoewel alle clubs in Italië goud geld over hadden voor de speler Meroni, is het bovenal de Gigi van buiten het veld die tot de verbeelding spreekt. In alles week hij af van zijn conservatieve Italiaanse tijdgenoten. Hij droeg zijn sokken afgezakt tot op de enkels, zijn shirt hing altijd uit zijn broek. Zijn haren waren naar de maatstaven van die tijd lang en zijn baard ietwat onverzorgd of juist in een artistieke sik geschoren.
Bovendien las Meroni poëzie, Franse en Amerikaanse literatuur en luisterde hij naar jazz en moderne Britse muziek. Vanzelfsprekend was het establishment niet zo dol op de non-conformistische speler, maar heel veel tifosi liepen met hem weg. Ze kregen geen genoeg van zijn dribbels, de verrassend harde schoten die uit die ogenschijnlijk iele beentjes kwamen, maar ook zijn extravagante gedrag kon op evenveel goedkeuring als misprijzen rekenen.
Op zijn beurt genoot de speler ervan zijn kont tegen de krib te gooien, de gevestigde orde te provoceren. Zo ging hij eens met een kip aan een touwtje door zijn geboortestad lopen. “Als anderen met hun huisdier gaan wandelen, waarom mag ik dat dan niet met mijn kip?” zou de speler zich hardop afgevraagd hebben. Voor de camera’s van de altijd om hem heen zwermende paparazzi zou hij het beestje zelfs eens geprobeerd hebben een zwembroek aan te trekken.
De paparazzi waren er vooral op uit om de speler met zijn geheime maîtresse op de gevoelige plaat vast te leggen. Gigi en Cristiana leerde elkaar kennen toen ze allebei nog tiener waren en hij in Genoa speelde. Haar familie zag het echter niet zitten dat hun dochter met een voetballer zou trouwen en zij besloot naar hun wensen te luisteren. Ze trouwde met een leerling van de legendarische filmregisseur Federico Fellini, maar het was een huwelijk dat vanaf het begin gedoemd was te mislukken. Niet veel later keerde ze terug bij Meroni en de twee woonden heimelijk samen in diens appartement in het centrum van Turijn.
Zodra het slecht ging met het Italiaans elftal, bleek de flamboyante Meroni echter ook een makkelijke zondebok. Na de onthutsende nederlaag tegen Noord-Korea op het WK van 1966 moest hij - terwijl hij die wedstrijd nota bene buiten de ploeg was gehouden en wissels nog niet toegestaan waren - het ontgelden. Meroni lag altijd overhoop met bondscoach Edoardo Fabbri, die er steeds maar weer vergeefs op aandrong dat Meroni zijn baard af schoor en zijn haren knipte. Volgens de publieke opinie had zijn recalcitrante gedrag Meroni in Engeland zijn basisplaats gekost en daarmee indirect de schande ingeleid. Hij zou geen wedstrijd meer spelen voor de Azzurri.
In het rode deel van Turijn bleef hij echter onverminderd populair tot die noodlottige 15e oktober. Een week na het ongeval stond uitgerekend de Derby della Mole op het programma. Het werd een emotionele aangelegenheid en mondde uit in de dikste overwinning die Torino ooit geboekt heeft op de buurman. Combin scoorde net als een week eerder een hattrick en het slotakkoord was aan Alberto Carelli, de rechtsbuiten die speelde met Meroni’s nummer zeven op de rug. In een actie die deed denken aan zijn betreurde voorganger dribbelde hij zich een weg door de zwart-witte defensie en bleef hij ijzig kalm voor het doel. Als ode aan Meroni pakte hij de bal op in de doelmond en richtte hem ten hemel, waar de Vlinder aan zijn eeuwige vlucht begonnen was.