voetbalzone

Het jongensboek van Stefan

Rick Meijer 30 mrt 2016, 22:54
Laatst bijgewerkt: 30 mrt 2016, 22:54
Advertentie

Terwijl de motregen naar beneden valt zie ik hem warmlopen. De regen deert hem niet. Het voelt voor hem aan als de zon. Het gras lijkt voor hem misschien nog wel groener dan voorheen. Even kijkt hij om zich heen. Tussen de druppels door ontstaat er een glimlach op zijn gezicht. Het stadion, de supporters, even gaan zijn ogen dicht. Bij elke inademing proeft hij het leven. Zijn ogen, hoe ver ze ook van me afstaan, ze geven een soort licht. Een licht dat onverzettelijkheid uitstraalt. Dan gaat het bordje met zijn rugnummer erop de lucht in en loopt Stefan Thesker al kauwgum kauwend het veld op. Datzelfde veld, dat tot voor heel kort geleden als vanzelfsprekend leek.

/

Heel even probeer ik in mijn hoofd voor te stellen, wat er in zijn hoofd moet zijn omgegaan toen hij het nieuws hoorde. Ik wil er niet over nadenken. Een stemmetje protesteert, maar verliest. Misschien was het wel een heel zonnige dag. Ik zie zijn blik voor me als het hem verteld wordt. De zon kleurt langzaam zwart. Ik neem een slok van mijn biertje, dat erg bitter smaakt. Ik word boos op mijzelf als ik merk dat ik me daar druk om maak. Langs me heen zie ik supporters klappen en lachen tegelijk, als Stefan zijn noppen een nieuw plekje geeft op het prachtige groene gras. Een lach van opluchting, een lach van hoop.

Dan gebeurt het onvoorstelbare. De dag, die toch al een vleugje nostalgische sfeer van weleer met zich mee had genomen, ontaart in een magische climax. Stefan scoort eerst de 1-1 en vervolgens in blessuretijd ook nog de 2-2. Het stadion ontploft. Kippenvel maakt zich compleet meester van mij. Op het veld zie ik even niemand meer, alleen Stefan. Hij juicht! Hij schreeuwt! Hij viert het leven! Om mij heen zie ik alleen maar ongeloof en blijdschap. Iedereen vliegt elkaar in de armen. Heel even voel ik weer de verbroedering en de essentie dat ons jarenlang is ontnomen, prachtig! Voordat we weggaan draai ik me nog een keer achterom. Ik begin te glimlachen als ik naar de kant van Epi kijk. Wie heeft er eigenlijk drie punten nodig als we allang gewonnen hebben?

Als ik thuis kom en mijn vrouw en dochter een dikkere knuffel geef dan normaal, laat ik alles even bezinken. Ik pak mijn laptop en begin te schrijven. Ik kijk naast me en daar zit hij, Stefan Thesker. Achter zijn eigen laptop. Hij kijkt me nonchalant kauwend aan en begint te lachen. Ik knik naar hem en dan gaan we beiden apart, maar samen verder met ons verhaal. Ik met de mijne, hij met zijn eigen jongensboek.