‘Het is echt apart, mensen worden enthousiast als ze mij zien’
Elvis Manu is dit seizoen uitgegroeid tot een publieksfavoriet bij Feyenoord. Nadat hij eind augustus de allesbeslissende 4-3 scoorde tegen Zorya Luhansk werd hij het toonbeeld van kracht en onverzettelijkheid voor de supporters in Rotterdam-Zuid. In de maanden die volgden maakte hij nog eens twee goals in Europa en vorige week waren daar ook eindelijk de eerste twee competitiedoelpunten van dit seizoen.
Manu maakte er in de eerste twintig minuten al twee tegen Heracles Almelo en werd zo matchwinner voor Feyenoord (2-1). Zondag wacht SC Cambuur als nieuwe tegenstander en dat is voor de jonge aanvaller een speciale tegenstander. Vorig seizoen kwam hij immers voor de Leeuwardenaren uit. Hij wilde echter dol- en dolgraag doorbreken bij Feyenoord en na zijn sterke jaar in het noorden mocht hij terugkeren. Fred Rutten heeft al een speciale band met hem ontwikkeld en in het Algemeen Dagblad zegt Manu zelf ook dat het goed met hem gaat.
Het verblijf bij SC Cambuur is van fundamenteel belang geweest in zijn ontwikkeling. “Dwight Lodeweges en later Henk de Jong bleken precies de mensen die ik nodig had. Die trainers gaven mij zoveel vertrouwen. Na dat seizoen voelde ik dat ik toe was aan een kans in De Kuip”, aldus Manu zaterdag in de ochtendkrant. Zondag komt hij tegenover de club te staan, die hij vorig seizoen op huurbasis diende. Plagere sms’jes heeft hij al wel gehad vanuit Friesland, maar de situatie is wel anders dan vorig seizoen. |
Toen was Manu zichzelf niet in de wedstrijd tegen Feyenoord en wisselde zijn trainer hem, mede uit zelfbescherming. Hoe hij het zondag ook doet voor Feyenoord: krediet heeft hij sowieso. Dankzij zijn drie goals in Europa en de dubbelslag van vorig weekend heeft hij aan populariteit gewonnen. Bovendien roept Manu iets op bij het Legioen. “Het is echt apart, ik voel zoveel steun. Mensen worden enthousiast als ze mij zien”, heeft de aanvaller gemerkt. “Soms als ik met een capuchon op in de auto zit, toeteren de mensen nog naar mij.”