Herinneringen aan Klassieker: ‘Er liepen engerdjes rond bij Ajax, hoor’
Zondag staat de Klassieker tussen Ajax en Feyenoord op het programma. De ontmoetingen tussen de aartsrivalen is nog steeds de grootste krachtmeting van Nederland en wordt door veel supporters aan beide kanten gezien als de spannendste of belangrijkste wedstrijd van het seizoen. Feyenoord snakt weer eens naar een zege in de titanenstrijd: slechts 1 van de laatste 22 Klassiekers leverde de Rotterdammers drie punten op.
In het Algemeen Dagblad blikken een paar oud-spelers terug op hun Klassiekers. Henk Fraser, tegenwoordig trainer van ADO Den Haag, speelde er meerdere tussen 1990 en 1999. Hij zegt dat Feyenoord het zo moeilijk heeft met Ajax, omdat Feyenoord een ploeg is die de kampioen wel goed ligt. Hij herinnert zich nog hoe hij vaak het onderspit dolf als de strijd der rivalen op het programma stond. De Ajacieden straalden een zelfverzekerdheid uit, die hij naar eigen zeggen verwarde met arrogantie.
“Er liepen ook engerdjes rond, hoor. Die zo goed waren, dat ik ze amper kon raken. Eigenlijk pas als ze op de grond lagen. Dan ging ik op hun handen staan. Daar schaam ik me wel voor, ja. Ik ben een tijdje assistent geweest bij Jong Oranje met jongens als Klaassen, Van Rhijn. Prima gasten, natuurlijk”, zegt Fraser, die deel uitmaakte van de kampioensploeg van het seizoen 1998/99. Oud-Ajacied Ronald de Boer, die Fraser in de jaren negentig geregeld tegenkwam, zegt dat er wel het een en ander veranderd is ten opzichte van vroeger.
“Nu heb je bij Feyenoord spelers als Boëtius en Clasie, die bij Ajax niet zouden misstaan. Maar lange tijd speelde Feyenoord toch een soort werkvoetbal, terwijl Ajax stond voor technisch en slim spel. We voelden ons zeker. In De Kuip was de winst van Ajax meer geluk dan wijsheid. Het niveauverschil is niet zo groot”, denkt De Boer, die denkt dat Feyenoord zondag zomaar van Ajax kan winnen als het een goede dag heeft.