voetbalzone

‘Het leek me gewoon heel mooi om op zo’n plek te kunnen voetballen’

Chris Meijer17 nov 2021, 10:00
Laatst bijgewerkt: 17 nov 2021, 10:00
Advertentie

Nederlandse profvoetballers zijn in alle uithoeken van de wereld te vinden, van de spotlights van de grote Europese competities tot de meer avontuurlijke dienstverbanden op andere continenten. In de rubriek Over de Grens spreekt Voetbalzone wekelijks met een speler die buiten de landsgrenzen actief is. Met deze keer aandacht voor Julius Bliek, die met volle teugen geniet van zijn voetballeven op Malta.

Door Chris Meijer

“Zoek het anders even op, via Google. Tik Sliema Wanderers in en je krijgt het direct te zien.” Julius Bliek moedigt aan om even op te zoeken hoe het trainingscomplex van Sliema Wanderers er uitziet. Een van de eerste afbeeldingen die Google weergeeft, laat een veld zien op een steenworp afstand van de Middellandse Zee. “Dat was het eerste dat ik zag toen ik de club googelde. Het veld ligt bijna in het water, bovenop een winkelcentrum. Mijn eerste gedachte was: het zou geen straf zijn als ik daar iedere dag zou mogen voetballen. Dat was voor ik meer informatie kreeg over het niveau en andere dingen. Het leek me gewoon een hele mooie levenservaring om op zo’n plek een jaar te kunnen voetballen. Dat heeft me snel overtuigd”, vertelt Bliek. Twee weken geleden kon er juist door de fraaie locatie moeilijk getraind worden.

Malta werd geteisterd door de zwaarste storm ooit. “Regen, wind en de zee klapt continu tegen de boulevard aan. Dat is wel geinig om te zien, zolang het allemaal goed gaat. Die wind is wat extremer, als je zo dicht bij het water zit en het veld wat hoger ligt. Als het een beetje stevig waait, is er haast niet te trainen. Je kunt je voorstellen dat de bal gewoon meegenomen wordt door de wind als het zo waait. Het gekke is dat het een paar dagen later 24 of 25 graden is en dan schijnt het zonnetje weer.” Het voortdurende zomerweer zorgt ervoor dat het voor Bliek uitermate goed toeven is op Malta. “Het leven is aangenaam, zeker. Ik weet niet of het voor Nederlanders echt een bekende bestemming is, maar ik zou het zeker aanraden. Mijn vrienden en vader zijn al geweest en iedereen die komt zegt: ‘Zo, ik wist niet dat het hier zo leuk en mooi is’. In de vorige interlandbreak ben ik met een boot naar een eiland geweest. Dat was hartstikke mooi. Super blauw en helder water. Dat geeft echt een vakantiegevoel. Al ben ik hier uiteraard om te voetballen.”

Bliek is bezig aan zijn tweede avontuur in het buitenland. De centrumverdediger kwam pas op zijn 22e in het profvoetbal terecht. Voordat FC Dordrecht hem weghaalde bij Kloetinge, werkte hij als accountmanager voor de bakkerij van zijn vader en bracht hij zijn voetballeven door op de Zeeuwse amateurvelden. Na twee goede jaren bij FC Dordrecht en Go Ahead Eagles - waarin hij twee keer in de play-offs om promotie speelde - stapte Bliek voor het eerst uit zijn comfortzone, voor een avontuur bij FC Saburtalo in Georgië. Zijn tijd in Tbilisi bleef echter beperkt tot drie maanden, door de uitbraak van het coronavirus. “Op een gegeven moment gingen overal de vliegvelden dicht. In België, in Duitsland, ook in Nederland werd daarover gesproken. Ik zat al twee weken in mijn appartement, we voetbalden niet meer en mochten naar huis. Er gingen eigenlijk geen vluchten meer naar Nederland, dus ik dacht: wat nu? Samen met het thuisfront heb ik me rot gezocht en uiteindelijk ging er nog één vlucht, de volgende ochtend ergens vanuit het midden van Georgië. Heb ik vier uur in de taxi gezeten om nog de allerlaatste vlucht naar Eindhoven te pakken. Daar was ik toch wel blij mee.”

Was je blij dat je daarna kon terugkeren bij FC Dordrecht en weer gewoon in Nederland kon gaan voetballen?
“Dat was wel fijn, ja. Ik had gehoopt dat het zo zou lopen als mijn eerste seizoen, maar helaas was dat niet het geval. Na de trainerswissel (Jan Zoutman nam het stokje over van de ontslagen Harry van den Ham, red.) zat ik op de bank, werd ik nauwelijks gebruikt en zag ik mijn team vaak verliezen zonder daar zelf echt iets aan te kunnen doen. Dan ga je niet iedere dag met plezier naar de club en daardoor is het echt weleens door mijn hoofd geschoten van: is dit het wel voor mij? Toen het seizoen klaar was, heb ik heel snel de knop omgezet. Iets in me zei ook: zo zou ik niet willen afsluiten in het betaald voetbal. Als het minder gaat, is dat de makkelijkste weg. Maar zo zit ik niet in elkaar.”

Was je voor je gevoel klaar in Nederland na afgelopen seizoen met FC Dordrecht?
“Ik zou niet per se zeggen dat ik klaar was in Nederland. Dit kwam nu op mijn pad en dit leek me een mooie uitdaging, dus ik wilde die kans graag pakken. Maar het is niet zo dat ik per se naar het buitenland wilde. Ik zou ook nog weleens in Nederland willen voetballen.”

voetbalzone

Ben je door je ervaringen in Georgië kritischer geweest in je keuze voor het buitenland?
“Ik heb daar problemen gehad met betalingen en dat soort dingen, dat is nooit leuk. Dat soort zaken heb ik van tevoren wel even gecheckt, of alles te vertrouwen is. Alles is goed geregeld, bij aankomst was alles perfect. Er is geen moment geweest dat ik dacht dat het niet goed zou gaan. Daarin was ik wel kritisch, want ik wilde niet nog een keer zo’n avontuur meemaken. Natuurlijk was Georgië mooi om mee te maken, als ik geen voetballer was geweest was ik daar nooit gekomen. Maar je wil achteraf ook op zo’n periode terugkijken met een gevoel van: ik heb daar lekker gespeeld en zij zijn ook netjes naar mij toe geweest.”

Heb je dan een andere werkwijze gehad in je keuze voor Sliema Wanderers?
“Toen ik naar Georgië ging, heb ik helemaal niet naar het team of de trainer gekeken. Dat heb ik nu wel gedaan, het was voor mij belangrijk dat er een mix tussen binnen- en buitenlandse speler was. We hebben zeker tien buitenlandse spelers, terwijl dat er in Georgië drie waren. Dat hoeft geen probleem te zijn, maar ik merkte dat daar de voertaal in de kleedkamer Georgisch was. Dan is het lastig om daar onderdeel van te worden, want ze gaan niet ineens Engels praten. Op Malta spreekt bijna iedereen ook nog eens perfect Engels.”

Heb je Oost-Europa dan enigszins bewust laten lopen afgelopen zomer?
“Er zijn wel wat dingetjes voorbijgekomen, maar daarvan heb ik misschien wel bewust gezegd: ik laat dit even lopen. Ik was in Georgië ook niet helemaal happy. Je weet het nooit van tevoren, je moet dingen gewoon proberen om te weten of het achteraf een goede keuze is geweest.”

Via Sylvano Comvalius - die vorig jaar bij Sliema Wanderers onder contract stond en afgelopen zomer na in onder meer China, Duitsland, Indonesië, Thailand en Singapore te hebben gespeeld terugkeerde bij Quick Boys - en diens netwerk kreeg Bliek de mogelijkheid om op Malta aan de slag te gaan. De plaatjes op Google, de verhalen van Comvalius, trainer Andrea Pisanu (‘een voetbalbeest, hij heeft in de Serie A naam gemaakt bij Parma en Bologna en dat merk je’) én de aanwezigheid van Danny Holla overtuigden Bliek om naar Sliema Wanderers te gaan. “Dat Danny in het team zat, was een pluspunt. Niet alleen omdat hij Nederlander is, maar ook omdat hij op niveau gespeeld heeft. Ik heb contact met hem gezocht en gevraagd wat ik ongeveer kon verwachten. Hij heeft me geholpen om zo snel mogelijk wegwijs te worden op Malta. Dat is wel heel fijn, je kunt toch even in je eigen taal wat kan vragen als er wat is. Dat heeft me snel doen acclimatiseren.”

“Ik ben goed opgevangen. Ik heb een goed appartement, met uitzicht op zee. Ik kom uit Zeeland, dus daar woonde ik ook dicht bij de zee. Op de club hebben we een gym langs het trainingsveld. De shirts en alles is net als in Nederland heel professioneel geregeld. In dat opzicht doen ze niks onder voor Nederland”, vervolgt van Schouwen-Duiveland afkomstige Bliek. Het duurde wel even voor hij wedstrijdfit was, daar hij relatief laat in de zomer bij Sliema Wanderers tekende. Ondanks dat hij afgelopen zomer met de VVCS - het team van werkloze profvoetballers - speelde en trainde, miste hij een voorbereiding. “Ik ben op dit moment super fit en het team is nu eigenlijk pas compleet, er zijn wat meer spelers relatief laat binnengekomen. We hebben een voorbereiding gemist en ik merk dat we er nu goed in gaan komen. De plek waar we nu staan, is niet de weerspiegeling van de wedstrijden die we spelen.”

Met 26 landstitels is Sliema Wanderers de meest succesvolle club van Malta. Op dit moment is de club uit het noordoosten van het eiland echter de hekkensluiter van de Maltese Premier League. “De positie waar we in verkeren, is niet best. Dan merk je wel dat het niet gebruikelijk is en dat daar heel snel verandering in moet komen. Vanuit het bestuur en supporters wordt wel reactie gegeven op de sportieve prestaties, dat hoort bij een club met zo’n historie. Ze hebben vorig jaar tot januari op de eerste plek gestaan, dat zegt ook wel wat. Aan de recente kampioenschappen zag je wel dat het een vrij succesvolle club op Malta is.”

De thuiswedstrijden worden echter niet afgewerkt in Sliema, omdat alle duels in de Maltese competitie in drie stadions worden gespeeld: het Ta' Qali National Stadium, het Centenary Stadium (eveneens in Ta’ Qali) en het Tony Bezzina Stadium (in Paola). “Dat is voor mij ook nieuw, er is niet echt een uit of thuis. Als we met Eagles thuis in de Adelaarshorst speelden, stond je al met 1-0 voor. Dat is hier minder. Aan de andere kant is het een voordeel. Als we vorig jaar bij Cambuur speelden, was je zo vier of vijf uur aan het reizen naar huis. Je zit hier hooguit twintig minuutjes in de auto”, legt Bliek uit. “Het voetbal is heel fysiek en soms wat opportunistisch. Je hebt ook veel Braziliaanse jongens, met veel snelheid. Wij zetten hoog druk, waardoor je veel ruimte in je rug weggeeft. Het gaat heel snel heen en weer, dus je moet lucht hebben om de meters te kunnen maken. Dat is wel een verschil met Nederland, daar zijn we normaal gesproken wat langer in balbezit.”

“Ik denk dat het niveau vergelijkbaar is met de Keuken Kampioen Divisie. Het is een ander soort voetbal, veel fysieker en wat meer volwassen. Af en toe wordt er zakelijker gespeeld. Ik zou het niet zo goed weten als we tegen een Nederlandse ploeg zouden spelen. Het zou wel leuk zijn om dat te doen, want ik heb geen idee.” Bliek hoopt dat Sliema Wanderers ondanks de slechte seizoenstart een gooi kan doen naar een ticket voor Europees voetbal. “Het is een ambitie van de club. Dat zou een mooie mijlpaal zijn en is zeker een streven. Aan het einde van het seizoen gaan we de balans opmaken en dan zien we wel wat mijn volgende stap wordt. Het belangrijkste is dat ik het plezier weer terug heb, dat is hier zo. Als ik goed in mijn vel zit, speel ik ook goed.”

Dat Bliek weer plezier heeft in het voetbal en goed in zijn vel zit, zorgt ervoor dat hij kan relativeren. “Ik ben laat in het profvoetbal terechtgekomen en ik heb wel mooie dingen meegemaakt: een mooi seizoen met Go Ahead Eagles, op het nippertje niet naar de Eredivisie gepromoveerd, met FC Dordrecht de play-offs gehaald, buitenlandse avonturen. Het zijn wel dingen die je niet meemaakt als je geen profvoetballer bent. Dit is toch een heel mooi beroep en dat merk je eigenlijk pas nadat het even wat minder is gegaan. Als het dan weer goed gaat, zie je toch wel in dat je het moet koesteren.”