voetbalzone

Het ex-toptalent dat het profvoetbal op zijn 21e verliet voor een nieuwe roeping

Chris Meijer19 jul 2020, 15:30
Laatst bijgewerkt: 19 jul 2020, 15:30
Advertentie

Het is nog niet zo lang geleden dat Amine Ennali de voetbalwereld letterlijk aan zijn voeten had liggen. Op negentienjarige leeftijd verliet hij de jeugdopleiding van Vitesse voor die van Lazio, waar hij uiteindelijk op het trainingsveld stond met onder meer Stefan de Vrij, Miroslav Klose, Felipe Anderson en Keita Baldé Diao. Ruim vier jaar nadat hij tegen het eerste van de Italiaanse grootmacht aanschurkte, heeft hij het profvoetbal definitief vaarwel gezegd. De nieuwe roeping van Ennali is om kinderen met zijn in Amsterdam gevestigde Lazio Academie te behoeden voor de fouten die hij als profvoetballer maakte én de lessen bij te brengen die hij in een enerverende reis van zes jaar opdeed.

Door Chris Meijer

Daar zat Ennali dan, zielsalleen in een appartement in het Spaanse Lepe. De nu 23-jarige Amsterdammer had twee jaar geleden net getekend bij San Roque de Lepe, in een uiterste poging om zijn ooit veelbelovende carrière nieuw leven in te blazen. De zon scheen in het op een steenworp afstand van de Portugese grens gelegen Lepe, zoals hij dat in Andalusië praktisch het hele jaar doet. Maar was dit nu de droom waarvoor Ennali ooit huis en haard achter zich had gelaten? Waar ging dit avontuur op het vierde niveau van het Spaanse voetbal hem naartoe leiden? Hij kon geen antwoorden geven op deze vragen en begon terug te verlangen naar Amsterdam. “Na een tijdje dacht ik: ik wil dit niet. Ik was jong en wist niet waar ik naartoe wilde met het voetbal. Toen heb ik mijn contract ingeleverd en ben ik terug naar Nederland gegaan”, vertelt Ennali in gesprek met Voetbalzone. Het betekende, naar nu blijkt, een definitief afscheid van het profvoetbal.

voetbalzone

In Amsterdam sloot Ennali zich aan bij amateurclub AGB. “Als je prof bent geweest, wil je in het betaald voetbal blijven. Maar het is de vraag hoe je met de druk omgaat. De ene verwerkt het door op vakantie te gaan, de ander door boeken te lezen. Iedereen verwerkt het anders en ik verwerkte het door naar de amateurs te gaan. Mijn doel was om lekker te voetballen, ik wilde de druk van mijn schouders halen. Ik dacht: ik ga lekker bij de amateurs spelen en we zien wel waar het gaat eindigen”, legt hij uit. In de afgelopen twee jaar lag de weg naar het profvoetbal open, want er bestond belangstelling vanuit Italië en Spanje. Ennali vond een roeping die hem veel meer voldoening gaf dan ten koste van alles te willen terugkeren naar het betaald voetbal.

Ennali begon met privétrainingen, aanvankelijk voor één jongetje. “Het werden er twee, drie, vier, ga zo maar door. Het merendeel van die jongetjes maakte de overstap naar een profclub: Ajax, FC Utrecht, AZ. Ik dacht toen: hé, we doen iets goed. We weten die kinderen op de juiste manier te raken.” Het resulteerde zes maanden geleden in het ontstaan van de Lazio Academie. “Lazio won wedstrijden op wilskracht en karakter, dat hebben ze van de Romeinen en dat vond ik heel mooi. Ik vond dit in Nederland een beetje ontbreken, het is allemaal op basis van techniek en tactiek. Lazio is op de hoogte, alleen is er nog geen samenwerking. Als ik internationaal ga, is de mogelijkheid tot een samenwerking er wel”, zo verklaart Ennali de keuze voor de naam. Hij benadrukt dat de Lazio Academie voor kinderen een ‘extra’ is buiten hun eigen club. Wel worden er inmiddels wedstrijden georganiseerd, omdat het in de woorden van Ennali in de ontwikkeling van jeugdspelers ook heel belangrijk is om in teamverband te spelen.

Mede daardoor is de Lazio Academie in het afgelopen halfjaar zo hard gegroeid dat Ennali het in zijn eentje niet meer aankon. Inmiddels telt de academie driehonderd leden en zijn er met onder meer voormalig profvoetballers Gregory Nelson en Dominique Kivuvu de nodige trainers binnengehaald. “Mijn doel is om de mindere jongens richting profclubs te helpen. Scouts van bvo’s kijken toch allemaal naar selectieteams, waardoor jongetjes die er net tegenaan zitten buiten de boot vallen. Alles is mogelijk als je erin gelooft, dat willen we ze bijbrengen. Dit geeft me meer voldoening dan het profvoetbal. Afgelopen week heb ik een jongen naar Roda JC gebracht en toen ik zag hoe blij hij en zijn familie waren met de stappen richting zijn droom, gaf me dat zóveel voldoening. Ik breng nu de lessen uit mijn eigen carrière over aan die kinderen. Binnen het veld, want ik heb heel veel kennis meegekregen van Peter Bosz, John Lammers, Simone Inzaghi en Mark Wotte: dat zijn trainers met kwaliteit. Maar ook buiten het veld. Ik maakte heel veel goede stappen, tekende goede contracten, maar kreeg niet de juiste begeleiding.”

voetbalzone

Ondanks dat Ennali al op jonge leeftijd uit het profvoetbal stapte, heeft hij een rugzak propvol kunnen stoppen met ervaringen en lessen. Op zestienjarige leeftijd werd hij door Vitesse weggehaald bij FC Volendam. In Arnhem ging het allemaal razendsnel met de dribbelaar: binnen de kortste keren werd hij doorgeschoven naar Jong Vitesse, kreeg hij een profcontract, nam toenmalig hoofdtrainer Peter Bosz hem mee op trainingskamp met de hoofdmacht en maakte hij zijn officieuze debuut in een oefenwedstrijd tegen Cercle Brugge. “Stond ik ineens op het veld met Zakaria Labyad, Bertrand Traoré, Davy Pröpper... Ik heb met hele goede voetballers gespeeld en heel veel van hen geleerd, ik vind het mooi om daarop terug te kijken en keek tegen hen op. Jan-Arie van der Heijden rende bijvoorbeeld niet tot de pion, maar om de pion. We kregen chips, die bijhielden hoeveel meters we maakten. Van der Heijden maakte meer meters dan hij moest maken en daardoor zag Bosz een echte prof in hem. Hoe meer meters je maakt, hoe sterker je wordt en hoe meer je uit jezelf kan halen. Het is iets heel kleins, maar dat kan ik wel meegeven aan de jeugd om hen sterker en beter te maken.”

“Toen ik het goed deed bij Vitesse en stappen maakte, kwam familie die ik daarvoor niet kende me ineens opzoeken. Maar dat vind ik ook wel terecht, hoor. Ze krijgen signalen door dat hun neef stappen maakte en profvoetballer ging worden, dus dan krijg je heel veel mensen om je heen die dichtbij je willen zijn. Dat is met profvoetbal nu eenmaal zo”, gaat Ennali verder. Er bestonden bij Vitesse niet alleen maar positieve geluiden. Hij besloot in Amsterdam te blijven wonen en reisde eerst per trein en later met de auto iedere dag op en neer naar Arnhem. “Ik had momenten dat ik een file tegenkwam in Utrecht, waardoor ik te laat kwam. Dat hoort niet, natuurlijk. Als ik nu een voetballer zou begeleiden die bij Vitesse speelt, zou ik hem aanraden een appartement in Arnhem te nemen en daar naar school te gaan. Of eerder te vertrekken van huis. Een uur, of twee uurtjes zelfs, want er is altijd file. Je krijgt niet echt heel snel een stempel, dat doe je zelf. Als je een paar keer te laat komt, word je gezien als laatkomer. Ik had toen niet de juiste begeleiding of het juiste besef, dat probeer ik die kinderen nu wél bij te brengen.”

Heeft dat stempel uiteindelijk zijn vertrek bij Vitesse ingeleid? “Niet echt, maar wel”, luidt het cryptische antwoord van Ennali, die vrijwel direct uitlegt wat hij bedoelt. “In het profvoetbal kijken ze naar alles. Hoe hoger je wil voetballen, hoe scherper je wordt bekeken. Het hoort dus bij het profvoetbal dat je op tijd aankomt, misschien zelfs te vroeg. De kinderen hebben dat besef nog niet, dus ik probeer ze dat nu mee te geven. Je kan voor de training ook aan jezelf werken, in het krachthonk of op het veld. Ik kijk niet met spijt terug, dingen gaan zoals ze moeten gaan. Als ik dingen anders had kunnen doen, had ik eerst in Nederland geprobeerd om door te breken.” Beide partijen besloten in januari 2016 in onderling overleg uit elkaar te gaan. Er bestond de nodige belangstelling voor Ennali, maar Lazio en Fulham waren het concreetst. Hij vloog eerst naar Rome en kreeg daar al een dusdanig goed gevoel, dat hij direct tekende en nooit een bezoek bracht aan Fulham.

voetbalzone

“Als ik terugkom op begeleiding, had ik korte- en lange termijndoelen moeten maken om te bepalen welke stappen ik op welke momenten had moeten zetten. Nu was het gewoon van: oké, ik heb talent. Heel veel clubs zijn geïnteresseerd, ik wil naar het buitenland. Als ik nu een kind begeleid dat ook Amine heet, zou ik met hem een ontwikkelingsplan opstellen om te kijken wanneer het beste moment is om die stap te zetten. Daarmee zeg ik niet dat ik bij Fulham had moeten gaan kijken. Ik heb de stap naar Lazio gemaakt, een hele mooie club en daar heb ik veel geleerd”, benadrukt Ennali. Hij kwam in het beloftenteam te spelen onder Simone Inzaghi, tegenwoordig hoofdtrainer bij Lazio. Het eerste dat de drievoudig Italiaans international deed, was Ennali klaarstomen voor de positie van wingback.

“Dat betekende dat ik meer meters moest gaan maken. Op het moment dat iedereen na de training naar binnen ging, moest ik in mijn eentje het veld over rennen. Twintig seconden sprinten, dan twintig seconden rust. Ik moest conditioneel sterk worden, want ze vinden dat je dat moet beheersen om de tactiek daar onder de knie te krijgen. Ik speelde van corner naar corner. In balbezit was ik linksbuiten, maar bij balverlies was ik linksback. Ik speelde over de hele flank en dat vond ik mooi, want iedere wedstrijd was de tactiek anders. Er werd tegen iedere tegenstander anders gespeeld. In Nederland spelen we allemaal hetzelfde, omdat dat nu eenmaal zo is.” De aanpak van Inzaghi maakte grote indruk op Ennali. “Hij schold je helemaal verrot, maar dat was omdat hij van je hield en je wilde zien slagen. Als zoiets in Nederland zou gebeuren, staat iedereen te kijken van: wat gebeurt hier nou? In het begin begreep ik ook alleen wat scheldwoorden, de rest niet helemaal. Maar het was allemaal met een goede bedoeling, om ons beter te maken. Hij is echt een topper, hij gunde het iedereen. Een echte Romein, met wilskracht en karakter. Ik had wel verwacht dat hij het zo goed zou doen bij het eerste.”

Het was Inzaghi die Ennali ook bij het eerste haalde. “Anderson, Keita, Klose, De Vrij”, somt hij de spelers op met wie hij bij de hoofdmacht op het veld stond, “allemaal spelers van wie ik heel veel geleerd heb. De Vrij ving me daar op bij het eerste. Een hele goede voetballer. Niet alleen op het veld, maar ook buiten het veld en dat bepaalt hoe goed je gaat worden. Ik dacht vroeger dat het alleen maar ging om wat je binnen de lijnen doet, maar het gaat er juist om wat je buiten de lijnen doet. De Vrij ging in zijn vrije tijd uit eten of boeken lezen, hij sprak heel snel Italiaans en dat heeft hem geholpen om zo’n grote speler te worden.” Nadat Inzaghi werd doorgeschoven naar het eerste, nam Michele Santoni het stokje over bij de beloften. “Hij is nu mijn buurman in Amsterdam. Af en toe hebben we een babbel langs de gracht, als hij zijn hondje uitlaat. Dat is mooi, dan battlen we over onze ervaringen in het voetbal.”

Toen de Nederlandse Italiaan in de zomer van 2016 vertrok om met Frank de Boer mee te gaan naar Internazionale, werd hij opgevolgd door Andrea Bonatti. “Echt een hele goede trainer”, begint Ennali over de oefenmeester die uiteindelijk zijn vertrek zou inleiden. “Ik heb als trainer heel veel van hem geleerd, want hij sliep ’s nachts gewoon niet. Dan zat hij wedstrijden terug te kijken van Bayern München en Juventus, om dat te analyseren. Maar hij was tactisch dusdanig sterk dat hij het voetbal niet echt leuk maakte voor mij. Ik had plezier in acties maken, maar van hem leerde ik ervan om volwassen te worden in mijn spel. Dus dat betekende dat ik één of twee keer de bal moest raken, assists moest leveren en effectief moest zijn. Ik begreep dat niet, ik wilde acties maken en hij dacht heel effectief. Dat botste op dat moment, ik kon me met de Nederlandse gedachte niet voorstellen dat een buitenspeler zo moest spelen. Maar als ik nu terugkijk, had hij gelijk: als je effectief wilt zijn, gaat het niet om de actie, maar om de combinaties. Ik verloor alleen wel het plezier, omdat ik die opdrachten kreeg.”

“Sommige trainers hebben niet alle tijd, bijvoorbeeld maar een jaar om kampioen te worden. Dus dan proberen ze het je uit te leggen. Begrijp je het niet, ga je gewoon aan de kant, op de bank of op de tribune en dan gaat hij door met de spelers die het wél begrijpen. De Lazio Academie is anders, want ik heb die kinderen alle tijd om het uit te leggen. Ik heb mijn eigen voetbal aan de kant gezet om tijd te maken voor deze kids. Ik probeer hen mee te geven dat je niet alleen trainers gaat tegenkomen die het in je zien zitten. Er zijn ook trainers in de top die hun eigen spelers hebben of met een bepaalde tactiek spelen, waarin je moet passen. Als je niet past, word je verhuurd of verkocht. Zo hard gaat het in de top.” Toen Ennali onder Bonatti richting de bank en later de tribune verdween, begon hij zich steeds ongelukkiger te voelen. Het liefst wilde hij op huurbasis terugkeren naar Nederland, maar Lazio zag daar niets in en wilde hem bij een Italiaanse club stallen. In januari hakte hij de knoop door en liet hij zijn contract in Rome ontbinden. Belangstelling genoeg en dan ga ik gewoon ergens in de Keuken Kampioen Divisie spelen, dacht Ennali.

Ennali kwam alleen in een ongelukkige periode zonder club te zitten, namelijk een moment waarop de meeste clubs hun selecties al rond hadden. Hij mocht her en der wel komen meetrainen, maar voor een profcontract was er geen ruimte. “Ik moest een contract verdienen en heb ook wel aanbiedingen gekregen, maar die kwamen dan uit landen waar ik niet wilde spelen. Landen om Rusland heen, zeg maar. Ik keek naar stappen die goed waren voor mijn carrière”, zegt Ennali. Er volgden wel twee stageperiodes in het buitenland. “Bij VfL Bochum zat Gertjan Verbeek met Jan de Jonge, dat waren toppers om mee samen te werken. Ik had bijna een contract verdiend, maar ik was niet wedstrijdfit. Ze hadden op dat moment iemand nodig die klaarstond. Vervolgens ging ik naar Antalyaspor, maar dat liep mis omdat ze al teveel buitenlandse spelers hadden. Toen ben ik maar naar Achilles gegaan, om daar een halfjaartje fit te blijven en te kijken waar ik daar naartoe zou gaan.”

“Van Achilles had ik mooie verhalen gehoord, maar ze waren aan het zakken. Ik deed het niet voor het financiële aspect, ik wilde lekker voetballen. Maar spelers werden niet betaald en dat zorgde voor onvrede, het liep niet zoals het had moeten lopen”, verzucht hij. Dat de tijd bij het destijds net naar de Tweede Divisie gedegradeerde Achilles niet verliep zoals gehoopt of verwacht, is zwak uitgedrukt. In het seizoen waarin de ooit zo ambitieuze club uit Groesbeek troosteloos onderaan eindigde, speelde Ennali slechts één wedstrijd. “Ik kreeg daarna een telefoontje van zaakwaarnemer Karim Ahannach en hij zei: ‘We pakken de auto en rijden naar Marokko. Ik ken heel veel clubs daar en we kloppen daar gewoon aan. Jij bent zo’n goede voetballer, ik durf dat aan’.” Het bleken geen loze woorden, want Ennali werd uiteindelijk ondergebracht bij Ittihad Tanger. “Tanger is een mooie stad om te voetballen, maar als ik terugkijk, zou ik niet vanuit Europa een stap naar Marokko maken. Als je in Europa een toekomst hebt, zou ik daar blijven. Niet dat het lastig is om terug te komen, maar er stond daar ook al een elftal waarin de trainer weinig wilde wisselen.”

In dienst van Ittihad Tanger werd Ennali niet alleen landskampioen, maar werd hij door bondscoach Mark Wotte tevens uitgenodigd voor Jong Marokko. “Ik zal nooit vergeten dat we voorafgaand aan een wedstrijd tegen Senegal in het stadion van Dakar trainden, waar ook atleten rondliepen. Een van hen was een kind met één been, die met twee stokken met atletiek bezig was. Dat hij met één been zijn droom achterna aan het jagen was, vond ik zó mooi. Ze stonden de hele dag in de zon en dronken niet eens water, ze zijn zó hongerig en dorstig om hun droom te bereiken. Na de training hebben we water met hen gedeeld.” Dat er uiteindelijk een einde kwam aan zijn periode in Marokko, had te maken met problemen rond zijn contract. “Ik had afspraken gemaakt en een contract getekend, alles verliep wel oké. Op het moment dat we kampioen werden en ik mijn bonus wilde opeisen, kreeg ik te horen dat ik daar geen recht op had. Ik kreeg een klein zinnetje in mijn contract voor mijn neus, waarin stond dat ik een bepaald aantal wedstrijden in de basis had moeten staan. Als ik nu een kind ga begeleiden, weet ik dat ik heel goed naar het contract moet gaan kijken.”

Het avontuur in Marokko bleek het laatste wapenfeit van Ennali in het profvoetbal. Hij mist zijn bestaan als beroepsvoetballer niet. “Uiteindelijk heb ik ervoor gekozen om de switch te maken. Wilde ik het voetbal achterna, weer trainen of wilde ik de jeugd helpen om die stappen wél goed te zetten? Als je prof bent geweest, blijf je heel dichtbij. Ik kan zo aankloppen, maar ik wil alle tijd die ik heb steken in mijn academie. Dat vind ik leuker”, beschouwt hij de keuze om het profvoetbal te verruilen voor het runnen van zijn eigen academie. Ennali, die afgelopen seizoen voor de Amsterdamse eersteklasser SDZ in het amateurvoetbal speelde, hoopt de Lazio Academie in de komende jaren internationaal te kunnen uitbouwen. “Ik wil mijn passie en hobby omzetten in het helpen van kinderen, door de sport naar hen over te brengen. Kinderen zijn de toekomst, ze zijn leergierig en ik haal er voldoening uit als ik zie dat ze mijn lessen toepassen op het veld, het is mijn passie geworden. Vroeger was ik zelf profvoetballer, nu zie ik kinderen vanuit de academie stappen maken naar het betaald voetbal.”