‘Het enige wat je hoort is: ik mag niks meer. En je denkt: ik ga dood’
Ben Rienstra kreeg twee weken nadat Christian Eriksen door een hartaanval ineen stortte op het EK te horen dat hij met een hartprobleem kampte. De grond zakte onder de voeten van de middenvelder van Fortuna Sittard weg. Rienstra vroeg zich af of hij ooit nog kon voetballen en zat zes weken lang in een emotionele achtbaan. “Ik was bij wijze van spreken mijn testament al aan het schrijven”, bekent Rienstra.
Fortuna drong naar aanleiding van de hartstilstand van Eriksen aan op een grondige controle van de harten van de spelers, waarna Rienstra van de clubarts het slechte nieuws kreeg te horen dat er een afwijking in het hartritme van de aanvoerder van Fortuna was geconstateerd. In het ziekenhuis in Maastricht werd na een inspanningstest en een hartfilmpje geconcludeerd dat hij van geluk mocht spreken. Zijn hart vertoonde een onverklaarbare reactie op inspanning. “Een donderslag bij heldere hemel”, vertelt Rienstra een klein half jaar later in gesprek met Voetbal International.
“Ik voelde me gewoon goed. Een paar dagen eerder rende ik nog kilometers”, vervolgt de middenvelder. “Ineens mocht ik niets meer. Dúrfde ik niets meer. Het vertrouwen in mijn eigen lichaam was weg. Ik durfde niet in de auto te stappen, of zelfs maar een stukje naar de supermarkt te lopen.” Het beeld van Eriksen, die roerloos op de grond bleef liggen tijdens het EK-duel van Denemarken met Finland, zorgde voor zowel angst als opluchting. “Ik was blij dat mijn ouders, vrouw en kinderen dat bespaard zou blijven.”
Rienstra had ook het voorbeeld van Daley Blind in het achterhoofd en nam contact op met zijn voormalig ploeggenoot in de jeugd van Ajax. De middenvelder vroeg om een second opinion bij artsen en zat vervolgens in een emotionele achtbaan. “Alles schiet door je hoofd: kan ik straks wél weer vertrouwen op mijn lichaam? Ik ben 31, heb twee jonge kinderen, is het me dit waard? Het gaat natuurlijk niet over een knieblessure.”
De twijfels bij de Fortuna-speler bleven komen. “Ik belde hoofd medische zaken Jeroen Dieteren. Hij zei ‘Doe gewoon je ding, je moet je alleen even niet inspannen’. Maar ja, die arts had me niet voor niets gewaarschuwd. Het enige wat je hoort is: ik mag niks meer. En je denkt: ik ga dood. Het was heel zwaar. Ik was bij wijze van spreken mijn testament al aan het schrijven.” Aan het einde van de onderzoeken kreeg hij na een MRI-scan toch groen licht. “Die was goed. Volgens de cardioloog heb ik een sterk hart, er was niks geks gevonden. Geen reden meer om bang te zijn.”
Rienstra weet wel waarom er een verschil zat tussen de diagnoses in Maastricht en Amsterdam. “De eerste arts was niet gespecialiseerd in sport. Hij zag een afwijking en boem, sloeg op de rode knop. Dat snap ik, want niemand wil de verantwoordelijkheid dragen voor als er iets zou gebeuren.” In Amsterdam werd de conclusie getrokken dat het hart van de middenvelder gewoon gezond is. Eind augustus maakte hij tegen RKC Waalwijk (2-2) zijn rentree en inmiddels staat de teller dit seizoen op zeventien wedstrijden voor Fortuna.