voetbalzone

Het sprookjesverhaal van de amateur uit de vierde klasse die prof werd

Chris Meijer27 mrt 2019, 13:27
Laatst bijgewerkt: 27 mrt 2019, 13:27
Advertentie

JELGAVA - Het verhaal van Janyro Purperhart leest als een sprookjesboek. Voor de winterstop speelde de 22-jarige aanvaller met Olympia Haarlem in de zaterdag vierde klasse, tegen clubs als SV Vogelenzang, Atletico Club Amsterdam en Geel Wit’20. Eind februari ging er met een dienstverband bij het Letse FK Jelgava, zijn eerste avontuur in het profvoetbal, een langgekoesterde droom in vervulling.

Door Chris Meijer

In de jeugd stond Purperhart weliswaar te boek als een talent en hij liep op zijn zeventiende stage bij ADO Den Haag, maar van een dienstverband bij een profclub kwam het nooit. De geboren Amsterdammer speelde in de jeugdopleiding van het Haarlemse EDO, waarna hij via United-Davo en Legmeervogels bij Olympia Haarlem terechtkwam. “Qua competitie was ik ver weg van het profvoetbal, maar ik was bewust naar Olympia Haarlem gegaan. Ik werkte daar met een goede trainer die ik kende en alles eromheen was goed georganiseerd. Ik had het doel om daar een jaartje te spelen, het plezier terug te vinden en daarna weer verder te kijken”, legt Purperhart uit in gesprek met Voetbalzone. Ondanks dat de aanvaller afgelopen zomer in de vierde klasse terechtkwam, gaf hij de droom om profvoetballer te worden nooit op. Om die reden koos Purperhart nooit echt voor een andere carrière.

voetbalzone

Nadat hij de mbo-opleiding detailhandel had afgerond, besloot hij niet verder te leren. Dat hij bijbaantjes bekleedde op de bloemenveiling en als bezorger, was vooral om zijn moeder tevreden te houden. Een maatschappelijke carrière spookte weliswaar door het hoofd van Purperhart, maar de droom om nog het profvoetbal te halen bleef altijd levend én zwaarder wegen. “Enerzijds wist ik dat ik aan het werk moest gaan, maar ik wilde me ook blijven richten op het voetbal. Het gevoel voor het voetbal is altijd sterker geweest. Dat is ook de reden dat ik niet iets anders heb gekozen buiten het voetbal. Eerst dacht ik: als ik geen voetballer word, wil ik iets in de sport doen. Maar als ik nadacht over een plan B, dacht ik eigenlijk vrijwel direct: nee, profvoetballer moet het worden. Dat het nu toch is gelukt voelt als een bevestiging, ook voor mijn moeder”, vertelt hij. Toch bekent Purperhart dat hij de kans in het profvoetbal niet meer zozeer verwacht had.

“Ik heb altijd de hoop en het geloof gehouden dat het nog zou kunnen gebeuren. Als die kans zou komen, moest ik die pakken. Natuurlijk heb ik gedacht: ik ben 22, ik moet stappen gaan maken. Ik ben niet bang geweest, om het zo te zeggen. Het gevoel dat het er niet meer inzat, heeft nooit door mijn hoofd gespookt. Ik heb zoiets van: als er iets voor jou inzit, dan komt het vanzelf wel. Zo heb ik ook altijd over voetbal gedacht: mijn doel is om profvoetballer te worden, dus dan word ik het wel. En als het niet voor mij is weggelegd, dan is het zo.” In januari diende die kans zich dan toch aan. Na in de eerste seizoenshelft 24 keer te hebben gescoord namens Olympia Haarlem, kreeg Purperhart een uitnodiging voor een stageperiode bij FK Jelgava, vorig seizoen de nummer zes van de Letse Virsliga. “Ik was blij dat er een kans kwam, maar stages bieden nooit zekerheid. Eigenlijk ging ik er met een leeg hoofd naartoe, zeg maar. Ik had geen verwachtingen, moest gewoon mijn ding doen en dan zouden we verder wel zien.”

Purperhart trainde een week met het eerste elftal van Jelgava mee en hield een goed gevoel over aan de proefperiode, waarin hij trefzeker was in zijn eerste oefenwedstrijd. Desondanks brak er na de stage in Letland een kleine week van onzekerheid aan. “Elke dag zit je te wachten op een berichtje, dat was een vervelende periode. Op het moment dat mijn zaakwaarnemer Gwendell van Riemsdijk naar me stuurde dat hij goed nieuws had, vielen alle lasten van mijn schouders. Ik had direct het gevoel: hier zou ik wel willen spelen.” Purperhart zette vervolgens begin februari zijn handtekening onder een eenjarig contract bij Jelgava, met een optie voor nog een seizoen.

voetbalzone

Zodoende is Jelgava sinds een aantal weken de nieuwe thuishaven van Purperhart. De voormalige industriestad, die bij zware regenval gedeeltelijk in de rivier Lielupe kan verdwijnen, is niet bepaald de meest sprankelende plaats van Letland. “Maar ik zie alleen maar het positieve ervan”, reageert Purperhart direct als het gaat over Jelgava, dat ruim veertig kilometer ten zuiden van de Letse hoofdstad Riga ligt. “Dan kijk je niet zo snel naar andere dingen. Het biedt ook weer de mogelijkheid om je volledig op het voetbal te focussen.” Dat de selectie van Jelgava met Jeremy Fernandes en Yaël Eisden nog twee Nederlanders herbergt, maakte het voor Purperhart een stuk makkelijker om te wennen aan het leven in Letland. “Als zij niet hier waren geweest, had ik nog steeds een beetje moeite gehad met bepaalde dingen.”

Bij wat voor dingen hebben ze jou geholpen?
“Dingen zoals boodschappen doen, kleine dingetjes die er wel toe doen. Ook bepaalde normen en waarden, al verschillen die niet enorm met die in Nederland. Ze hebben me daarvan op de hoogte gesteld, je pikt het toch wat sneller op dan dat iemand het je in een andere taal moet uitleggen. Het is bijvoorbeeld hier op straat veel schoner, in Nederland kan je nog wel een propje van een snoepje op straat gooien. Dat is hier echt not done. Daarnaast moet je opstaan als je iemand een hand geeft, bijvoorbeeld de trainer of iemand van de staf.”

Merk je dat het leven heel anders is?
“Het leven is niet heel, heel, heel anders. De mensen zijn hier wat killer, misschien iets minder vriendelijk. Niet onvriendelijk, hoor. Maar in Nederland maak je denk wat makkelijker een babbeltje als je uit het buitenland komt. De mensen zijn wat stugger. Niet iedereen spreekt Engels, dat heeft het een heel klein beetje lastig gemaakt. Met naar de winkel gaan, bijvoorbeeld. Maar ik ben veel omringd door ploeggenoten en zij spreken in het algemeen Engels, dus in het team is de communicatie geen probleem.”

Heb je heel erg moeten wennen aan de voetbalstijl in Letland?
“Jawel, het voetbal is hard en fysiek. Voor mijn gevoel gaat het wel aardig. Ik merk voorlopig wel dat het anders is dan in Nederland. Ik heb in Nederland nooit bij een profclub gespeeld, dus wat dat betreft kan ik het niet zo goed vergelijken. Het is conditioneel zwaarder dan ik gewend was en het gaat allemaal een stuk sneller dan in de vierde klasse, dus dat was wel even schakelen. Ik krijg andere trainingen, van mensen met andere ervaringen, en daardoor ontwikkel ik me sneller. Natuurlijk is het ook beter dat je iedere dag met voetbal bezig bent, in plaats van dat je twee keer per week traint. Ik leer dagelijks dingetjes, word fysiek en conditioneel sterker. Ik voel ook meer motivatie om buiten de trainingen om voor mezelf te werken. Je moet ook genoeg rust pakken, maar ik ga nu regelmatig naar de gym.”

Wat dat betreft is het leven van Purperhart behoorlijk veranderd, zo bekent hij. “Je bent ineens profvoetballer en niet langer een amateur”, zegt hij met een glimlach. “Natuurlijk geniet ik van dit leven, ik zie dit als een zegen. Het is voor mij alleen maar mooi dat ik elke dag met voetbal bezig kan zijn. Het is wel een omschakeling dat je nu alleen met voetbal bezig bent, je moet bijvoorbeeld op je voeding letten. Je moet meer aan je lichaam denken, op tijd gaan slapen. Ik houd van snoepen, dus wat dat betreft was het even lastig. Maar je wil dit al zo lang bereiken, dat het makkelijker is om je leven daar op aan te passen. Om die reden was het dan ook niet moeilijk om de droom vol te houden. Het is eerder lastig om het dan los te laten. Dat heeft ook wel door mijn hoofd gespookt, je moet realistisch zijn. Ik dacht dat ik misschien naar een Derde- of Tweede Divisie-club moest gaan kijken, maar ik heb altijd profvoetballer willen worden.”

voetbalzone

Doordat die droom uitkwam, strijdt Purperhart dit seizoen met Jelgava om de landstitel. De tweevoudig kampioen van Letland heeft zichzelf het doel gesteld om bij de beste vier van de Virsliga te eindigen en zich zo te plaatsen voor Europees voetbal. Het seizoen begon met een nipte 0-1 nederlaag tegen regerend kampioen Riga FC, waarna een 2-1 overwinning volgde op FK Ventspils. Purperhart stond in het tweede competitieduel voor het eerst aan de aftrap en luisterde zijn basisdebuut op met zijn eerste treffer. “Ik kan aardig aanhaken op het niveau. Iedereen heeft zijn eigenschappen en ik denk dat als ik mijn kwaliteiten kan benutten, ik een versterking kan zijn voor het team. Als Nederlanders hebben we vaak een goede voetbalbasis, misschien wat beter dan spelers in dit soort landen. Daar gaan ze hier ook vanuit, dat je voetballend wat verder bent dan de rest als je uit Nederland komt. Daar hamert de trainer op, dus dat moeten we laten zien.”

Trainer Marians Pahars is niet zomaar iemand in Letland. De 42-jarige oefenmeester speelde 75 interlands, was namens Southampton actief in de Premier League en werkte tussen 2013 en 2017 als bondscoach van Letland. “Hij krijgt heel veel respect en is heel bekend overal. De trainer is ook aanvaller geweest in de Premier League en heeft tegen grote spelers en clubs gespeeld. Daar kan hij me mee helpen. Je merkt dat hij een hoge standaard hanteert, hij eist veel van ons.” Aan de hand van Pahars moet Purperhart in de komende periode de stap zetten richting zijn ultieme droom: spelen in het hoofdtoernooi van de Champions League. “Je moet voor je ultieme droom een beetje ver kijken, vind ik. Ik vind het niet teleurstellend dat het in Nederland niet is gelukt, ik ben blij met de ervaringen die ik altijd heb gehad. Iedereen doet het op zijn eigen manier en in zijn eigen tijd. Ik zou dit pad niet willen ruilen, zeker niet. Het vormt een motivatie om er nu alles uit te halen. Ik besef nog steeds dat dit een bijzondere stap is geweest, daar sta ik nog iedere dag bij stil. Maar we moeten ook door, ik wil er niet te lang in blijven hangen dat ik een bijzondere stap heb gezet.”