‘Het begin bij Ajax was verschrikkelijk, ik wilde naar huis om te huilen’
Lisandro Martínez is inmiddels een vertrouwd gezicht in de basisopstelling van Ajax. In de eerste weken van de Argentijnse verdediger annex middenvelder als Ajax-speler was het sentiment wel even anders. Martínez brengt tegenover La Nación in herinnering hoe slecht hij zich soms voelde in de beginweken bij de club uit Amsterdam.
"Ik kwam volledig overtuigd van mijn kwaliteiten binnen bij Ajax", zo opent Martínez zijn relaas. "Ik was hier gekomen voor een basisplaats. Ik wilde daarvoor vechten en godzijdank is het allemaal ook gelukt." In het seizoen 2019/20 kwam de Zuid-Amerikaan, die van de Ajax-fans de bijnaam ‘de slager’ meekreeg, tot 41 wedstrijden in alle competities. "Die bijnaam vond ik wel grappig. Ik speel inderdaad hard, maar maak weinig overtredingen. Met de VAR kan dat ook niet."
Ondanks de torenhoge ambities ging Martínez in de voorbereiding op afgelopen seizoen door een loodzware periode heen. "De eerste drie weken waren verschrikkelijk. Het was een totale cultuurshock, die intensiteit was ik niet gewend. Een ander land en een totaal andere manier van spelen. In het begin wilde ik naar huis om te huilen, zo slecht voelde ik me. Ik ben een speler die graag de bal heeft, maar bij Ajax raken ze de bal allemaal één of twee keer. Ze vermoordden me, echt. Het was bizar hoe laat ik elke keer was."
"Ik had enorm veel moeite met het tempo", vervolgt Martínez zijn terugblik. "Maar na de voorbereiding begon het gelukkig steeds beter te gaan. In de eerste vriendschappelijke wedstrijd van Ajax had ik een basisplaats als centrale verdediger en speelde ik dertig minuten. Mijn officiële debuut volgde tegen PSV in het duel om de Johan Cruijff Schaal (2-0 winst Ajax, red.), al kan ik me daar niet veel van herinneren. Daley Blind speelde als verdedigende middenvelder voor mij en als het mogelijk was wisselden we van positie. Kort daarna zette trainer Erik ten Hag mij op het middenveld neer en dat is niet meer veranderd."